De tanende staat van de natuur heeft gevolgen voor ons allemaal, ook voor de toekomstbestendigheid van organisaties die in grote mate afhankelijk zijn van natuur en biodiversiteit. Op de VN-top over biodiversiteit (COP15) is de wereld bij elkaar om afspraken te maken en deze neerwaartse trend te keren. PWC Nederland vraagt haar netwerk van experts naar de verwachtingen én kansen van deze top, want alleen gezamenlijk kunnen we vooruitgang boeken. In deze editie: Louise Vet, emeritus hoogleraar evolutionaire ecologie aan Wageningen University, adviseur van de Europese Commissie op het gebied van biodiversiteit én voorzitter van Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel.

In november was de wereldtop aanwezig in Egypte om tijdens COP27 te praten over het klimaat. Nu verzamelt iedereen zich in het Canadese Montreal voor COP15 en focust men zich op biodiversiteit. Waarom zijn er twee verschillende VN-toppen over twee toch nauw verbonden thema’s? Vindt u dat opvallend?

‘Zeker. Iedereen kent het VN-klimaatpanel IPCC. De rapporten die zij publiceren over de staat van het klimaat, krijgen – eindelijk – enorme aandacht. Maar er is ook een VN-panel rondom biodiversiteit, genaamd IPBES. Het is tijd dat de koppeling tussen IPCC, IPBES en dus biodiversiteit sterker wordt gemaakt. Ik zie dit op hoog politiek niveau steeds meer gebeuren en hopelijk wordt dit nog verder versterkt tijdens COP15.’

‘Onze gezamenlijke aanpak van klimaatverandering staat soms haaks op het behoud van biodiversiteit. Zoals het omhakken van bossen en bomen voor elektriciteit. Dan denken we dat dat beter is voor de CO2-reductie, maar niets is minder waar. Als we vanuit twee silo’s – klimaat en biodiversiteit – blijven denken, staat het resultaat van een maatregel uit silo één vaak haaks op het doel van een maatregel uit silo twee. Onze focus moet liggen op samenwerken met de natuur in plaats van tegen de natuur en zogenoemde “nature-based solutions”. Reduceer bijvoorbeeld CO2 én behoud biodiversiteit door bossen te laten staan of aan te planten.’

Het is dus tijd om ons denken én handelen over klimaat en biodiversiteit te integreren. Voorlopig is de focus op klimaat groter. Is dat terecht?

‘De basis is biodiversiteit. Zonder biodiversiteit is er geen goed functionerend ecosysteem. En onze planeet draait daar op. Biodiversiteit is onze machinekamer.’

‘Er is een cartoon waarop de mensheid wordt bedreigd door grote golven. De kleinste golf? Covid. Daarna recessie en klimaat. De grootste golf die alle andere golven overspoeld? Het verval van onze biodiversiteit. Die tekening vat het voor mij perfect samen. Ons doel om de opwarming van de aarde te beperken tot anderhalve graad is bijvoorbeeld onhaalbaar als we ons niet gaan richten op “nature-based solutions”.’

Wat betekent dit voor het bedrijfsleven?

‘Elk bedrijf streeft continuïteit na. Dat is nu alleen niet meer zo vanzelfsprekend, want bedrijven zijn door de gehele productieketen vreselijk afhankelijk van wat de natuur biedt.’

‘Ik merk dat banken en verzekeraars zich meer realiseren dat er een koppeling is tussen klimaat en biodiversiteit. Steeds meer banken maken zich zorgen over het verval van biodiversiteit en de afhankelijkheid van natuur. Welke bedrijven zijn er met vernietiging van natuur bezig? Wordt uw organisatie een zogenoemde “stranded asset”, een waardeloos bezit? Willen investeerders nog wel met u werken? Er ligt een enorm financieel risico voor banken en verzekeraars en dus voor bedrijven.’

Welke vragen moeten bedrijven zich dan nu stellen?

‘We moeten bereiken dat er transparantie is over onze afhankelijkheid van een natuurlijk ecosysteem. Dit betekent dat bedrijven zich moeten afvragen: waar heb ik de natuur nodig? En: waar zit mijn afhankelijkheid van natuur in de gehele keten?’

‘Het kennen van de gehele keten is dus een essentiële eerste stap. Waar komt het vandaan én waar gaat het naartoe? Denk aan een bierbrouwer. Water is onontbeerlijk voor het productieproces en water is schaars. Idealiter voelt de bierbrouwer zich daardoor verantwoordelijk voor schoon drinkwater. Het mes snijdt dan aan twee kanten.’

Natuur heeft een waarde die ook is uit te drukken in euro’s. Bedoelt u dat?

‘De Wereldbank heeft in 2021 het rapport “Economic Case for Nature” uitgebracht. Daarin richt de bank zich op de waarde van natuur. Als we de natuur beschermen, wat is dan de economische winst? Het blijkt dat de economische schade door natuurverlies in 2030 oploopt tot 2,7 biljoen dollar per jaar. Dit betekent simpelweg dat we economische schade kunnen voorkomen door onze natuur beter te beschermen en dus ook ons profijt van de natuur kunnen berekenen.’

‘Neem een bos. Is een boom in het bos zoveel waard als de opbrengst van de houten planken die ervan gemaakt kunnen worden? Of is de boom zoveel waard als het behoud van CO2, het leveren van schoon water en het regelen van het klimaat? Dat laatste, lijkt mij.’

‘Het probleem is nu dat het bedrijfsleven niets doet aan goede bedoelingen als ze niet financieel lonen. Ons huidige waardesysteem levert private opbrengsten, waar het bedrijf riant van profiteert, en publieke kosten waar wij met elkaar voor opdraaien. Dat moet anders.’

Het Global Biodiversity Framework (GBF) heeft in eerste concept vier langetermijndoelen voor 2050 en ruim twintig subdoelen voor 2030 geformuleerd. Tijdens COP15 wordt over deze doelen onderhandeld. Een van de doelen richt zich op ‘30 by 30’: tegen 2030 ten minste dertig procent van het land en zee te beschermen en te vrijwaren van verdere achteruitgang. Wat zijn uw gedachten bij deze doelstelling?

‘Het is heel belangrijk dat hierover afspraken worden gemaakt. Er is nog veel te bereiken en te doen. Wij zitten hier in Nederland op een postzegel qua ruimte en hebben ongelooflijk veel vee. De agrarische sector kan nog veel doen aan het incorporeren van natuur in zijn bedrijfsstrategie.’

‘Veertig procent van onze landbouwgronden is volledig gedegenereerd door te extensief gebruik. We heffen onze vinger richting Brazilië, dat zo’n 95 procent van de Amazone heeft vrijgemaakt voor grazend vee of veevoerproductie. Brazilië mag van ons niet doen wat wij zelf allang hebben gedaan.’

‘Waar halen wij straks de grond vandaan voor ons eigen voedsel? Denk aan de productie van soja. Meer dan driekwart van de wereldproductie aan soja gaat nu als voeding naar vee voor de vlees- en zuivelproductie. Voor mij is het helder: voor ons voortbestaan moeten we een ander consumptiepatroon adopteren en ons voedselsysteem veranderen.’

Er komt zoveel op iedereen af dat het overweldigend kan voelen. De verantwoordelijkheden stapelen zich op en de noodzaak tot verandering voor toekomstbestendigheid is groot. Wat is uw advies aan onze klanten?

‘Word geen dinosaurus. Kijk naar kansen en durf te vernieuwen. Voor mij is Costa Rica een mooi voorbeeld. Ooit was McDonalds-vee de grond daar aan het leeg grazen. Tot er beleid kwam op het tegengaan van ontbossing, de wateren werden gebruikt voor hydro-energie, de bossen bleven staan en het vee het land verliet. Nu is Costa Rica het grote voorbeeld van een florerend en biodivers ecosysteem, waarvan iedereen, zeker met de populariteit van eco-toerisme, beter is geworden.’

‘Het gevaar is dat er alleen wordt verteld wat er tegenwoordig niet meer mag en kan. Draai het om. Creëer korte- én langetermijnkansen door risico’s te nemen. Er bestaat geen innovatie zonder risico. Klamp je dus vooral niet vast aan het oude denken, maar keer het schip nu. Het verval van biodiversiteit is een winstwaarschuwing. Een serieuze.’

Fotograaf: Maartje Geels