Van een staalfabriek tot een accountantskantoor waar medewerkers met de auto komen: beiden veroorzaken ze uitstoot van broeikasgassen. Steeds meer organisaties streven ernaar die uitstoot te beperken, en zelfs ‘net zero’ te worden – oftewel (netto) nul broeikasgassen uit te stoten. De normen die de commissie ‘Net zero en carbon accounting’ opstelt, helpen daarbij. Voorzitter Jos Baars (Forvis Mazars) en secretaris Michel Post (NEN) werken samen met deze normcommissie aan net ‘zero’-normen. Baars: ‘Deze normen helpen organisaties om concreet bij te dragen aan een duurzamere wereldeconomie.’
De normen waaraan de normcommissie Net zero en carbon accounting werkt, gaan over ‘carbon accounting’, letterlijk: ‘koolstof-boekhouding’. Wat is dat? ‘Carbon accounting is een methode om de uitstoot van een organisatie systematisch bij te houden’, vertelt voorzitter Jos Baars. ‘Daarmee kunnen concrete plannen gemaakt worden voor reductie, in lijn met de afspraken van het Klimaatakkoord van Parijs.’ Het ambitieuze doel is uiteindelijk dat organisaties geen uitstoot meer produceren, en dus ‘net zero’ worden. ‘Dat is nodig om te voorkomen dat de planeet verder opwarmt en onder de 1,5 graden blijft – zoals het klimaatakkoord nastreeft.’
Behoefte aan heldere klimaatnormen
De normcommissie Net zero en carbon accounting is vrij jong. Toch zijn er al tien verschillende organisaties bij de comissie betrokken. Waarom was er behoefte aan nieuwe normen voor klimaatimpact? Steeds meer bedrijven zetten in op het verminderen van hun uitstoot en claimen dat ze ‘op weg naar net zero’ of ‘klimaatneutraal’ zijn, vertelt Michel Post, consultant Normalisatie bij NEN en secretaris van de comissie.
‘In normen leggen experts randvoorwaarden vast waaraan een organisatie moet voldoen, als ze dergelijke claims maken,’ vertelt Post. Een goed voorbeeld is de ontwikkeling van ISO 14060 ‘Net zero aligned organisations’. ‘De norm geeft enerzijds een kompas aan organisaties die inzetten op het verminderen van hun uitstoot. Anderszijds biedt de norm consumenten en (waardeketen)partners zekerheid dat de claim die organisaties hierover maken, terecht is.’
Door de groeiende behoefte aan duidelijkheid bij het maken van claims over klimaatimpact, ontstond vraag naar heldere normen. ‘Er kwam steeds meer animo voor het meewerken aan ISO 14060’, zegt consultant Post. ‘Al snel hadden we een diverse groep experts bij elkaar.’ De normcommissie bestaat uit leden uit uiteenlopende sectoren, van landbouw tot industrie. ‘In feite heeft elk bedrijf uitstoot. Het vraagt echt een globale beweging om die uitstoot naar nul te brengen’, zegt commissievoorzitter Baars. ‘In die zin raakt zo’n net zero-norm de hele economie. Voor wie eraan wíl voldoen, althans. Een norm blijft natuurlijk een vrijwillige afspraak’, benadrukt hij.
Wet vraagt rapportage van klimaatimpact
‘We zien een verschuiving’, vervolgt voorzitter Baars, manager Sustainability bij account- en adviesorganisatie Forvis Mazars. ‘Stakeholders vragen steeds vaker om transparante en betrouwbare verantwoording van zowel financiële als niet-financiële data. Hier hoort ook heldere en eenduidige communicatie over klimaatimpact bij. Een wereldwijd normenkader helpt hierbij.’
Die verschuiving komt door klimaatbewustheid, en deels vanuit nieuwe wetgeving. ‘Organisaties moeten steeds vaker rapporteren over ESG-doelen; doelstellingen op het gebied van milieu, maatschappij en behoorlijk bestuur’, vervolgt Baars. ‘En dus ook over klimaatimpact.’
Norm helpt om klimaatimpact in kaart te brengen
Maar hoe zorg je als organisatie dat je klimaatimpact op de juiste manier vastlegt? ‘Normen bieden organisaties houvast bij het verzamelen en rapporteren van data over de klimaatimpact. En ze moeten borgen dat externe verificatie of validatie van die data mogelijk is,’ legt Baars uit.
Dat is een taak voor accountants. Die bekijken: dit staat in de norm, past dat bij wat jullie doen? Kun je de net zero-claim onderbouwen? ‘Zo kan die norm ook daadwerkelijk dienen als vergelijkingsmateriaal tussen organisaties’, aldus Baars. ‘Zo voorkom je dat organisaties zich ‘net zero’ noemen, maar zich op verschillende referentiekaders baseren.’
Cruciale norm is in de maak
Baars en Post werken met de Nederlandse normcommissie aan ISO-normen, normen die wereldwijd gelden. Hoe verloopt de internationale samenwerking? Michel Post: ‘Om de eerdergenoemde nieuwe ISO 14060 net zero-norm als voorbeeld te nemen: de internationale werkgroep die hieraan werkt, bestaat uit 300 experts van over de hele wereld.’ Er zijn veel verschillende belangen en zienswijzen. ‘En dat is niet erg. Het is altijd interessant om te zien hoe die verschillen uiteindelijk een kwalitatief juiste norm opleveren.’
‘Bij de ontwikkeling van de nieuwe 14060 net zero-norm nemen experts deel uit de hele wereld, waaronder Nederlandse experts – zoals Jos’, legt Post uit. De experts in de ISO-werkgroep werken samen aan een eerste concept van de norm. ‘Vervolgens stuurt ISO de concept-norm naar aangesloten normcommissies. Dan is het aan NEN en de Nederlandse normcommissie om de Nederlandse commentaren op te halen. Die commentaren, afgestemd op basis van consensus, gaan weer terug naar de ISO-groep.’ Uiteindelijk rolt daar een ISO-norm uit, waarin alle deelnemende landen zich kunnen vinden.
‘Het werken op basis van consensus is een mooie manier om normen te maken’, vindt Baars. ‘Daarmee kom je uit op een breed gedragen norm. Er is een grote groep met experts bij betrokken. Je bent bezig met een cruciale norm, die in potentie de hele wereldeconomie kan beïnvloeden en richting een duurzamere toekomst stuurt.’
Op de markt vooruitlopen
De normen waaraan de commissie Net zero en carbon accounting werkt, zijn dus belangrijk voor een duurzamere toekomst. Daarnaast heeft deelname aan de normcommissie een meerwaarde voor de leden. Voorzitter Jos Baars ziet veel voordelen voor zijn werkgever Forvis Mazars. ‘We zijn wereldwijd leider op het gebied van audit en assurance, en doen outsourcing, tax advisory en consulting. Ik ben manager Sustainability (duurzaamheid). Meedenken over normen is daarom een mooi leertraject voor mij, want onze organisatie is veel bezig met persoonlijke ontwikkeling.’
Daarnaast zal de nieuwe norm over net zero om verificatie vragen, weet Baars al. ‘Die dienst kan ons kantoor aanbieden. Door nu al met die normontwikkeling bezig te zijn, kunnen we daarop voorsorteren. We kunnen onze klanten ruim vantevoren adviseren. Zo blijven we op de markt vooruitlopen. Dat is een belangrijke langetermijninvestering, want een normtraject kost wel anderhalf tot twee jaar.’
Foto: Links: Michel Post, rechts: Jos Baars
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van NEN



