Vanaf 1 januari 2024 zijn de eerste organisaties verplicht om te rapporteren volgens de European Sustainability Reporting Standards (ESRS). Deze 12 normen, inclusief algemene, milieu-, sociale en governance-onderwerpen, zijn ontwikkeld door de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) om te bepalen welke duurzaamheidsinformatie een organisatie moet rapporteren.
Echter, twee andere belangrijke normen voor duurzaamheidsrapportage gingen aan dit nieuwe kader vooraf – de Global Reporting Initiative (GRI) en de International Financial Reporting Standards (IFRS). Samen geven ze aan wat en hoe organisaties moeten rapporteren, inclusief hun uitstoot van broeikasgassen (GHG).
In dit artikel benadrukken we de overeenkomsten en verschillen tussen GRI, IFRS en ESRS om u te ondersteunen bij het identificeren van mogelijke gaps in uw boekhouding van broeikasgasemissies.
Belangrijkste verschillen
Scope 1
Zowel GRI als IFRS laten de organisatie de keuze – voor het volgen van de aandeelhoudersaandeel, operationele controle of financiële controle. ESRS daarentegen stuurt organisaties aan om entiteiten op te nemen waarover ze operationele controle hebben.
Scope 2
Ook hier vereist ESRS van organisaties om de benadering van operationele controle te volgen, in plaats van de aandeelhoudersaandeel- en/of financiële controlebenadering zoals voorgeschreven door GRI en IFRS.
Scope 3
De verschillen liggen in hoe te rapporteren over biogene CO2-emissies. Volgens GRI moet een organisatie hun biogene emissies van CO2 uit verbranding of biodegradatie van biomassa rapporteren, maar biogene emissies van andere soorten GHG-emissies uitsluiten. ESRS daarentegen verplicht organisaties om de laatste op te nemen. Bovendien vraagt IFRS om contextuele informatie zoals gedetailleerde inzichten in het meetkader en gefinancierde emissies. Ook telt hierbij het commentaar op de voorkeursconsolidatiebenadering per norm.
Wat zijn broeikasgasemissies?
Het Greenhouse Gas Protocol behoort tot ’s werelds meest gebruikte normen voor broeikasgasboekhouding. Dit “protocol stelt gestandaardiseerde kaders vast om broeikasgasemissies te meten en te beheren van private en publieke sectoroperaties, waardeketens en mitigatieacties” (GHG Protocol).
GRI, IFRS en ESRS verwijzen allemaal naar het GHG-protocol als basis voor hun rapportagevereisten over Scope 1-, Scope 2- en Scope 3-GHG-emissies. Maar wat zijn deze emissies precies?
- Scope 1: Directe GHG-emissies uit eigen activiteiten (faciliteiten en voertuigen).
- Scope 2: Indirecte GHG-emissies van gekochte elektriciteit, stoom, verwarming & koeling voor eigen gebruik.
- Scope 3: Indirecte GHG-emissies in de upstream en downstream waardeketen.
De overeenkomsten en verschillen addresseren
Organisaties in Europa, in verschillende sectoren en van verschillende omvang kunnen overweldigd worden door alles wat van hen wordt gevraagd met betrekking tot hun duurzaamheidsrapportage. Vooral over hun broeikasgasemissies.
Met betrekking tot broeikasgasemissies is het zeer waarschijnlijk dat klimaatverandering een materieel onderwerp is voor uw organisatie. De ESRS vraagt om de openbaarmaking van meer dan 200 gegevenspunten over klimaatmitigatie (incl. GHG-emissies) en -adaptatie. Maar het goede nieuws is: als uw organisatie al rapporteert volgens GRI en/of IFRS, kan deze last meer verteerbaar en beheersbaar zijn.
Download onze whitepaper om meer te weten te komen over de interoperabiliteit tussen ESRS, IFRS en GRI voor het rapporteren over uw GHG-emissies.
Hoe kan dit uw organisatie helpen? Hoewel de rapportageverplichtingen volgens de ESRS ontmoedigend kunnen zijn, zou een organisatie inzichten kunnen verkrijgen uit andere rapportagenormen waar ze al aan voldoet – de GRI en IFRS. Op basis van deze kennis zou een organisatie verder inzicht kunnen krijgen in wat ze al rapporteert, wat ze mist, en hoe ze interoperabiliteit kunnen bereiken.
Aron Klinkenberg, consultant bij 2Impact