Biodiversiteit is voor veel ondernemingen een moeilijk te omvatten begrip. Maar ze moeten er wel mee aan de slag, nu het als thematische standaard (ESRS E4) is opgenomen in de CSRD. Uit onderzoek van PwC blijkt dat veel ondernemingen niet goed weten hoe ze aan de CSRD-vereisten voor biodiversiteit moeten voldoen. In dit artikel geven we drie aanbevelingen hoe je dat op een effectieve manier kunt doen.
Dubbele materialiteitsanalyse als startpunt
Het voldoen aan de CSRD-vereisten voor biodiversiteit begint met een goede beoordeling binnen de dubbele materialiteitsanalyse. Het uitvoeren van een dubbele materialiteitsbeoordeling (DMA) hoort weer bij het naleven van de CSRD-richtlijn. Hierbij wordt gekeken naar de invloed die ondernemingen hebben op mens en milieu en vice versa, dus naar de impact van duurzaamheidsgerelateerde ontwikkelingen op ondernemingen.
Locatiescreening nabij biodiversiteitsgevoelige gebieden
De CSRD schrijft voor dat elke onderneming moet beoordelen of zij locaties heeft in of nabij biodiversiteitsgevoelige gebieden, zoals Natura 2000-gebieden. Als dat het geval is, moet openbaar worden gemaakt of deze locaties een negatieve impact hebben op die biodiversiteitsgevoelige gebieden. Daarnaast is het noodzakelijk is om aanvullende maatregelen te nemen om deze negatieve impact te verminderen. Dit levert waardevolle informatie op voor de beoordeling van biodiversiteit in de context van DMA.
Relatie met de natuur begrijpen
Om biodiversiteit effectief te evalueren als onderdeel van een DMA, moeten ondernemingen begrijpen wat hun invloed op de natuur is. Een grote invloed op de natuur wordt meestal geassocieerd met sectoren die een grotere impact op (bijvoorbeeld ontbossing) of afhankelijkheid (bijvoorbeeld vruchtbare bodems) hebben van de natuur.
De Taskforce on Nature-related Financial Disclosures (TNFD) heeft voor de duidelijkheid een lijst met acht sectoren (en achttien subsectoren) gepubliceerd die doorgaans een sterke invloed op de natuur hebben.
Voor een goede analyse van natuurimpact en -afhankelijkheden zijn de volgende richtlijnen en hulpmiddelen nuttig:
- De Science Based Targets network (SBTn) methodologie richt zich vooral op het begrijpen van de impact die een sector heeft en het stellen van doelen. Het biedt een materialiteit-screeningtool die kan worden gebruikt om de verwachte relevantie van verschillende impactfactoren (bijvoorbeeld landgebruik, vervuiling) voor biodiversiteit binnen een specifieke sector te beoordelen.
- De taskforce ontwikkelde het een vierstappenproces LEAP (locate, evaluate, assess & prepare) dat bruikbare richtlijnen bevat voor het diepgaand analyseren van organisatie-specifieke impacten en afhankelijkheden.
- ENCORE (exploring natural capital pportunities, risks & exposure) is een gratis online database die een overzicht biedt van de impact en afhankelijkheden per economische sector.
- De Biodiversity Risk Filter van het Wereld Natuurfonds is een interactieve kaart die een geografische dimensie toevoegt aan de afhankelijkheid van biodiversiteit en zo een analyse op land/regio-niveau mogelijk maakt.
Drie uitdagingen en aanbevelingen voor het uitvoeren van een DMA op biodiversiteit
Bij het ondersteunen van ondernemingen in hun DMA op biodiversiteit, zien we een aantal veelvoorkomende uitdagingen opduiken. Hieronder leest u enkele van de meest prominente problemen, met advies hoe deze kunnen worden aangepakt:
Uitdaging 1: subonderwerpen in de ESRS E4
De CSRD verdeelt onderwerpen in subonderwerpen en sub-subonderwerpen. Het onderwerp biodiversiteit is bijvoorbeeld onderverdeeld in vier subonderwerpen: directe impactdrivers van biodiversiteitsverlies, impact op de staat van soorten (populatiegrootte, risico op uitsterven), de impact op de omvang en conditie van ecosystemen en impact en afhankelijkheden van ecosysteemdiensten. Deze vier subonderwerpen worden vervolgens verder onderverdeeld in sub-subonderwerpen.
Het nadeel van deze indeling is dat het de onderlinge verbondenheid van biodiversiteit en de duidelijke oorzaak en gevolgrelaties negeert. Een van de belangrijkste oorzaken voor ‘risico op wereldwijde uitsterving van soorten’ is bijvoorbeeld de impactdriver ‘verandering in landgebruik’. Dit maakt het beoordelen van de materialiteit van individuele subonderwerpen een uitdaging.
Aanbeveling: cluster subonderwerpen
Beoordeel de materialiteit door subonderwerpen te clusteren die onderling sterk verbonden zijn en waar een duidelijke oorzaak-en-gevolg is. Eén manier om dit te doen is door de verschillende impactdrivers van biodiversiteitsverlies individueel te beoordelen, maar deze wel te clusteren met de impact die deze drivers hebben op de staat van soorten, de omvang en conditie van ecosystemen en ecosysteemdiensten. Dit kan bijvoorbeeld resulteren in de clustering en gezamenlijke beoordeling van landgebruiksverandering met impact op de omvang en conditie van ecosystemen en woestijnvorming.
Uitdaging 2: verbinding tussen milieustandaarden
Biodiversiteit is verbonden met andere milieuthema’s zoals klimaat, water en vervuiling. Bij DMA moeten ondernemingen echter een conclusie trekken over de materialiteit van deze afzonderlijke onderwerpen.
Aanbeveling: focus op ESRS E4
Richt je expliciet op de materialiteit van biodiversiteitsimpacten die specifiek zijn voor ESRS E4: landgebruik, exploitatie van natuurlijke hulpbronnen en de introductie van invasieve soorten. Als deze impacten als immaterieel worden beschouwd, kiezen ondernemingen er vaak voor om:
- biodiversiteit als materieel te beschouwen, maar ze via verwijzingen onderdeel te maken van andere materiële topics, bijvoorbeeld als onderdeel van klimaatverandering of vervuiling, of:
- biodiversiteit als niet-materieel te markeren en zich te richten op de andere milieustandaarden.
Houd er rekening mee dat de erkenning van een thema als materieel binnen meerdere standaarden niet direct leidt tot de ontwikkeling van aanvullende strategie, beleid, of doelen. Dit is simpelweg een manier om te erkennen dat een impactfactor (bijvoorbeeld broeikasgasemissies) zowel effect heeft op klimaat als biodiversiteit.
Uitdaging 3: gebrek aan kwantificering
Tijdens de beoordeling/evaluatie van deze criteria is het belangrijk om goed onderzoek te doen naar de specifieke biodiversiteitseffecten en -afhankelijkheden van een sector. De hierboven genoemde tools kunnen dit ondersteunen, maar er is ook een breed scala aan (wetenschappelijke) literatuur beschikbaar die kan worden geraadpleegd. Denk bijvoorbeeld aan de rapportages van het Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES) en de rapportage van The IUCN Flagship.