26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Nr. 29 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 oktober 2004

Inleiding
Op 22 januari 2004 voerde ik overleg met de vaste commissie van Economische Zaken over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, 26 485, nr. 24). Dit naar aanleiding van mijn brieven van respectievelijk 7 oktober 2003 (EZ-03-534) en 19 januari
2004 (26 485, nr. 23) over dit onderwerp(MVO). Mede in het licht van de op22 januari jl. door mij gedane toezeggingen, informeer ik u hierbij over de voortgang van de volgende acties op het
gebied van MVO:
– Kenniscentrum MVO;
– transparantie;
– Europese MVO conferentie;
– duurzaam inkopen.

Kenniscentrum MVO
Het Kenniscentrum MVO is in opbouw. In dat verband vond op 28 juni jl. de eerste Ronde Tafel Bijeenkomst, georganiseerd door het Kenniscentrum, plaats. Tijdens deze bijeenkomst, waar ik aan deel heb genomen, waren genodigden aanwezig uit het gehele MVO-spectrum. Op 24 november a.s. wordt het Kenniscentrum MVO in mijn aanwezigheid gelanceerd. Op die dag worden onder andere de concrete activiteiten van het centrum, de website en de eerste publicatie van het Kenniscentrum MVO gepresenteerd. In die publicatie wordt een inventarisatie van maatschappelijke vraagstukken gemaakt die (mede) een bijdrage van bedrijven vergen voor de oplossing ervan. Ook wordt op 24 november bekend gemaakt met welke bedrijven, werkgevers- en werknemersorganisaties, maatschappelijke organisaties, NGO’s, overheden etc. het Kenniscentrum MVO de eerste 100 partnerschaprelaties aangaat. Het Kenniscentrum MVO wordt een reservoir van kennis en ervaring op het gebied van MVO, waar voor de betrokken partijen in Nederland een stimulerende werking vanuit gaat.

Het centrum zal zich daarbij zowel opde internationale als nationale aspecten, die verbonden zijn aan MVO, richten. De grote uitdaging voor het centrum wordt om zichtbaar te maken waar het bij MVO over gaat en wat er in Nederland op MVO-gebied gebeurt. Als globale doelstelling voor de periode tot en met 2008, vast te leggen in het businessplan van het centrum, heb ik het Kenniscentrum MVO meegegeven dat het centrum bedrijven en andere organisaties aantoonbaar op weg helpt met MVO en dat het centrum zich daarbij in de loop van de periode t/m 2008 een zelfstandige positie moet zien te verwerven. De komende maanden zal ik deze doelstelling vertalen in prestatieindicatoren. Over het NIDO, en over de relatie van de activiteiten van het NIDO met die van het Kenniscentrum MVO, bent u bij brief van 29 september jl. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004-2005, 26 485, nr. 28), mede namens mij, geïnformeerd door de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Afgesproken is o.a. dat de door NIDO opgebouwde kennis van en ervaring met duurzame ontwikkeling zoveel mogelijk wordt geïntegreerd in het Kenniscentrum MVO.

Transparantie
Een aantal Nederlandse bedrijven presteert goed op het gebied van duurzame ontwikkeling. Positionering in de Dow Jones Sustainability Indexes (DJSI) toont dit aan. De Dow Jones World Index omvat 300 bedrijven uit 24 landen die in hun industrie of sector leidend zijn ophet vlak van corporate sustainability, ofwel MVO. De Europese schaal, de Dow Jones Stoxx Sustainability Index, omvat 176 bedrijven uit 13 landen. Vier Europese sectorindices worden geleid door een (deels) Nederlandse onderneming: ABN AMRO, DSM, Philips en Unilever. Momenteel wordt een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheid en wenselijkheid van het introduceren van een Nederlandse MVO beursindex. Ik heb de VBDO (Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling) gevraagd om in samenwerking met het Kenniscentrum MVO de volgende vragen te beantwoorden en daarover een brede groep van stakeholders te consulteren:
– Is een Nederlandse duurzame beursindex wenselijk? Wat is de toegevoegde waarde boven bestaande duurzame indices en andere instrumenten om MVO te stimuleren?
– Is een Nederlandse duurzame beursindex haalbaar? Wie neemt hiervoor de verantwoordelijkheid en is consensus over criteria mogelijk?
En zo ja: aan welke randvoorwaarden (doelgroep, reikwijdte en onderliggende criteria) moet worden voldaan wanneer besloten wordt een duurzame beursindex te ontwikkelen?

Tevens wordt aan de stakeholders gevraagd aanbevelingen te doen over alternatieve instrumenten om MVO te bevorderen. Tussenresultaten van dit onderzoek worden met betrokkenen besproken. In december wordt de definitieve rapportage afgerond, waarover ik uw Kamer zal informeren. Naast deze indices, leent het maatschappelijk of duurzaamheidverslag van bedrijven zich bij uitstek om inspanningen en prestaties op het vlak van MVO te volgen en te bediscussiëren. Dit laatste vormde voor mij reden, zoals ik al aangaf in bovengenoemde brief van 19 januari 2004, de kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling van maatschappelijke jaarverslaggeving onder bedrijven te gaan meten en vergelijken. Startpunt hiervoor is een nulmeting die ik thans laat uitvoeren. Deze nulmeting richt zich overigens niet alleen opbedrijven, maar ook op maatschappelijke organisaties. De resultaten van deze meting verwacht ik begin november te ontvangen en zal ik uw Kamer doen toekomen.

Op de openingsbijeenkomst van het Kenniscentrum MVO op24 november a.s. wordt door mij tevens de ACC Award, de jaarlijkse prijs voor het beste milieu- en maatschappelijke jaarverslag, uitgereikt.
Omdat bij uitstek van overheden transparantie over het duurzame opereren verwacht mag worden, heb ik besloten dat het ministerie van Economische Zaken een maatschappelijk jaarverslag gaat uitbrengen. Zo mogelijk al in 2005, maar in elk geval over het verslagjaar 2005. Ik zal mij er sterk voor maken dat ook andere departementen initiatieven op dit vlak ontplooien.
Transparantie en maatschappelijke jaarverslaggeving is niet een zaak van het grootbedrijf alleen. Ook voor het MKB liggen hier kansen. Om MKB-bedrijven in staat te stellen te rapporteren over MVO, heb ik het Global Reporting Initiative (GRI) opdracht gegeven om de eigen richtlijnen meer op MKB-leest te schoeien. Ik presenteer de eerste resultaten hiervan opde Europese Conferentie over MVO van 7-9 november 2004 te Maastricht.

Europese MVO conferentie
In het kader van het Europese Voorzitterschap van Nederland vindt van 7-9 november a.s. de Ã??European Conference on Corporate Social Responsibility, Competing for a sustainable futureÃ??, in Maastricht plaats. De verantwoordelijkheid voor deze conferentie ligt primair bij het ministerie van Economische Zaken en de ministeries van VROM, BZ/OS en SZW. Ook de Commissie draagt bij in de kosten. De ministeries van BZK en LNV organiseren enkele parallelle sessies (werkgroepen). Het centrale thema van de conferentie is de wijze waaropMVO bijdraagt aan het concurrentievermogen van Europa in een duurzame wereld. De conferentie biedt een variëteit van sprekers aan op het gebied van milieu, sociale en economische vraagstukken. Actuele en achtergrondinformatie over de conferentie is te vinden opde website (www.csr2004.nl). De woordvoerders ophet gebied van MVO uit de Tweede Kamer worden uitgenodigd aanwezig te zijn bij deze conferentie. De conferentie past in de lijn van eerdere conferenties over MVO tijdens voorzitterschappen (België, Denemarken, Italië). De Nederlandse conferentie zal sterker dan de eerdere conferenties de nadruk leggen opgelijke vertegenwoordiging van alle stakeholders (bedrijfsleven, civil society, overheid en wetenschap). Er wordt speciale aandacht besteed aan het betrekken van stakeholders uit de nieuwe EU-lidstaten. Omdat MVO door Europese bedrijven in belangrijke mate ook in ontwikkelingslanden moet worden gerealiseerd, zijn ook stakeholders uit die landen uitgenodigd. De conferentie sluit aan bij het traject van de Europese Commissie inzake MVO. De uitkomsten van het door de Europese Commissie ingestelde Multistakeholder Forum worden bij de conferentie betrokken en er worden aanbevelingen aan de Commissie gedaan ten behoeve van het werkplan MVO dat begin volgend jaar wordt verwacht. Zoals ik reeds toezegde tijdens het AO op29 juni jl. over ondernemen in conflictgebieden, zal de Kamer na afloopvan de conferentie daarvan een verslag ontvangen.

Duurzaam inkopen

Duurzaam inkopen is één van de onderwerpen die tijdens de Conferentie in Maastricht aan de orde gesteld worden. Voor de nationale ambities op dit vlak, verwijs ik u naar de beantwoording van kamervragen (2030418320) door de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Tweede Kamer, vergaderjaar 2004-2005, 26 485, nr. 29 3 Ordening en Milieubeheer hierover en hetgeen met uw Kamer is besproken over dit onderwerpbij het Algemeen Overleg op29 juni jl. over Ondernemen in conflictgebieden (Kamerstukken II, vergaderjaar 2003- 2004, 29 439 en 29 234, nr. 3). Zoals in bovengenoemde beantwoording van kamervragen aangegeven, heeft de staatssecretaris van VROM het voornemen om nog in 2004 te rapporteren aan uw Kamer over de stand van zaken van duurzaam inkopen bij de ministeries en bij de andere overheden. Dit conform de toezegging hierover in het Actieprogramma Duurzame Ontwikkeling. Ik benadruk dat het bij duurzaam inkopen ook kan gaan over sociale aspecten en sociale criteria voorzover regelgeving en internationale richtlijnen daartoe ruimte laten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,
C. E. G. van Gennip
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004-2005, 26 485, nr. 29 4