Wageningen Food & Biobased Research heeft onderzocht hoe composteerbare plastics zich gedragen in het huidige GFT-afvalverwerkingsproces in Nederland en kwam tot de conclusie dat zij prima verwerkt kunnen worden met het GFT. In de compost, het eindproduct van de GFT-afvalverwerking, zijn geen resten van composteerbare plastics terug gevonden. Wel resten van fossiele (niet composteerbare) plastics.

In een representatieve praktijkproef uitgevoerd bij één van de bedrijven die in Nederland het GFT-afval verwerken, zijn composteerbare varianten van een scala aan plastic producten gevolgd tijdens het reguliere GFT-afvalverwerkingsproces. Om bruikbare compost te verkrijgen, worden aan het einde van de reguliere compostering (in dit geval ca. 11 dagen) de nog niet verteerde GFT-resten afgezeefd, evenals verontreinigingen zoals metalen, glas, stenen en plastics. Naast de compost, zijn ook de afgezeefde fracties (het residu) in deze praktijkproef nader bestudeerd op de aanwezigheid van (conventionele en composteerbare) plastics.

Samenstelling van de verschillende zeeffracties

Circa 21% van wat er na 11 dagen uit de composteerreactor kwam, was voldoende klein om te worden aangemerkt als compost. De grootste zeeffractie (10-40 mm), ca. 70% van wat er uit de composteerreactor kwam, bestond uit langzaam verteerbaar GFT zoals resten van takken, bladeren, schillen, papier e.d. dat gewoonlijk weer opnieuw het composteerproces in gebracht wordt. Hierin werd ca. 1% plastic aangetroffen dat vrijwel uitsluitend uit conventioneel fossiel plastic bestond. Ook de grovere zeeffractie (groter dan 40 mm), die ca. 9% uitmaakte van wat er uit de composteerreactor kwam, bestond hoofdzakelijk uit langzaam verteerbaar GFT. De hierin aangetroffen plastics bleken eveneens voornamelijk conventionele fossiele plastics te zijn, hoewel er ook resten van composteerbare GFT-inzamelzakken werden gevonden. Het is aannemelijk dat de fossiele plastics verder ophopen in het residu terwijl de composteerbare plastics verder volledig zullen afbreken als deze afgezeefde fracties zoals gebruikelijk in een volgende composteercyclus worden gebracht.

PLA breekt sneller dan verwacht af in het composteerproces

Opvallend was dat de composteerbare producten gemaakt van polymelkzuur (PLA) sneller bleken af te breken dan bijvoorbeeld papier en sinaasappelschillen, en zelfs na één composteercyclus van 11 dagen niet meer teruggevonden konden worden. Dit gold niet alleen voor de dunne theezakjes, maar ook voor de dikkere plantenpotten.

Op basis van alle bevindingen concluderen de onderzoekers dat composteerbare plastics die voldoen aan de Europese norm EN13432 snel genoeg afbreken in de Nederlandse GFT-afvalverwerking. De aanwezigheid van conventionele, fossiele plastics in GFT is echter een reëel probleem voor de GFT-afvalverwerking en zal moeten worden opgelost.

Lees hier het persbericht dat brancheverening Holland Bioplastics heeft uitgebracht n.a.v. dit onderzoek en hier de reactie van Natuur & Milieu