Eind september lanceerde Apple vier nieuwe iPhone-modellen: de iPhone 15, iPhone 15 Plus, iPhone 15 Pro en iPhone 15 Pro Max. Het verschil tussen de modellen? Het zal de gemiddelde consument waarschijnlijk een worst wezen, maar superlatieven zoals de nieuwste camera-updates met nóg meer pixels, snellere processors en een nóg betere batterijcapaciteit wekken bij diezelfde consument om de zoveel tijd een onweerstaanbare drang op om het nieuwste model te kopen.

De vraag is, hebben we deze nieuwste snufjes – waarvan we waarschijnlijk de ware betekenis en waarde niet kunnen beoordelen – echt nodig? De meeste van ons hebben immers al een prima functionerende smartphone. En is daarnaast de enorme hoeveelheid van hulpbronnen en milieuvervuiling, het plezier en het nut van een peperdure nieuwe iPhone waard?

Voor Tech bedrijven, zoals Apple, blijkt het ontwikkelen van nieuwe apparaten een bijzonder succesvol verdienmodel. Volgens onderzoeksbureau Trendforce heeft Apple 80 miljoen eenheden voor de iPhone 15-serie laten maken, hetgeen een groei vertegenwoordigt van 6 procent op jaarbasis. Ondertussen plegen we door het meegaan in deze consumptiespiraal roofbouw op onze planeet. Deze onstilbare honger naar de nieuwste gadgets zorgt namelijk voor grote hoeveelheden elektronisch afval.

Reparatie en één kabeltje

Om deze afvalberg te verkleinen en om de consument geld te besparen, zijn er begin deze maand vanuit Brussel verschillende regels geïntroduceerd. Vanaf eind 2024 moet er één aansluiting zijn voor alle smartphones en andere kleine elektronica. Ondanks pogingen om de wet tegen te houden – het zou volgens Apple ‘innovatie (lees: meer winst) tegenhouden’ – is het Amerikaanse bedrijf ook gezwicht onder druk van de Europese Unie. Zo krijgt de consument bij de iPhone 15 niet meer de standaard Apple lightning-kabel, maar een USB-C-kabel.

Al eerder publiceerde de Europese Commissie in maart dit jaar als onderdeel van de Green Deal jaar het nieuwe wetsvoorstel ‘Recht op reparatie’. De voorgestelde wet heeft als doel consumenten te laten kiezen voor reparatie van elektronica en apparaten, in plaats van deze direct te vervangen. Bedrijven moeten verplicht vijf tot tien jaar na aankoop de optie van reparatie aanbieden aan consumenten en onafhankelijke reparateurs in de vorm van benodigde gereedschappen, handleidingen en onderdelen beschikbaar stellen die nodig zijn voor de reparatie. Waar Apple in 2019 nog actief lobbyde tegen de wetgeving, spreekt de Amerikaanse Tech gigant nu juist zijn steun uit voor het initiatief dat op die manier overbodige innovaties tegengaat.

Grenzen aan vooruitgang

Maar innovaties kunnen ook belangrijk zijn, kijk bijvoorbeeld naar technologische ontwikkelingen in de gezondheidszorg. Dankzij de nieuwste scans kunnen er nog sneller vormen van kanker worden opgespoord, waardoor een vroegtijdige behandeling mogelijk is. Op die manier kan technologische vooruitgang levens redden. Maar wat als verantwoord handelen en verantwoord consumeren, en dus onze planeet, ten koste gaat van technologische vooruitgang? De productie van een enkele smartphone vereist ongeveer 13.000 liter water. Bovendien wordt er 72 kilogram CO2 uitgestoten en zijn zeldzame aardmetalen nodig voor de productie. Elektronisch afval behoort nu wereldwijd tot de grootste milieuproblemen, en dit probleem groeit gestaag: elk jaar komt er 50 ton elektronisch afval bij.

Van winst gedreven Tech giganten zoals Apple hoeven we – los van het voldoen aan wettelijke verplichtingen – geen rigoureuze gedragsverandering te verwachten. De initiatieven vanuit Europa zijn stapjes in de goede richting, maar voor een groenere toekomst hebben we grotere stappen nodig. Hoog tijd dat wij consumenten anders gaan denken en nagaan welke eisen we willen stellen aan een nieuw apparaat wanneer ons huidige toestel kapot is of niet meer volledig werkt.

Nieuwe definitie van ‘nieuw’

Het is daarom wat mij betreft tijd voor een nieuwe definitie van ‘nieuw’. In de Van Dale staat naast ‘pas verschenen’ als definitie van ‘nieuw’, ook ‘pas gemaakt’ als betekenis. Een gereviseerd apparaat, een product dat ná gebruik wordt gecontroleerd, zo nodig wordt gerepareerd en opnieuw worden aangeboden met garantie, kan dus net zo goed worden beschouwd als ‘nieuw‘. De winst? Naast het feit dat het scheelt in de portemonnee, verbruikt een refurbished apparaat tijdens het revisieproces in vergelijking met het productieproces van een nieuw apparaat 83% minder water, wordt er 78% minder CO2 uitgestoten en zorgt het voor 71% minder elektronisch afval op onze planeet. Een groenere toekomst én een prima functionerende smartphone – een win-win, als je het mij vraagt.

Léon van Leeuwen, marketingmanager bij refurbed, een online marktplaats voor refurbished apparaten.