We kennen ze allemaal wel, de gelikte filmpjes waarbij een CEO de nieuwe duurzaamheidsvisie aankondigt. Vaak gaat het zo: Wij van huppeldepup maken van klimaatverandering één van onze topprioriteiten. We beloven in 2050 klimaatneutraal te zijn en goed te zijn voor people, planet en profit. Samen naar een duurzame toekomst! Hier is in principe niks mis mee; het is goed dat het thema eindelijk op de board agenda staat. Jammer genoeg schieten veel organisaties vervolgens toch tekort in het nemen van hun verantwoordelijkheid. Denk aan het spel van ‘Ik hou van Holland’ op RTL waarbij mensen een pakket aan elkaar geven die steeds heviger begint te roken en uiteindelijk ontploft. Dit is wat veel bedrijven dagelijks doen met hun emissie-uitstoot. Maar het kan veel beter.

Een korte uitleg van emissie-uitstoot en toerekening is vereist om te begrijpen wat er beter kan en moet. Binnen de emissie-uitstoot van bedrijven zijn 3 categorieën of ‘scopes’: de directe emissies (scope 1), ingekochte stroom (scope 2) en keten-emissies (scope 3). De klimaatstrategie van veel organisaties richt zich voornamelijk op scope 1 en scope 2, maar nauwelijks scope 3. Logisch, maar wel jammer. Scope 1 & 2 zijn namelijk relatief het makkelijkste om te reduceren. Het wordt pas écht een uitdaging als organisaties hun keten-emissies gaan aanpakken.

En daar zit precies het probleem. Weinig organisaties hebben op dit moment een goede strategie om hun scope 3 emissies aan te pakken; juist omdat deze emissies lastiger te reduceren zijn. Voor veel bedrijven zijn hun scope 3 emissies namelijk het 10 tot 20-voudige van hun directe emissies. Dit werkt als volgt: ieder bedrijf voegt waarde, en dus emissies, toe aan de keten totdat het eindproduct wordt geconsumeerd door de consument. Gedurende de levensloop van het product is elke organisatie daarmee medeverantwoordelijk voor het eindresultaat en dus de gezamenlijke emissies. Samen uit, samen thuis. Het is dus vreemd dat veel organisaties geen concrete actie ondernemen op hun scope 3 emissies meten. Hier schiet het klimaat niks mee op.

Sterker nog, we zien dat emissies wereldwijd toenemen en dat substantiële klimaatactie bijna niet op gang komt. Dit is een grote middelvinger naar klimaatactie en heeft veel consequenties voor mens en aarde.

Maar hoe moet het dan wel, zul je je afvragen. Want ja, je keten-emissies aanpakken is erg belangrijk, maar ook moeilijk. Er zijn echter diverse stappen die een organisatie kan zetten om de scope 3 emissies aan te pakken en zo echt het verschil te gaan maken. Om grip te krijgen kan een organisatie de volgende dingen doen. Als eerste: berekenen, rapporteren en monitoren. Maak een inventarisatie van je emissies en check je emissie hotspots. Kijk vervolgens hoe je dit per kwartaal en/of maandelijks kan rapporteren. Implementeer hierbij direct een interne CO2 prijs, internal carbon pricing genoemd, om emissies mee te laten wegen in het verdienmodel.

Stap twee, ga in gesprek met leveranciers en klanten. Bekijk hoe je een samenwerking kan opzetten en hoe jullie samen het probleem kunnen aanpakken. Wat zijn de gedeelde doelstellingen en targets. Wees transparant, en deel zowel de investering als de opbrengsten. Stap drie, neem nu actie en communiceer: ontwerp reductie programma’s, rapporteer progressie en blijf letten op nieuwe mogelijkheden. Herhaal dit totdat de doelstellingen zijn behaald.

Het is niet de vraag óf maar wanneer organisaties werk moeten maken van emissiereductie. Naast de rampzalige effecten voor het klimaat bepaalt ook wetgeving van de EU dat we in 2050 emissieneutraal moeten zijn. Emissieneutraal over alle scopes. Dit is een uitdaging die we met zijn allen moeten aangaan, zowel burgers als bedrijven. Elkaar het rokende pakket toeschuiven is geen optie meer.

Bonne Goedhart – Lead sustainability at Allchiefs.