‘Leer is een verzamelnaam voor bewerkte dierenhuiden en die zijn per definitie allesbehalve veganistisch. De naam leer zou beschermd moeten zijn’, zegt senior onderzoeker duurzaam textiel Paulien Harmsen van de Universiteit van Wageningen in een recent artikel in de Volkskrant. ‘Synthetisch of plantaardig namaakleer komt qua kwaliteit niet in de búúrt van echt leer. De term vegan speelt in op de emotie dat dierlijk slecht is, en veganistisch goed.’ Leer wordt, in dit artikel, vergeleken met zogenaamde duurzame alternatieve materialen. Een kritisch tegengeluid.  Eindelijk. Het wordt tijd dat consumenten en merken zich bewust worden van dit snelgroeiende aanbod “vegan leer” en andere zogenaamd betere alternatieven voor leer. Zijn deze echt duurzaam en goed voor het milieu? En zijn deze alternatieve materialen altijd duurzamer dan leer? Het antwoord is een duidelijke ‘nee’. De meeste materialen bestaat voor een groot gedeelte uit synthetische, kunstmatige vezels gemaakt van fossiele grondstoffen.

Met het gebruik van fossiele materialen, zoals plastic (PVC), putten we de aarde uit, vervuilen we oceanen en helaas zijn deze materialen niet goed te recyclen of biologisch afbreekbaar. Ze zorgen alleen voor meer en meer afval. Leer is een afvalproduct van de voedselindustrie. Een biologisch materiaal, gemaakt van een dierenhuid dat in basis honderd procent natuurlijk is. Het behoudt ook na zorgvuldig looien (de bewerking) een biobased level tussen de 70 en 98%. Leer kan bovendien hergebruikt worden, gerepareerd, gerecycled en, met het gebruik van de juiste looistof, is leer ook composteerbaar en biologisch afbreekbaar.

Het internationaal platform voor duurzame mode innovaties ‘Fashion for Good’, zet ook vraagtekens bij de duurzaamheid van vegan alternatieven voor leer. In het Volkskrant-artikel zeggen ze dit: ‘de levensduur van veel alternatieve leersoorten is op dit moment meestal korter dan die van dierlijke leersoorten, en ze voelen en tonen vaak net even anders. Een belangrijk aspect en wat veel mensen zich niet realiseren is dat de melk- en vleeskoeien niet voor hun huid worden gehouden. Dus als we de huiden niet gebruiken om leer van te maken, dan moeten ze worden verbrand en dat is ook nog eens zeer schadelijk voor het milieu. Zolang er vlees wordt gegeten, is er huid en dus leer beschikbaar.’

Toch, wanneer er gepraat wordt over de leerindustrie worden feiten niet altijd in de juiste context gezet of gecheckt. En dat is jammer. In dit artikel staat dat er 100,000 liter water gebruikt wordt om één huid te bewerken. Maar, wat is de scope? Het wordt niet genoemd en dus is dat getal een loze kreet. Erkende instituten zoals de Leather Working Group (LWG) en The Framework for Sustainable Leather Production gebruiken de leerlooierijen als scope om het waterverbruik te bepalen. Deze scope is de stap van het gebruik van een ruwe huid tot het bewerkte leer.
Klaar om gebruikt te worden voor prachtige leren artikelen, zoals bv. schoenen, tassen en autostoelen. Als je het watergebruik van dit proces berekend, wordt er doorgaans tussen de 600 en 1.100 liter water gebruikt per koeienhuid. *

Soms, blijven we ook hangen in het verleden en gebruiken we oude data. De tijden dat leer gemaakt werd met gevaarlijke chemicaliën, ligt voor een groot gedeelte achter ons. Er zijn strikte regels waar looiers zich aan moeten houden. Deze looiers worden door onafhankelijke instituten beoordeeld en gecertificeerd op hun milieuprestaties. De leerindustrie werkt hard aan een duurzame toekomst op het gebied van o.a. water- en energiegebruik en het gebruik van “zero” schadelijke stoffen. Er zijn al diverse innovaties die het pad vrijmaken naar een volledig duurzaam leermaakproces, zoals de looistof Zeology van het Nederlandse bedrijf Royal Smit & Zoon.

Ook één van de aandachtspunten is dierenwelzijn en het beantwoorden aan een toenemende vraag naar transparantie naar de herkomst van dierenhuiden. Het Deense bedrijf SPOOR is een goed voorbeeld van een duurzame innovator in de leerindustrie. Zij bieden leer aan dat gedocumenteerd en traceerbaar is tot en met het dier.

Daarnaast zien we ook een groeiende bewustwording bij merken. Merken zoals Mulberry, Anya Hindmarch en PUMA zijn koplopers op dit gebied en gebruiken duurzaam leer voor hun producten. In het Volkskrant artikel wordt ook gezegd dat leer juist ongekend duurzaam is. Het ademt, is oersterk en gaat lang mee. Hier zijn wij het volledig mee eens. Het is de uitdaging om verder te kijken dan het marketinglabel, zodat echt duurzame materiaalkeuzes gemaakt kunnen worden. Wij zijn ervan overtuigd dat kritisch zijn ook bijdraagt aan de manier waarop we consumeren. We leven in een consumptiemaatschappij. Alles is te koop en wordt net zo makkelijk weer weggegooid. Van kleding tot auto’s. Van schoenen tot meubels. Materialen van slechte kwaliteit zijn meestal goedkoper en hebben over het algemeen een kortere levensduur en dit houdt helaas de massaconsumptie in stand. Laten we afstand nemen van de wegwerpmaatschappij. Minder kopen en beter kopen is de echte sleutel tot duurzaamheid.

Afsluitend een passende quote van Pete Seeger: “als je het niet kan hergebruiken, herbouwen, repareren, opknappen, recyclen of composteren, dan moet je het beperken, opnieuw ontwerpen of uit de productie halen”. “if it can’t be reduced, reused, repaired, rebuilt, refurbished, refinished, resold, recycled or composted, then it should be restricted, redesigned or removed from production’’.

* Bron: deze informatie is gebaseerd op: The Leather Working Group audit protocol 7.2.2 and The Framework for Sustainable Leather Production, paragraph 4.4.

Danielle Okkinga Koenen, Global Director Marketing & Communication bij Royal Smit & Zoon