Bedrijven en overheden moeten niet alleen ‘symbolisch’ van toeleveranciers vragen om goede arbeidsomstandigheden te bieden aan hun werknemers door zich te certificeren of door het ondertekenen van gedragscodes. Ze moeten ook begrijpen wat ze vragen en een reële balans zoeken met de druk die ze op prijzen en levertijden leggen. “Gooi geen eisen en wensen over de schutting, maar neem verantwoordelijkheid,” stelt promovenda Mieneke Koster. Ze promoveert op 21 maart aan Tilburg University.

Grote bedrijven en overheden hebben een cruciale rol in het verbeteren van arbeidsomstandigheden wereldwijd. Bedrijven selecteren toeleveranciers en kunnen in dit selectieproces de kwaliteit van de arbeidsomstandigheden van werknemers actief aan de orde stellen. Als opdrachtgevers hun toeleveranciers vragen zich te certificeren met bijvoorbeeld de SA8000 standaard, de meest wijdverbreide standaard voor goede arbeidsomstandigheden wereldwijd, dan is dat een eerste stap. Maar dat is volgens Koster niet genoeg. Het is van belang om zelf de implicaties te begrijpen van wat je vraagt en begeleiding te bieden om dit na te leven.

Koster deed onderzoek naar de rol van zelfregulering rond duurzaamheid in toeleveringsketens. Ze onderzocht onder meer waar en waarom bedrijven zich wel of niet certificeren met de SA8000 standaard. Ze ontdekte dat de belangrijkste drijfveer voor bedrijven om zich met SA8000 te certificeren, de eis van de klanten is. “Kledingbedrijven bijvoorbeeld kunnen orders verliezen als ze hun SA8000 certificering niet op orde hebben”, aldus Koster.

Overheid
Volgens de promovenda kan de overheid ook een belangrijke rol vervullen in het stimuleren van goede arbeidsomstandigheden, niet alleen als klant maar ook als regelgever. Zo hebben Italië, Bulgarije en Roemenië een relatief hoog percentage gecertificeerde bedrijven door overheidsinvloeden. “Overheidsstimulansen blijken invloedrijk te zijn. Als bijvoorbeeld de Europese Unie SA8000 certificering zou stimuleren of dit een eis zou maken in aanbestedingstrajecten, dan kan dit het aantal gecertificeerde bedrijven significant doen toenemen”, aldus Koster. “Maar ook hier geldt dat het vragen om certificering slechts een eerste stap is. Het is in deze aan de overheid om ook de uitvoering ervan te steunen.”
 
Symbolisch    
“Een belangrijk punt dat nu aandacht verdient is dat er (kleding)bedrijven zijn die van hun leveranciers wel een SA8000 certificering vragen, maar de consequenties ervan niet altijd volledig overzien en naleving ervan verder niet faciliteren of stimuleren. Tegelijkertijd echter eisen ze van hun leveranciers lage prijzen en korte levertijden. Voor deze bedrijven is de vraag om goede arbeidsomstandigheden bij de toeleveranciers slechts symbolisch en dat kan vervolgens tot symbolische implementatie bij deze leveranciers leiden. Er is nog een wereld te winnen op dit vlak”, stelt Koster.

Mieneke Koster (1969) studeerde Technische Bedrijfskunde aan de Technische Universiteit Eindhoven en bekleedde diverse posities in supply en resource management bij Philips, PriceWaterhouseCoopers en IBM. Ze voerde haar promotieonderzoek uit met ondersteuning van de NEVI Research Foundation (NRS).