De Europese Unie loopt niet voorop bij maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het Europese Parlement heeft diverse initiatieven genomen, maar de Europese Commissie is weinig doortastend in de uitvoering. Gelukkig bestaat er sinds begin september een parlementaire werkgroep over dit onderwerp: de Working Group on Responsible Business Conduct[1]. Terecht, want de druk om in actie te komen, wordt steeds groter.

Het aantal initiatieven voor wetten en regels die bedrijven dwingen om mensenrechten te respecteren, neemt de afgelopen jaren stormenderhand toe. De Fransen waren de eersten die passende zorgvuldigheid (“due diligence”) oplegde aan bedrijven, niet slechts wat betreft hun eigen productie maar ook wat betreft de herkomst van hun grondstoffen en onderdelen. In het Verenigd Koninkrijk moeten bedrijven rapporteren wat ze doen om te voorkomen dat er slavernij wordt ingezet bij de productie van hun spullen. En in eigen land behandelt de Eerste Kamer op 19 december het initiatiefvoorstel Wet Zorgplicht Kinderarbeid[2], die bedrijven vraagt het nodige te doen om kinderarbeid te voorkomen.

Op een hoger plan strijdt Ecuador voor een bindend VN-verdrag voor mensenrechten en bedrijfsleven, om ook transnationale bedrijven te kunnen aanspreken op hun gedrag. De rechtszaak die Milieudefensie namens vier Nigeriaanse boeren aanspande tegen Shell vanwege de massale aantasting van hun leefgebied door olieboringen, zou een stuk gemakkelijker gaan als Shell zich niet kon verschuilen achter onderaannemers en dochterondernemingen. Een VN-verdrag geldt wereldwijd.

Ook binnen het Europees Parlement is de laatste jaren een aantal belangrijke initiatieven genomen. In 2014 nam het parlement een richtlijn[3] aan die bedrijven verplicht om in hun jaarverslag te vertellen wat zij gedaan hebben op het gebied van sociale kwesties, milieu en mensenrechten. In april van dit jaar nam het parlement een rapport[4] aan waarin wordt aangedrongen op bindende regels in de kledingsector. Ook nog dit jaar stemde het parlement in met een soortgelijk voorstel[5] dat vooral gericht is op Europese importeurs van ruwe tin, tantaal, wolfraam en goud.

Ondanks al die mooie initiatieven lukt het maar niet om de Europese Commissie mee te krijgen. De Commissie wil niet aan bindende regels, convenanten zijn voldoende, meent zij. Maar in de praktijk blijkt dat niet het geval te zijn. De MVO-werkgroep is daarom opgericht door parlementariërs van uiteenlopende nationaliteiten en uit verschillende politieke families. Het doel van de werkgroep is om meer expertise naar het Europese Parlement te halen over onderwerpen die te maken hebben met MVO. Ook wil de werkgroep de discussie versterken tussen maatschappelijke organisaties en de instituties van de Europese Unie. Gezamenlijk kunnen de leden bijeenkomsten organiseren en daarmee bekendheid geven aan het onderwerp. Ook werkt de werkgroep als een netwerk waarin de leden elkaar kunnen informeren en betrekken bij voorstellen. Samen kunnen ze dan de Europese Commissie onder druk zetten.

Voor de SP is de werkgroep een belangrijk middel om de mens weer voorop te zetten. In de vrijhandelsverdragen die de Europese Commissie in razend tempo bezig is af te sluiten, krijgen mensenrechten hooguit een symbolische plaats. De belangen van het bedrijfsleven hebben vrijwel steeds prioriteit. Bindende regels op alle niveaus zijn broodnodig. Hopelijk kan deze werkgroep daaraan bijdragen.

Anne-Marie Minieur (SP), lid Europees Parlament en lid van de EU ‘Working Group on Responsible Business Conduct’

[1] http://responsiblebusinessconduct.eu

[2] https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/34506_initiatiefvoorstel_kuiken

[3] https://www.theguardian.com/sustainable-business/eu-non-financial-reporting-how-richard-howitt

[4] https://www.hrw.org/news/2017/04/27/hope-garment-workers-european-parliaments-vote

[5] https://www.somo.nl/nl/eu-wet-tegen-conflictmineralen-gaat-vandaag/