Europa legt de basis voor een circulaire economie met de Europese Green Deal. Onderdeel van deze Deal is het Digital Product Passport (DPP), een document dat bij elk artikel wordt gevoegd en gedetailleerde informatie biedt over de herkomst van een product en de supply chain. Kristel Lanjouw, Hoofd Data & Analytics bij IG&H, legt uit welke eisen – en kansen – het DPP in petto heeft voor de mode-industrie.

Uw papieren, alstublieft

Het DPP is een wetsvoorstel dat het lineaire model van productie, gebruik en vernietiging op de proef zal stellen. Dit wordt per productcategorie ingevoerd en batterijen, textiel en elektronica zijn als eerste aan de beurt in 2024. In plaats van de papieren paspoorten die we kennen, zal het DPP worden gekoppeld aan producten met een NFC-chip, QR-code of RFID-tag.

Data zoals productkenmerken, koolstofvoetafdruk en arbeidsomstandigheden worden opgenomen in het DPP. Dit zal helpen om producten duurzamer te maken en consumenten in staat stellen om beter geïnformeerde keuzes te maken.

Voor de mode-industrie zal dit paspoort een katalysator zijn bij het creëren van een meer circulair productecosysteem. Deze verschuiving in duurzaamheid vereist echter ook een mentaliteitsverandering.

Het vieze D-woord

Jarenlang is data een “vies woord” geweest in de modewereld. Wie heeft saaie feiten en cijfers nodig als je je geïnspireerd voelt, prachtige collecties ontwerpt en de massa kleedt? Van oudsher is het delen van data dan ook niet de sterkste kant van de branche. Retailers hebben vaak zelf niet eens volledig zicht op de supply chain.

Met name het proces voordat een artikel de fabriek verlaat (het stroomopwaartse deel van de keten) is onoverzichtelijk. Een katoenen t-shirt kan bijvoorbeeld katoen van drie verschillende leveranciers bevatten. Voeg daar zaken bij als chemische kleurstoffen en mogelijk dubieuze arbeidsomstandigheden en het wordt al snel een gigantische taak om te rapporteren over alles wat er komt kijken bij de productie van een basic t-shirt.

Bovendien was het voor de meeste merken ook een populaire zet om alles ondoorzichtig te houden vanuit concurrentieoogpunt. Er was voor hen geen stimulans om hun data te delen. Bedrijven zullen hier echter niet langer mee weg kunnen komen. Nu het DPP op hun deur klopt, hebben merken en fabrikanten het moeilijk om ervoor te zorgen dat hun (product)data schoon en correct zijn.

Waarom het huidige systeemontwerp een dilemma is

Enerzijds zijn consumenten veeleisender dan ooit tevoren. Goederen moeten aantrekkelijk, comfortabel en overal verkrijgbaar zijn – en bij voorkeur ook nog eens gedragen door hun favoriete influencer, duurzaam, betaalbaar… en zo gaat de lijst maar door.

Anderzijds lijdt de mode-industrie onder te grote voorraden en veelvuldige afprijzingen om daar vanaf te komen, in combinatie met (ultra)fast fashion en nieuwe merken die dagelijks lijken op te duiken.

De supply chain van de mode is extreem complex, zowel horizontaal als verticaal. Met zo’n ingewikkelde structuur en spelers die hun kaarten op de borst houden, zijn data niet gemakkelijk beschikbaar. De voorgestelde transparantiewetgeving doet dan ook veel merken huiveren.

Koplopers in de modewereld zijn degenen die de eerste stap zetten

Hoewel het geen gemakkelijke taak is, moeten merken ergens beginnen. De eerste stap is het creëren van proof of concept (PoC). Begin bijvoorbeeld bij een categorie met een grote impact op het milieu. Een typische kandidaat is denim. Voor het verbouwen van katoen voor één spijkerbroek is gemiddeld 6.800 liter water nodig.

Een PoC kan duidelijk maken waar de hiaten zitten. Selecteer twee of drie belangrijkste strategische partners/leveranciers. Dit kunnen bijvoorbeeld nearshore leveranciers in Portugal of Turkije zijn. Vervolgens is het zaak om samen met deze leveranciers het hele end-to-end proces in kaart te brengen. Begrijp welke informatie al beschikbaar is en zoek de “blinde vlekken”. Bedenk hoe de ontbrekende informatie (continu) beschikbaar kan worden gemaakt. Artificial intelligence zal hier een belangrijke rol in spelen, bijvoorbeeld door automatisch de CO2-uitstoot te berekenen bij het transport van de grondstoffen van het katoenveld naar de garenverspinner, te voet, met de fiets, met de auto, enz. Onderzoek vervolgens welke technologie je nodig hebt om productkenmerken en herkomst te identificeren, volgen en beheren in een DPP voor degenen die de kleding kopen.

Een nieuwe kans

Het DPP zal consumenten mondiger maken. Het zal hen helpen begrijpen hoe milieuvriendelijk en sociaal verantwoord de producten zijn die ze op het punt staan te kopen. Met deze nieuwe golf van duurzaamheidsregels komt ook een nieuwe kans om een leider op dit gebied te worden. Net zoals de GDPR van de EU een nieuwe norm stelde voor het gebruik van data, zal het DPP een nieuwe norm stellen die van invloed is op producten in Europa en daarbuiten.

Hoewel het DPP het einde betekent van het systeem zoals we het kennen, markeert het ook het begin van een circulaire economie. Als pionier zijn nog niet genoeg stimulans is, mag de mode-industrie het zakelijke potentieel van het DPP niet vergeten. Denk bijvoorbeeld aan strategische inzichten die je kunt opdoen met data. Als je op microniveau precies weet waar artikelen vandaan komen, kun je ook analyseren waar knelpunten zich het vaakst voordoen. Bijvoorbeeld in combinaties van leveranciers en productgroepen. Wanneer je dit weet, kun je minder volume naar die leverancier en productgroepen sturen en meer volume naar andere leveranciers verschuiven.

Het biedt niet alleen een uitbreiding op leveranciersmanagement, maar het kan ook dienen als een hulpmiddel bij het sturen. Zodra je empirische data hebt over de impact van een product, zoals een sterk vervuilende wassing van spijkerstof, kun je opnieuw evalueren of je dit blijft produceren.

Als het aankomt op datagedreven duurzaamheid, is het tijd voor modemerken om nu hun mouwen op te stropen en zich klaar te maken voor het DPP.