(Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 11 december 2001).
De ‘l’ van liefdadigheid is weer in de maand. Het is de maand van de sinterklaascadeaus en de kerstpakketten, en dat maakt een mens dubbel ontvankelijk voor verzoeken om ook eens aan anderen te denken die het minder getroffen hebben. De fondsenwervers maken overuren in december.
Niet dat ze de rest van het jaar op hun handen zitten, verre van dat. Ik heb er geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan, maar ik heb wel de indruk dat de verzoeken om een bijdrage blijven aanzwellen en gaandeweg de omvang hebben bereikt van een onstuitbare lavastroom richting mijn brievenbus. Mijn privé-brievenbus wel te verstaan. Ik heb het een beetje bijgehouden, aanvankelijk uit nieuwsgierigheid, later uit ergernis. Het afgelopen jaar ben ik door minstens vierenvijftig instellingen benaderd, door sommige zelfs ieder kwartaal, met telkens een overtuigend verhaal over hoe dringend de nood en hoe effectief mijn bijdrage.
...
lees meer