Er was uitgebreide aandacht zaterdag 13 augustus in het FD over de zorgen van zogenoemde ‘B Corps’ over de toelating van multinationals tot deze certificering. De titels over twee artikelen spreken over ‘duurzame bedrijven’ en ‘een zweem van greenwashing’, waar de grote bedrijven pronken met het certificaat. Laten we vooral de terminologie (dicht) bij de waarheid houden: óók de bedrijven die B Corp gecertificeerd zijn, zijn niet duurzaam. Dat kan ook niet anders, als geen enkel bedrijf de maximale score haalt op alle aspecten en geen enkel bedrijf volledig regeneratief is – een voorwaarde voor echte duurzaamheid. Ze zijn alle op weg naar betere sociale en milieuprestaties, slechts duurzaam in relatieve zin dus. En ook de kleine B Corp bedrijven (onder hen enkele van de ‘klagers’) ontkomen blijkbaar niet aan de zweem van ‘greenwashing’.

Bij het bekijken van de sites van een kleine willekeurige selectie van B Corps komen termen als ‘de hoogste standaarden’, ‘meest gerespecteerde’ en ‘moeilijkste’ bijvoorbeeld naar voren. Wie heeft dit bepaald dan? Dit zijn allemaal relatieve termen die niet gestaafd zijn door onderbouwing en die overigens B Lab Global zelf niet gebruikt. Een van de leden schrijft dat ze ‘goed doet voor mens en milieu’, nogal absoluut dus, maar legt vervolgens uit dat plastic de komende jaren nog niet uitgebannen is en dat ze daar aan werken. Zo absoluut is het dus nog niet.

De B Corp certificering is bedoeld om als bedrijf te verbeteren en zo schrijven veel B Corps het ook op hun websites – vanuit de ‘purpose’ om een positieve impact te hebben op mens en maatschappij. Het is dan opvallend dat leden ondanks hun purpose-denken het toch ook als een instrument om mee te pronken zien door tussen (grote en kleine) leden te vergelijken. Dat is toch niet nodig als je echt vanuit purpose denkt?

Dit alles schrijf ik nu niet om te stellen dat de B Corp geen goed instrument is of de B Corps geen bedrijven zijn die serieus aan duurzaamheid werken. Maar wel om duidelijk te maken dat het zou helpen als we allemaal erkennen dat geen enkel instrument perfect is, geen enkel bedrijf écht volledig duurzaam is en alle partijen de communicatie daarover tegen het licht houden. Daar is misschien ook nog een rol voor B Lab weggelegd, want ook communicatie over het certificaat kan de geloofwaardigheid ervan danig beïnvloeden.

Als iedereen op systeemniveau óók inclusief denkt en dus met de grote bedrijven wil samenwerken zodat zij zich ook kunnen verbeteren, dan zijn we een stuk verder richting maatschappelijke duurzaamheid op een eerlijke manier.

Wim Bartels, duurzaamheidsadviseur en Partner Sustainability bij Deloitte

Dit opinie-artikel is eerder gepubliceerd in het FD en met toestemming auteur gepubliceerd.