De voornemens van het ministerie van VROM om de EPC voor de utiliteit aan te scherpen moeten nog worden goedgekeurd door de Tweede Kamer. Dat zal naar verwachting ook gebeuren, want de doelen in 2015 zijn onderdeel van het Lente-akkoord dat het ministerie, de Neprom, de NVB en Bouwend Nederland het afgelopen voorjaar overeenkwamen. De ondertekenaars van het akkoord streven naar energieneutraal bouwen in 2020.

Sinds 15 december 1995 zijn de EPC-eisen onderdeel van het Bouwbesluit. In de loop der jaren zijn ze stapsgewijs aangescherpt. In de woningbouw ging de eis van 1.4 naar 0.8. In de utiliteitsbouw zijn er alleen in 2000 en 2003 aanscherpingen geweest. Absolute getallen zijn hier niet te noemen, want de EPC in de utiliteit verschilt per soort gebouw. Zo gaat de EPC voor kantoorgebouwen nu van 1.5 naar 1.1, voor scholen van 1.4 naar 1.3 en voor theaters van 2.2 naar 2.0.

Volgens SenterNovem, het overheidsagentschap voor innovatie en duurzaamheid, heeft zich door de EPC een duidelijke markt ontwikkeld op het gebied van energiebesparende maatregelen en technieken in de bouw, zoals lagetemperatuurverwarming (ltv) en koeling via wanden en vloeren, water- en lucht warmtepompen, luchtbehandelingssystemen met warmteterugwinning, micro-wkk en zonneboilers en -panelen.

Op basis van onderzoek van de adviesbureaus DGMR en Techniplan heeft de overheid geconcludeerd dat een kosteneffectieve aanscherping van de EPC in de utiliteit met gemiddeld 20 procent mogelijk is. De EPC wordt berekend volgens de Energieprestatienorm (EPN) van NEN. Voor de utiliteit is dat NEN 2916.

Bij een aantal gebruiksfuncties van gebouwen zal het relatief eenvoudig zijn om aan de nieuwe EPC-eisen te voldoen, voorziet SenterNovem. Voor andere nieuwe gebouwen, bijvoorbeeld kantoren, zijn meerdere maatregelen noodzakelijk om de eisen te halen. Voor een aantal gebruiksfuncties is de aangegeven aanscherping van de eisen met gemiddeld ongeveer 20 procent “best groot”, zegt het overheidsagentschap. Maar, zo is gebleken uit een onderzoek van DGMR en Techniplan in 2005, er zijn diverse opties waarmee flinke winsten op het energieverbruik te behalen zijn.