De oceaanbodem bevat grote voorraden onontgonnen kritieke mineralen die nodig zijn voor de energietransitie, zoals kobalt, nikkel en zink. Deze reserves trekken de aandacht omdat minerale afzettingen op het land schaars worden en omdat mijnbouw vaak gepaard gaat met mensenrechtenschendingen. Diepzeemijnbouw is echter technologisch complex, duur en nog niet gereguleerd. Omdat er weinig bekend is over diepzee-ecosystemen, groeien de zorgen over de mogelijke negatieve gevolgen van diepzeemijnbouw. Omdat het eeuwen duurt voordat de ertsen zich ontwikkelen, kunnen we niet spreken van een hernieuwbare bron, zeggen experts.

De oceaanbodem behoort tot de minst onderzochte gebieden op aarde. Wat we wel weten, is dat op grote dieptes tot 6.000 meter kleurrijke schepsels leven, zonder daglicht en onder grote druk. En te midden van deze ongelooflijke wezens (zoek ze maar op: ribkwallen, sea angels of de basket sea stars), ligt de zeebodem vol met aardappelvormige knollen, die kostbare mineralen bevatten zoals nikkel, lithium, kobalt en mangaan. Deze metalen zijn cruciaal voor de productie van batterijen voor elektrische voertuigen, mobiele telefoons, zonnepanelen en andere elektronische apparaten. De diepzee zou dus de brandstof kunnen zijn voor onze energietransitie.

Nu de klimaatverandering steeds urgenter wordt en minerale afzettingen op het land schaarser worden, richten de ogen van regeringen en bedrijven zich steeds meer op deze onontgonnen gebieden van de planeet. Oceanen bedekken 70% van het aardoppervlak. Mijnbouwbedrijven benadrukken de urgentie van diepzeemijnbouw, omdat ze stellen dat de mineralen de sleutel zijn tot een groene transitie en het bereiken van netto nul emissies in 2050. De wereldwijde vraag naar sommige mineralen zal de komende decennia naar schatting met 400%-600% stijgen. Bedrijven als The Metals Company (TMC) beweren dat ze de wereld helpen met de energietransitie.

Geen ingestorte tunnels of kinderarbeid, maar wel licht- en geluidsoverlast

Andere redenen waarom er op oceaanbodems wordt geaasd, is dat veel van de misstanden die gepaard gaan met mijnbouw niet zullen gebeuren op de diepe zeebodem. Er hoeven bijvoorbeeld geen tunnels te worden gegraven, die kunnen instorten met doden tot gevolg. Ook is er geen risico op ontbossing, gedwongen uitzettingen of kinderarbeid, die tot de misstanden bij mijnbouw in bijvoorbeeld Congo behoren.

Wetenschappers waarschuwen echter alom voor de vele andere negatieve gevolgen van diepzeemijnbouw. Volgens een analyse van de ecologie van de zeebodem, was het zeeleven na Japanse boorproeven in 2020 een jaar later op zowel de boorlocatie als daarbuiten fors afgenomen. Om de mineraalrijke knollen op de zeebodem te kunnen oogsten, moeten ze worden afgesneden of weggespoten met hogedrukspuiten, zoals een FairFin rapport waaraan Profundo heeft meegewerkt uitlegt. Beide technieken zullen de bovenste laag van de zeebodem, die ongeveer 15 tot 40 cm dik is en essentiële voedselbronnen bevat voor verschillende oceaanorganismen, wegvagen en vernietigen. Het vervolgens lozen van overtollig zand in de oceaan zal tot grote stofwolken lenden die het oceaanleven kunnen verstoren.

Trage groei

Wat gebeurt er eigenlijk in het diepe donkerblauw, waardoor de zeebodem zo kwetsbaar is? Marinebioloog Arjen Boon legt uit: “Daglicht reikt maar tot ongeveer 100 meter, en in de bovenste 100 meter wordt bijna al het voedsel aangemaakt voor de zeedieren.” Hij stelt verder dat: “Van deze voedselproductie komt maar een heel klein percentage (< 1%) op de bodem van de oceaan terecht. Dus hoe dieper je gaat, hoe minder voedsel er beschikbaar is. Dieren die daar leven zijn hieraan aangepast: ze groeien heel langzaam.”

Dit geldt ook voor de minerale knollen, zegt hij. “Deze knollen zijn meestal het resultaat van bacteriële processen die zich in een extreem laag tempo afspelen, een paar centimeter per miljoen jaar. Net als fossiele processen. Je kunt dus niet zeggen dat de knollen een hernieuwbare bron zijn.” Knollen bevatten unieke levensvormen, omdat ze een hard substraat vormen in een verder erg modderige omgeving, legt hij uit. En er zijn wezens die erop groeien. Zo hecht de zogenaamde ‘spookoctopus‘ zijn eieren aan de steel van een dode spons. En de spons moet zich vasthechten aan iets hards op de zeebodem, zoals een knol.

Nieuwe soorten ontdekt

Ook bestaan er zorgen over de mogelijke schade die lichtvervuiling en herrie door robotvoertuigen kunnen aanrichten, onder meer voor garnalenlarven. Geluid van de machines kan de communicatie tussen zeedieren verstoren, omdat geluiden ver dragen onder water. De oceaan staat al genoeg onder druk, aldus een groep van 56 inheemse groepen in een petitie van maart 2023: “We moeten onze oceanen geen nieuwe stress bezorgen met diepzeemijnbouw. Overbevissing, oceaanvervuiling en stijgende temperaturen hebben al een enorme tol geëist.”

Tegelijkertijd is er weinig bekend over het leven in de diepzee. Wetenschappers hebben onlangs meer dan 5.000 nieuwe soorten ontdekt in de Stille Oceaan, een verwachte mijnbouw-hotspot. De zeebodem blijkt de grootste bewoonbare ruimte op aarde te zijn en een thuis voor een grote verscheidenheid aan leven. En wat is vernietigd of gedood, kan niet gemakkelijk worden hersteld. Zoals bij koralen kan dit honderden of duizenden jaren duren.

Vanwege deze zorgen voeren Deep Sea Mining Campaign en Greenpeace momenteel campagne om diepzeemijnbouwplannen te stoppen. Sommige bedrijven, waaronder autofabrikant BMW, Google en Samsung hebben zich aangesloten bij een oproep van het WWF voor een tijdelijk verbod totdat de risico’s volledig bekend zijn en alle alternatieven zijn uitgeput. Ze hebben toegezegd geen gebruik te maken van oceaanmineralen. Ook landen als Duitsland en Canada hebben opgeroepen tot nationale en regionale moratoria.

Geen deadline voor regelgeving

De meeste zeeën en oceanen op aarde vallen buiten de territoriale wateren van landen en zijn daarom niet gereguleerd. Daarom is de International Seabed Authority (ISA) opgericht, een in Jamaica gevestigde VN-organisatie, om regelgeving te ontwikkelen. Volgens de website heeft de ISA 15-jarige diepzeemijnbouw-exploratiecontracten verstrekt aan 22 aannemers. Tegelijkertijd kan elk land diepzeemijnbouw in zijn territoriale wateren starten. Zo staan Noorwegen, Japan en de Cookeilanden op het punt om dit toe te staan. Noorwegen heeft al mineraalmonsters verzameld met onderzeese robots en boormachines. Het land zou wel eens de eerste kunnen zijn die met commerciële mijnbouw begint. Japan is van plan om volgend jaar extractietechnologieën te ontwikkelen om te beginnen met het delven in een gebied in de Stille Oceaan. Het land wil graag de afhankelijkheid van China voor wat betreft zeldzame aardmetalen verminderen.

En de regulering gaat langzaam. Sinds Nauru, een eilandstaat in de Stille Oceaan, de ISA in 2021 op de hoogte bracht van zijn plannen om met mijnbouw in internationale wateren te beginnen, werd een bepaling in het VN-Zeerechtverdrag (UNCLOS) opgenomen die bekend staat als de “tweejarenregel”. De ISA had tot 9 juli 2023 de tijd om overeenstemming te bereiken over regelgeving die bepaalt of en hoe landen diepzeemijnbouw mogen bedrijven in internationale wateren. Aangezien de ISA er niet in is geslaagd om tot overeenstemming te komen, heeft het nu tot 2025 de tijd om de regelgeving af te ronden. In de tussentijd kunnen landen doorgaan met mijnbouwprojecten in hun eigen territoriale wateren.

Technisch uitdagend

Diepzeemijnbouw is technologisch complex en vereist enorme investeringen. Financiële instellingen zijn erbij betrokken, zoals blijkt uit een niet gepubliceerd Profundo-rapport over diepzeemijnbouw uit 2022. Profundo verstrekte gegevens over crediteuren en investeerders die gekoppeld konden worden aan diepzeemijnbouwbedrijven. Zo investeerde de Britse Barclays bank 175 miljoen Amerikaanse dollar in een aantal bedrijven, waaronder  The Metals Company (gegevens van juli 2022). Andere investeerders in The Metals Company waren op dat moment ERAS Holding met 70 miljoen dollar en AP Moller Foundation met 36 miljoen dollar. Daarnaast schreef Barclays in april 2022 ook in op obligatie-uitgiftes van 57 miljoen dollar in Lockheed Martin, een bedrijf dat destijds betrokken was bij diepzeemijnbouw, maar dat nu niet meer is. Tegelijkertijd ging Barclays in 2020 een “driejarig partnerschap van 5 miljoen Britse pond aan om een stabiel klimaat te bevorderen door behoud van de zee” met de Blue Marine Foundation.

Geen geknoei

Banken en investeerders moeten niet beginnen met activiteiten waarvan we de gevolgen voor mens, milieu en klimaat nog niet kennen. Financiële instellingen moeten duidelijk beleid formuleren ten aanzien van diepzeemijnbouw, om te garanderen dat de winning zal plaatsvinden zonder onomkeerbare schadelijke gevolgen voor mensen en de planeet. Tot nu toe kan diepzeemijnbouw dat nog niet garanderen. En zolang dit het geval is, zouden financiële instellingen een tijdelijke stop, een moratorium, op diepzeemijnbouw moeten steunen. Zoals zeebioloog Arjen Boon zei: “Als je gaat rommelen in de diepzee, zal de impact groot zijn, geen twijfel mogelijk.

Mara Werkman en Manon Stravens (foto), Profundo