Deze week (27 oktober) zou een Tweede Kamerdebat plaatsvinden over het op 14 oktober gepubliceerde advies van de Sociaal Economische Raad (SER). Dat advies gaat over internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (imvo). In het advies: er moet wetgeving komen om zaken als milieuschade, uitbuiting en slechte werkomstandigheden uit toeleveringsketens van Nederlandse bedrijven te bannen. Het debat is nu uitgesteld. Dat is jammer, maar niet het grootste probleem. Wat dat wel is? Dat de deelnemers aan de polderende SER voorbijgaan aan de behoeften van een groeiende groep bedrijven in Nederland.
Arte Natuursteen, Verstegen, ASN Bank, Peeze, Triodos en Mud Jeans; zo maar wat voorbeelden van bedrijven die verregaande stappen zetten om ketens te verduurzamen. Ze rekenen bijvoorbeeld een eerlijke prijs voor grondstoffen en producten. Hun ambities daarin kunnen ze echter niet volledig waarmaken, omdat compliance-gedreven achterblijvers markten zoals koffie, leer, plastics en fruit nog te veel domineren.
Innoveren en opschalen is voor gemotiveerde, duurzame ondernemingen nu een enorme uitdaging. Wat helpt: strengere randvoorwaarden van de overheid. Voorwaarden die in wetgeving voor maatschappelijk verantwoord ondernemen moeten staan. Met wetgeving spoor je namelijk ook achterblijvers aan om hun ketens te verduurzamen. En creëer je een gelijk speelveld voor koplopers. Verantwoord ondernemen moet de norm zijn en niet de uitzondering.
Wat staat er in het SER-advies?
Het SER-advies bepleit dat de imvo-wetgeving voor bedrijven geldt met meer dan duizend medewerkers en dat we wachten op Europese wetgeving. Dit maakt dat intrinsiek gemotiveerde bedrijven nog steeds moeten concurreren met bedrijven die gratis vervuilen en rechten schenden zonder consequenties.
Duurzame ondernemers niet aan tafel
Dat het advies niet werkt voor duurzame ondernemers is niet zo gek, want hun stem ontbrak volledig bij het vaststellen van het advies. In Den Haag gebeurt het helaas wel vaker dat duurzame ondernemers worden overschreeuwd of buitenspel gezet door vertegenwoordigers van de oude economie. Deze laatste zetten het debat naar hun hand uit belang bij behoud van het oude. Daar is het verdienmodel op gebaseerd. Zo ook in het SER-advies, waarin we wél duidelijk de stemmen van de grote bedrijven via de werkgeversorganisatie VNO-NCW en de vakbonden vertegenwoordigd zien. En het is niet de eerste keer dat dit gebeurt. Terwijl juist de kennis en ervaring van die vooroplopende mkb-ondernemers nodig zijn voor een advies over duurzaam ondernemen in de praktijk.
MVO Nederland vertegenwoordigt de stem van de bedrijven die wél willen. Het zijn bedrijven die de status quo niet willen behouden maar hun ketens willen aanpakken. Het zijn de bedrijven die van harte welkom zijn bij ons partnernetwerk. Samen doorbreken we de ongemakkelijke status quo die nu heerst. We hebben ons om die reden kandidaat gesteld voor een raadszetel binnen de SER. Tot die tijd vragen we het Ministerie van Buitenlandse Zaken om wél naar de stem van duurzame ondernemers te luisteren. Voer ambitieuze wetgeving voor alle bedrijven, wacht niet op Brussel en ga in Nederland aan de slag.
Maria van der Heijden, directeur/bestuurder MVO Nederland