Stichting DOEN financiert met bijdragen van de Postcode Loterij en VriendenLoterij voorlopers binnen drie thema’s: Regeneratieve Economie, Solidaire Samenleving en Veranderkracht van de Verbeelding. Een gesprek met Maarten Derksen, programmamanager Regeneratieve Economie bij Stichting DOEN over het thema Regeneratieve Economie.
Wat verstaan jullie onder de Regeneratieve Economie, één van de thema’s waarbinnen DOEN voorlopers financiert?
Hieronder verstaan wij een economie die zich richt op het herstellen van natuurlijke systemen en het creëren van een duurzaam toekomstmodel. Waarbij natuurlijke materialen en energiebronnen worden ingezet. En die voedselproductie op het land combineert met natuurherstel (regeneratieve landbouw). Om zo de aarde te herstellen en de leefomgeving van mensen (water, lucht en bodem) te verbeteren. Ofwel, een economie die waarde toevoegt en een positieve impact heeft op mens en natuur.
Wij hanteren geen strikte definitie van de regeneratieve economie, maar stimuleren liever de toepassing van zoveel mogelijk principes die onderdeel zijn van duurzame regeneratieve toekomst. Deze principes zijn terug te vinden in onderstaande afbeelding.
Wat voor soort initiatieven ondersteunt DOEN binnen dit thema?
Binnen dit thema ondersteunt DOEN onder andere ondernemers die met nieuwe businessmodellen werken aan landschapsherstel en regeneratieve landbouw, zoals Lenteland die regeneratieve boerderijen opzet op verschillende plaatsen in Nederland of The Good Spice, die de specerijensector verduurzaamt. Maar ook initiatieven gericht op een vermindering en vervanging van grondstoffen door andere, natuurlijke materialen, zoals NEFFA die een innovatieve productiemethode van mycelium (paddenstoelen) heeft ontwikkeld voor de verduurzaming van de textielsector. En collectieven van burgers die een regeneratieve economie in de praktijk brengen, zoals bijvoorbeeld Land van Ons, waar burgers gezamenlijk landbouwgrond kopen om de grond en het landschap te herstellen.
Waarom heeft DOEN voor het thema regeneratieve economie gekozen?
Eerder werkten wij met strakker omlijnde programma’s, op de onderwerpen circulaire economie, duurzame voedselsystemen en duurzame energie. Toen realiseerden we ons dat het samenvoegen van de programma’s tot een meer holistische benadering leidt, met uiteindelijk meer impact op systeemniveau. Want systeemverandering gaat verder dan een duurzaam product ontwikkelen of beschikbaarheid van duurzame energie. Voor systeemverandering kijk je naar het geheel van actoren en hoe die met elkaar samenwerken. Regeneratieve economie richt zich op initiatieven die impact hebben op het totale systeem en actief en positief bijdragen aan de mens en de natuur herstellen.
Door klimaatverandering, verlies van biodiversiteit en polarisatie, maar ook crisissen zoals COVID-19 en de voortdurende oorlog in Oekraïne is de noodzaak tot systeemverandering alleen maar groter geworden. Met het thema regeneratieve economie hebben wij ook de ambitie verhoogd. We leggen de lat hoger voor onszelf, maar hopen hiermee ook de sector, ondernemers en andere financiers uit te dagen en te inspireren.
Het begrip regeneratieve economie is overigens niet nieuw: 10 jaar geleden werd dit begrip al gebruikt. DOEN financierde destijds voorlopers binnen de nieuwe economie die zich bogen over de vraag hoe nieuwe systemen eruit moeten zien. Denk aan Cradle to Cradle, Regenerative Capitalism van John Fullerton, en Theory-U van Otto Scharmer. Ook is de regeneratieve economie gebaseerd op eeuwenoude wijsheden van onze voorouders, inheemse stammen en bouwt ze voort op de ontwikkelingen binnen de diverse duurzaamheidstransities.
Deze meer holistische benadering betekent niet dat DOEN’s rol in de circulaire economie of ten aanzien van een duurzaam en inclusief voedselsysteem (onze eerdere programma’s) is uitgespeeld, wel dat we meer kijken naar een systemische benadering van initiatieven die meerdere thema’s raakt en naar de toepassing van zoveel mogelijk principes van een regeneratieve economie. En binnen de transities blijven we de ontwikkelingen volgen en blijven wij zoeken naar de echte voorlopers, zoals DOEN altijd heeft gedaan.
Weten aanvragers jullie te vinden op het thema Regeneratieve Economie?
Het aantal aanvragen is redelijk constant. En deels is het een natuurlijke verschuiving: we hebben het thema regeneratieve economie niet zelf bedacht, het is gebaseerd op het soort aanvragen dat wij binnenkregen de afgelopen jaren en daarmee volgen we innovaties in de sector. Wat we zien in veel nieuwe aanvragen is dat het combinaties zijn onderdelen van eerdere programma’s; voedsel, landbouw, grondstoffen en biodiversiteit, en in sommige gevallen ook nog een burgercollectief.
En bijvoorbeeld in Afrika zien we dat de meeste vragen op energietoegang te maken hebben met het landbouwsysteem, zoals irrigatie, ploegen en malen op basis van zonne-energie. We zien vaak de combinatie tussen landbouw en landschapsherstel voorkomen zoals bij Grounded, die in de natuur wilde honeybush tea oogsten en tegelijkertijd het landschap herstellen.
De ontwikkeling richting combinatie van landbouw en energie zagen we al langer, maar nu vragen we ons ook af, wat draagt het bij aan het herstel van de landbouwgronden? Waarbij we continue streven naar ‘beter’ en ‘herstel’, in plaats van ‘minder slecht’ of voorkomen. Intern helpt de samenwerking op één thema om sneller en makkelijker informatie uit te wisselen.
Welke trends zie je?
Het thema regeneratieve economie slaat goed aan. Partners herkennen zich hierin, medefinanciers voelen zich geïnspireerd en de term en onderliggende principes worden steeds meer gebruikt. Misschien dat nog niet iedereen bekend is met de term, maar als we het toelichten begrijpen ze het. Positieve impact voor mens en natuur – dat is direct duidelijk. En voor aanvragers is het makkelijker geworden om te weten wat wel of niet past.
Waar ben je door verrast?
We zijn eigenlijk heel positief verrast hoe over hoe goed dit thema aansluit bij ontwikkeling van voedsel en landbouwsystemen, met name in Oost-Afrika. En hoeveel partijen er al actief zijn (geworden) in hele korte tijd. Agro-ecologie (voedsel produceren, verwerken en consumeren op een manier die echt duurzaam is), regeneratieve landbouw, of regeneratieve economie, de termen zijn anders, maar de basisprincipes zijn gelijk. In Oost-Afrika zijn belangrijk principes van een regeneratieve economie zoals ‘indigenous knowledge’, rekening houden met toekomstige generaties en community denken/betrokkenheid al veel meer onderdeel van het systeem.
Tegelijkertijd zien we, en hier zijn we niet per se door verrast, dat de tegenkrachten alleen maar groter zijn geworden, met name de lobby vanuit (belangenorganisaties van) het grotere bedrijfsleven. Dit zie je ook in Nederland: de regeneratieve economie is in opkomst, maar tegelijkertijd is er meer tegenkracht: partijen en bedrijven die bang zijn om iets te verliezen komen in verzet en gaan terugslaan. Incidenteel ondersteunen we daarom ook organisaties die zich richten op beïnvloeding van wet- en regelgeving, zoals Groenboerenplan, True Price of Mission Reuse. En vinden wij het ook belangrijk om collectieven van burgers te ondersteunen: het gaat uiteindelijk om de leefomgeving van mensen. Daar waar ze wonen, werken en maatschappelijk actief zijn. Die leefomgeving moet anders ingericht worden, burgercollectieven weten goed wat er nodig is en vormen een steeds sterker wordende onderstroom. Advocaat van de Aarde en Rechten van de Natuur zijn burgerbewegingen die gebruik maken van deze betrokkenheid van onderop en zetten deze kracht om zich via de juridische weg dingen gedaan te krijgen voor onze natuur en leefomgeving.
In Oost-Afrika ondersteunen we bijvoorbeeld the Alliance for Food Sovereignty in Africa (AFSA). Dit overkoepelend netwerk streeft naar een lokaal en duurzaam voedselsysteem in Afrika dat toegankelijk, lokaal/regionaal en inclusief is, en niet afhankelijk van import van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen.
Hoe zie je de toekomst?
Het idee dat systeemverandering noodzakelijk is, is niet nieuw. Maar we moeten nu echt de omslag maken. En dat betekent ook dat we onze huidige levensstijl moeten aanpassen en wellicht zaken moeten opgeven. De circulaire economie staat hoog op de agenda van overheden en bedrijfsleven, maar er gebeurt eigenlijk nog steeds niet zoveel. Het percentage van onze economie dat circulair te noemen valt, is zelfs achteruitgegaan de afgelopen jaren.
Maar als we kijken naar de voortgang van de transities ten opzichte van 10 jaar geleden, dan zien we wel degelijk vooruitgang. Er zijn inmiddels meerdere modellen van regeneratieve landbouw toegepast in Nederland (Herenboeren Nederland, Land van Ons en Lenteland) en er is een nationaal overheidsprogramma gelanceerd (ReGeNL) dat beoogt voor 2030 1.000 boeren geholpen te hebben in de transitie. Dit laat zien dat we in de volgende fase van de transitie komen naar opschaling en we steeds dichter bij het kantelpunt komen.