Ondernemers die producten van textiel verkopen (zoals kleding) moeten vanaf 1 juli dit jaar datzelfde textiel ook inzamelen. En dan hergebruiken of recyclen. Goed voor de duurzaamheid, maar het gaat om miljoenen kilo’s textiel en veel geregel. Gaat dat allemaal wel lukken? INretail-directeur Udo Delfgou: ‘Dit moeten we samen doen, voor mens, dier en klimaat’.

Miljoenen kilo’s textiel recyclen: waarom eigenlijk?

‘Heel simpel: iedereen die in Nederland textiel importeert of produceert, is vanaf 1 juli verantwoordelijk voor inzameling, hergebruik en recycling. Toen ging namelijk de UPV textiel in. Denk aan kleding, bed-, bad- en keukentextiel. Dus van trui tot dekbedovertrek. Het streven is om vijftig procent in te zamelen in 2025 en uiteindelijk 75 procent in 2030. Om hoeveel het gaat? Jaarlijks om zo’n 700 miljoen stuks – dat is 310 miljoen kilo afgedankt textiel. En daar krijgen dan 2.500 bedrijven mee te maken.’

Maar we hebben toch die textielbakken waar we onze kapotte jassen en oude shirts ingooien?

‘Zeker, zo wordt nu al 45 procent ingezameld, waarvan 10 procent alsnog ongeschikt is en verbrand wordt. We komen niet van nul. En er zijn ook al bedrijven die zélf werk maken van textiel opnieuw gebruiken. Zeeman heeft bijvoorbeeld al een eigen inzamelingssysteem en ze geven ingeleverde artikelen een tweede leven. Als branche willen we meer inzamelpunten, binnen en buiten de winkels. Het is straks net zo gewoon om afgedankt textiel in leveren als dat we nu glas naar de glasbak brengen.’

UPV textiel: wat is dat precies?

Voortaan geldt er een producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor textiel. Dat betekent dat ondernemers die producten van textiel verkopen (of eigenlijk ‘de eerste die het product op de Nederlandse markt aanbiedt’), ook verantwoordelijk zijn voor het afval dat ze veroorzaken. Meer lezen? Dat kan op deze website.

Waarom recyclen we niet al meer textiel?

‘Van al het afgedankte textiel komt 55 procent bij het afval terecht. Niet al het ingeleverde textiel is herbruikbaar. Maar consumenten moeten er ook bewuster mee omgaan. Lang niet iedereen weet bijvoorbeeld dat een gescheurde matrashoes ook in de kledingbak hoort. Volgend jaar volgen dan ook publiekscampagnes. Ik hoor en begrijp de geluiden dat het sneller moet. Daarom heeft INretail samen met MODINT via www.stichtingupvtextiel.nl een collectieve aanpak opgetuigd om bedrijven te helpen. We produceren en consumeren met z’n allen veel. Laten we samen aan een circulair systeem werken.’

Al die stromen van textiel monitoren en registreren. Daar zit uw achterban vast niet op te wachten?

‘Dit moet gebeuren voor mens, dier en klimaat, dat is duidelijk. Via de stichting UPV Textiel, die veel namens het aangemelde collectief kan overnemen, voorkomen we dat niet elk bedrijf alles zelf moet regelen. Het moet ook proportioneel blijven; de overheid moet erop letten dat deze UPV voor met name de kleinere bedrijven niet te belastend wordt. Het is zeker een opgave, want hoe regel je alles in de praktijk? Wat gaat het kosten? Wordt de bijdrage aan de collectieve aanpak gemiddeld drie cent per stuk, of zes cent, of gaat het per kilo? Ook moeten we het internationaal goed regelen, zodat buitenlandse bedrijven aan dezelfde regels moeten voldoen.’

U dekt zich alvast in? Gaat u de doelstellingen wel halen?

‘Het is ambitieus, maar zeker haalbaar. Deze UPV gaat ook veel technische innovatie opleveren. Dan kunnen we nog beter en sneller recyclen en zijn we ook sneller duurzaam. Laatst waren er de Circular Textile Days, een textielbeurs rond innovatie, en daar zag je allemaal andere garens, nieuwe weeftechnieken en ook betere manieren om kleding te ‘ontmantelen’. De mindset wordt echt anders. De UPV overkomt ons niet, we zijn al jaren met duurzaamheid bezig. Echt, over tien jaar vinden we het heel normaal dat we zo met ons textiel omgaan.’

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Opinieblad Forum van VNO-NCW