Er zijn al veel initiatieven die hergebruik, recycling of reparatie van textiel bevorderen, maar hoe weet je zeker dat die initiatieven echt doen wat ze beloven? En hoe kun je verschillende manieren voor hergebruik met elkaar vergelijken? Daar wordt bij NEN hard aan gewerkt, samen met belangrijke spelers uit de markt. Zarra de Laat, consultant Circulair Textiel bij NEN praat ons bij.

Certificatieschema Circulair Textiel in de maak

Met steeds meer mensen op de wereld gebruiken we ook steeds meer grondstoffen. Het gevolg daarvan is niet alleen schaarste, maar ook meer afval en een toenemende milieudruk. Het programma voor het speerpunt Circulaire Economie van NEN werkt aan afspraken die het gebruik van hernieuwbare grondstoffen stimuleren. Een belangrijk onderdeel daarvan is circulair textiel. ‘De productie van kleding vereist enorm veel grondstoffen en energie. De textielindustrie is een van de meest vervuilende industrieën ter wereld die ook nog eens heel veel grondstoffen verbruikt’, zo schetst Zarra het probleem.

Nu zijn er al tal van keurmerken en labels die willen laten zien hoe duurzaam een product is. Maar hoe weet je nu zeker wat die inhouden? En hoe kun je producten met elkaar vergelijken? ‘Vanuit de markt was er daarom steeds meer behoefte aan eenduidige afspraken over circulair textiel’, laat Zarra weten.

NTA Circulair Textiel

In de zomer van 2020 hebben NEN en belangrijke vertegenwoordigers uit de markt een belangrijke stap genomen om die eenduidige afspraken te kunnen maken. Dankzij de werkgroep Circulair Textiel zag de eerste NTA (Nederlandse Technische Afspraak) Circulair Textiel het licht. De NTA beschrijft categorieën van circulaire textielproducten (wordt iets hergebruikt, gerecycled of gerepareerd) en stelt eisen aan inputstromen (grondstoffen die een tweede leven krijgen) en toegepaste circulaire strategieën om te kunnen rapporteren over circulaire textielproducten. Zarra: ‘Dat is een mooi begin, omdat alle betrokkenen nu dezelfde termen en definities kunnen gebruiken. Dat voorkomt dat er onenigheid ontstaat over bepaalde begrippen en helpt om met elkaar aan een gezamenlijk doel te werken.’

Nu is het tijd voor het volgende hoofdstuk, in de vorm van een certificatieschema voor circulair textiel. ‘Het is belangrijk dat er een goede, eenduidige controle komt. Die moet ervoor zorgen dat je er als consument of als fabriek ook van op aan kunt dat de materialen die je koopt, daadwerkelijk circulair zijn’ aldus Zarra.

Normcommissie Circulair Textiel

Het certificatieschema wordt gemaakt door de leden van de nieuw opgerichte normcommissie Circulair Textiel. Zarra: ‘NEN is enorm blij met de grote en diverse groep deelnemers die een bijdrage leveren. Voor ons bewijst dat de grote behoefte vanuit de markt en we kunnen op deze manier goed gebruikmaken van hun kennis.’ Want NEN begeleidt weliswaar het hele certificatietraject, maar de kennis moet echt uit de sector komen. In de normcommissie zijn meer dan 30 bedrijven vertegenwoordigd. Naast leden van de branchevereniging zijn dat onder meer mensen van de TU Delft, de modeacademie, recyclingbedrijven, certificerende instellingen en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Certificatieschema

In een certificatieschema staan onder andere de eisen die worden gesteld aan de personen van een certificerende instelling, dat is de instelling die controleert of een bedrijf ook echt een bepaald certificaat mag voeren en certificaten uitgeeft. Ook bevat een certificatieschema de methode van beoordeling, de frequentie waarmee dit gebeurt en bruikbare hulpmiddelen, zoals rekenmodellen. Door een certificatieschema te gebruiken, kan de kwaliteit van producten, processen, systemen, personen of diensten in de verschillende sectoren steeds op dezelfde manier beoordeeld worden. Simpel gezegd kun je er met de beoordelingsmethodes uit het schema voor zorgen dat de informatie die op een etiket van een product staat ook echt klopt.

Soorten circulair

In het certificatieschema worden afspraken gemaakt over het onderscheid tussen verschillende soorten circulair. Waar komt het product vandaan? Is het gerecycled, hergebruikt of gerepareerd? Ook worden er afspraken gemaakt over percentages. Hoe zorg je ervoor dat een trui waarvan 1% van de grondstof gerecycled is niet hetzelfde label krijgt als een trui waar 80% gerecyclede stof in zit? ‘Zo voorkomen we wat we greenwashing noemen, een van de problemen met circulair textiel die we oplossen door certificatie.’

Keuzes

Maar hoe ga je dat nu allemaal controleren? Ga je het textiel analyseren? Of beschrijf je alle handelstransacties, zodat je precies kunt traceren waar de grondstoffen vandaan komen? Deze en andere keuzes worden nu in de commissie besproken en via cases getoetst op werkbaarheid en haalbaarheid.

Gerecycled textiel komt natuurlijk ergens vandaan. Dat betekent dat de normcommissie ook kijkt naar sortering en inzameling. Kun je bijvoorbeeld spreken van een circulaire kledinginzamelaar als het materiaal ingezameld wordt en vervolgens toch de verbrandingsoven ingaat? Of is het bedrijf pas circulair als de ingezamelde kleding ook echt een tweede leven krijgt?

Haast

Er is dus genoeg stof om over te beslissen en de commissie heeft er haast mee. En dat is maar goed ook, want circulair textiel is ook een van de onderwerpen die in het beleidsplan van de Nederlandse overheid staat. Die wil bijvoorbeeld dat in 2025 het aandeel gerecycled/duurzaam materiaal in textielproducten is toegenomen tot 25% en dat 30% van het textiel dat in Nederland op de markt wordt gebracht na afdanking wordt gerecycled.

De eerste draft van het certificatieschema is inmiddels voorgelegd aan de leden van de commissie. Daar is al flink over gediscussieerd. Het is een van de taken van Zarra om alle commentaren vanuit de commissie te verzamelen en te verwerken in het document.

Het streven is om aan het eind van de zomer de definitieve versie voor te kunnen leggen ter beoordeling. Als alles goed gaat, kunnen we in het najaar van 2021 onze eerste trui kopen met een certificaat dat afgegeven is met behulp van een certificatieschema en dat mede door NEN ontwikkeld is. Voorzien van een eigen logo en een kledinglabel waarin alle informatie staat om een duurzame keuze te kunnen maken.

Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van NEN