Gisteren, 12 juni, was het de Internationale dag tegen Kinderarbeid. Weliswaar is er vooruitgang geboekt, maar wereldwijd werken er nog steeds 152 miljoen kinderen, waarvan 70% in de landbouw. In Ivoorkust en Ghana werken 2,1 miljoen kinderen in de cacao. Dit zijn niet te bevatten aantallen.

Onlangs was ik in Ivoorkust en bezocht ik een Fairtrade cacaocoöperatie in Divo. Deze coöperatie neemt deel aan het project It takes a village to protect a child dat gefinancierd wordt door de Nationale Postcode Loterij. Het doel van dit project is om het welzijn van kinderen en jongeren in de Fairtrade cacao gemeenschappen te vergroten en kinderarbeid te bestrijden en te voorkomen.

De oorzaken van kinderarbeid zijn legio, maar de economische factor is verreweg de belangrijkste. Als gezinnen niet in staat zijn om een fatsoenlijk inkomen te verdienen dan is het onmogelijk om kinderarbeid uit te bannen. Er is dan bijvoorbeeld geen geld beschikbaar om een arbeider te betalen. Fairtrade werkt eraan om boeren in staat te stellen een fatsoenlijk inkomen te verdienen. En gecertificeerde coöperaties moeten aan standaarden voldoen waarin staat dat kinderarbeid en slavernij verboden zijn.

Maar het is essentieel dat coöperaties en hun leden verder gaan dan controles en certificering en hun eigen aanpak ontwikkelen om kinderarbeid structureel te bestrijden en te voorkomen. Dit doen ze onder andere door middel van het opzetten van kinderarbeidcomités waar ook jongeren lid van zijn. Deze comités werken aan het vergroten van de bewustwording rondom kinderarbeid in hun dorp, weten wat ze moeten doen als er kinderarbeid wordt aangetroffen en ontwikkelen samen met de gemeenschap activiteiten om kinderarbeid te voorkomen. Het project It takes a village to protect a child ondersteunt de Fairtrade coöperatie in Divo bij deze aanpak.

Hierbij staan kinderen en jongeren centraal. Door middel van een zogenoemde community mapping identificeren ze zelf de plekken waar ze zich veilig en onveilig voelen en samen met de volwassenen bedenken ze projecten om hun welzijn te vergroten. In de gemeenschap Brouyaokro waar veel boeren lid zijn van de Fairtrade coöperatie gaven kinderen, jongeren en volwassenen drie jaar geleden aan dat de slechte staat van de bamboeschool ervoor zorgt dat kinderen niet naar school gaan. Als het regent wordt iedereen en alles nat en worden de kinderen naar huis gestuurd. Ook voldoet een dergelijke school niet aan de eisen van de overheid waardoor het gerund wordt door vrijwilligers en niet door gediplomeerde leraren. Met alle respect voor de inzet van deze vrijwilligers; dit komt de kwaliteit van het onderwijs vaak niet ten goede. Hierdoor zijn ouders eerder geneigd om hun kinderen mee te nemen naar hun cacaoplantage.

Ik bezoek de nieuwe stenen school met drie klaslokalen, gefinancierd door het project It takes a village to protect a child. Alleen de zonnepanelen en de waterpomp moeten nog worden geplaatst. De officiële opening vindt in september plaats, het begin van het nieuwe schooljaar. Deze school voldoet aan de eisen van de Ivoriaanse autoriteiten zodat de school niet meer op vrijwilligers hoeft te draaien, maar gediplomeerd personeel krijgt. De mensen in het dorp geven aan dat ze verwachten dat het aantal inschrijvingen enorm toe zal nemen door de nieuwe school.

Ik spreek ook een van de jeugdleiders, Ange Koudou Dadie. Hij is 30 jaar en lid van de coöperatie. Hij neemt ook deel in een van de kinderarbeidcomités. Ange bezoekt regelmatig verschillende dorpen om mensen bewust te maken van de rechten die kinderen hebben, uit te leggen wat kinderarbeid is en wat het belang is van onderwijs. Ook bezoekt hij individuele gezinnen. Op deze manier weet hij bij welke gezinnen het risico op kinderarbeid groot is en of kinderen wel of niet naar school gaan. Indien er kinderarbeid wordt aangetroffen dan vindt er eerst een gesprek met de ouders plaats en wordt er naar een oplossing gezocht. Indien dit niet tot het gewenste resultaat leidt, dan wordt het centrale kinderarbeidcomité van de coöperatie ingeschakeld die de situatie verder onderzoekt en probeert te helpen. In het uiterste geval kan het zijn dat de autoriteiten worden ingeschakeld, het Comité National de Surveillance (CNS).

Het feit dat iedereen, van jong tot oud, betrokken wordt bij preventie en tegengaan van kinderarbeid zorgt voor draagvlak en betrokkenheid bij dit onderwerp. Gemeenschappen geven zelf aan waar het risico op kinderarbeid hoog is en bepalen wat hier aan gedaan kan worden. Ik merkte dat er dat er vrij openlijk over het onderwerp wordt gepraat. Mijn observaties in Ivoorkust worden gestaafd door een jeugdleider bij een Fairtrade coöperatie in Ghana die met dezelfde aanpak bezig is om kinderarbeid tegen te gaan. Franklina Tweneboah Koduah geeft het volgende aan:  “It has made community members more open to share their experience rather than trying to be on the defensive and cover up child labour and other violation cases.”

De Fairtrade coöperatie in Divo verricht veel inspanningen om kinderarbeid tegen te gaan. Laten we ook hier onze verantwoordelijkheid nemen. De cacaoprijs is veel te laag en werkt kinderarbeid in de hand. Ik roep bedrijven op om een prijs te betalen die recht doet aan al het werk dat wordt gedaan om cacao te verbouwen en die een gezin in staat stelt om een fatsoenlijk leven te leiden, zonder kinderarbeid. En consument: ‘weet wat je koopt’ .

Alien Huizing, Supply & Development Manager, Stichting Max Havelaar

Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van Stichting Max Havelaar