Voor palmolie wordt oerwoud verwoest. Het is een trieste realiteit. Toch mag margarineproducent The Flower Farm dat van zowel de Reclame Code Commissie (RCC) als het College van Beroep (CvB) niet op de verpakking van zijn palmolievrije margarine schrijven. Dat oordeelde het College in december naar aanleiding van een klacht van de Europese Palmolie Alliantie, een Europese lobbygroep van onder andere margarinefabrikanten. De beslissing van het College is vanuit milieuoogpunt even bizar als onbegrijpelijk. Ronduit verwerpelijk is het dat de palmolie-industrie met deze klacht naar de Reclame Code Commissie is gestapt.

Waar gaat het hier nu om? Op de verpakking van The Flower Farm staat dat het kopen van palmolievrije margarine helpt tegen een groot probleem: ontbossing van hele oerwouden. De palmolielobby huilde er krokodillentranen over bij de commissie. Want ze kappen geen héle oerwouden. Consumenten zouden zo maar eens het idee krijgen dat ze bijdragen aan ontbossing als ze wél margarine met palmolie eten. Misschien komen ze dan op het idee om geen palmolie meer te kopen. En dát – niet de ontbossing – moest tegen elke prijs worden voorkomen.

Bizar standpunt

Ook het College is het blijkbaar met de palmolielobby eens dat wat The Flower Farm op zijn verpakking zet misleidend is. De Amazone staat er tenslotte nog en op Borneo staat ook nog hier en daar een boom. Het College leunt voor die beslissing sterk op het argument van de palmolie Alliantie dat Nederlandse margarine duurzame ‘RSPO-gecertificeerde’ palmolie bevat waar niet voor wordt ontbost.

Een bizar standpunt. Ten eerste kent de RSPO-standaard helemaal geen hard ontbossingsverbod. De palmolie Alliantie stelt dat criterium 7.12 van de RSPO-standaard zonder uitzondering ontbossing verbiedt. Met de beste wil van de wereld kunnen wij dit niet lezen in dit criterium. Ten tweede, uit stapels openbare onderzoeken blijkt dat RSPO certificering geen enkele garantie biedt tegen ontbossing. Keer op keer blijkt juist dat certificering faalt bij het voorkomen van illegale boskap, landroof, vernietiging van leefgebieden van beschermde dieren en grove mensenrechtenschendingen. Ze zijn schering en inslag in de sector. Veel misstanden zijn keurig gedocumenteerd en openbaar. Uit onderzoek van Greenpeace bleek al voor deze zaak speelde dat driekwart van de palmoliebedrijven die door de Indonesische overheid verdacht worden van betrokkenheid bij verwoestende bosbranden in 2019, lid zijn van de RSPO. Ten derde blijkt uit recent onderzoek van Chain Reaction Research dat er voor palmolie in Nederlandse margarine wel degelijk kan zijn ontbost. Verschillende bedrijven, zoals Unilever en Friesland Campina, worden immers gelinkt aan bedrijven die ontbossen om palmolieplantages aan te leggen.

Ook misleiding

Het is dan ook volkomen terecht dat heel wat consumenten afkerig zijn van producten die palmolie bevatten en ze waar mogelijk willen vermijden. Dat is ook precies de reden dat al deze palmoliereuzen hun uiterste best doen om op de verpakking van hún margarines net te doen alsof er géén palmolie in zit. Dikke kans dat er op een pakje margarine in de supermarkt een prachtige zonnebloem staat en dat er verder heel duidelijk wordt vermeld dat er ook nog kool- en lijnzaadolie in zit. Dat er ook substantiële hoeveelheden palmolie in zitten vermelden de producenten liever niet. Maar ja, het moet. En dus moffelen ze het zo ver en onduidelijk mogelijk weg en moet de consument rekensommetjes maken om uit te vinden hoeveel palmolie er exact in zit.

Als wat The Flower Farm doet misleiding is dan is palmoliemargarine visueel verkopen als zonnebloem en koolzaadmargarine zonder duidelijke disclaimer ook misleiding. The Flower Farm wil net als de slaafvrije chocola van Tony Chocolony de markt veroveren. Daar zit voor de grote margarinemerken waarschijnlijk het gevaar. Het signaal dat The Flower Farm wil overbrengen is belangrijk: het drastisch minderen met palmolie is essentieel om ontbossing tegen te gaan. In plaats van zaken aanspannen kunnen de margarinemakers zich beter concentreren op het vervangen van palmolie in hun producten. In Europa kan dat prima met olijf-, zonnebloem- en raapzaadolie. Wat verder nodig is, is bindende nationale en internationale regelgeving die voorschrijft dat producten vrij van ontbossing en mensenrechtenschendingen moeten zijn.

Geen dienst bewezen

Met deze uitspraak hebben de Reclame Code Commissie en het College van Beroep de natuur én de consument geen dienst bewezen. In plaats daarvan wordt de consument juist belangrijke informatie onthouden. Zij hebben zich daarmee voor het karretje laten spannen van een industrie die kilo’s boter op het hoofd heeft. Een industrie die vele malen is gewezen op misstanden. Een industrie die liever procedeert dan verandert. Het zou het College sieren als ze volgende keer de feiten ook haalt uit gevalideerde rapporten van buiten de palmolielobby.

Janneke Bazelmans, milieujurist bij Milieudefensie
Anne Wijers, campagneleider Bossen bij Milieudefensie

Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van Adformatie en met toestemming van Milieudefensie overgenomen.

Lees ook de column van Nico Roozen (Solidaridad): “Anti-palmolie marketing ook in hoger beroep scherp veroordeeld