Een baanbrekende studie, gepubliceerd in Nature, heeft een directe link gelegd tussen de uitstoot van ’s werelds grootste producenten van fossiele brandstoffen en cement en de toenemende frequentie en intensiteit van extreme hittegolven. Onder leiding van ETH Zürich is dit onderzoek het eerste dat systematisch meer dan 200 hittegolven wereldwijd tussen 2000 en 2023 terugleidt naar specifieke bedrijfsvervuilers – de zogeheten “carbon majors”.
De bevindingen zijn schokkend: klimaatverandering maakte hittegolven in de vroege jaren 2000 twintig keer waarschijnlijker, en tussen 2010 en 2019 zelfs tot tweehonderd keer waarschijnlijker, vergeleken met pre-industriële niveaus. De uitstoot van slechts 180 bedrijven is verantwoordelijk voor ongeveer 60% van alle cumulatieve CO₂ sinds 1850. De top 14 – waaronder Saudi Aramco, Gazprom en ExxonMobil – worden elk in verband gebracht met meer dan 50 hittegolven die zonder door de mens veroorzaakte opwarming vrijwel onmogelijk zouden zijn geweest.
“Klimaatverandering heeft al deze hittegolven waarschijnlijker en intenser gemaakt, en de situatie is in de loop der tijd verergerd,” zei Yann Quilcaille, hoofdauteur van de studie en postdoctoraal onderzoeker aan ETH Zürich.
“Deze resultaten benadrukken dat extreme hittegolven geen abstracte, ‘natuurlijke’ rampen zijn – ze worden rechtstreeks aangewakkerd door de uitstoot van een relatief klein aantal machtige actoren,” voegde Dr. Quilcaille toe.
Professor Wim Thiery, klimaatwetenschapper aan de VUB en coauteur van de studie, wees op de menselijke dimensie: “Dit ondersteunt ons recente onderzoek waarin we aantoonden dat onder de huidige mate van opwarming de helft van de kinderen geboren in 2020 te maken zal krijgen met ongekende hittegolven, vergeleken met slechts een zesde van degenen die in 1980 zijn geboren.”
Naast de wetenschap hebben de bevindingen belangrijke gevolgen voor verantwoordelijkheidstoewijzing. “Attributieonderzoeken zijn van groot belang voor het werk van klimaataadvocaten wereldwijd, die deze resultaten kunnen gebruiken in klimaatprocedures,” zei prof. Thiery. “Dit nieuwe en directe wetenschappelijke bewijs van de verantwoordelijkheid van individuele bedrijven was een cruciaal, maar tot nu toe ontbrekend element.”
Door dit gat op te vullen, hoopt het team van ETH Zürich dat hun werk zal bijdragen aan het vaststellen van verantwoordelijkheid voor steeds vaker voorkomende hittegolven en de toepassing van het “de vervuiler betaalt”-principe in beleid en recht zal versterken. Ze zijn nu van plan attributieonderzoeken uit te breiden naar andere extreme gebeurtenissen, zoals overstromingen, droogtes en natuurbranden.
Onderzoek en referentie
Het onderzoek werd uitgevoerd door onderzoekers van ETH Zürich, IIASA, Climate Accountability Institute, Universiteit van Zürich, Climate Analytics, Universiteit van Oxford, Vrije Universiteit Brussel (VUB), Integrative Research Institute on Transformations of Human-Environment Systems (IRI THESys) en Humboldt-Universität zu Berlin.
Bron: VUB

