Naturalis Biodiversity Center presenteert het allereerste Statusrapport Nederlandse Biodiversiteit. Vandaag werd het in Nieuwspoort overhandigd aan secretaris-generaal Jan-Kees Goet van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, door wetenschappelijk directeur prof. dr. Koos Biesmeijer en prof. dr. Freek Vonk.

Hoeveel soorten zijn er in Nederland? En hoe gaat het met ze? Het beste overzicht van de Nederlandse natuur ooit. Voor het eerst is er nu een rapport dat gegevens over de meer dan 47.000 soorten in ons land samenvat: het Statusrapport Nederlandse Biodiversiteit. Met informatie verzameld door duizenden mensen, opgeschreven door meer dan dertig experts, en uitgegeven door Naturalis. De Nederlandse natuurdata was namelijk net zo versnipperd als de natuur zelf.

Het resultaat: het beste overzicht van de brede biodiversiteit ooit: klein, groot, van muis tot mos, van schimmels tot zeeslakken en zweefvliegen. Dat is belangrijk, want op dit moment is slechts 6 à 7 procent van de soorten die in Nederland voorkomen vertegenwoordigd in het beleid. Zo heb je als land geen compleet beeld van de biodiversiteit en zie je dus ook niet als die snel achteruitgaat.

Dus…

Wat ís dan de status van de Nederlandse biodiversiteit? Het rapport laat zien dat we veel weten, maar vooral slechts kleine beetjes van het grotere geheel. Die kleine beetjes geven een somber beeld. Van de 3.625 soorten paddenstoelen die op de zogeheten Rode Lijst staan, is bijna de helft in enige mate bedreigd, en van nog eens een kwart is er onvoldoende data. We zien in Nederland nu minder dan de helft van het aantal vlinders, ten opzichte van 1992.

“Als ecoloog denk je wel aardig te weten hoe het met de natuur gaat. Maar als je dan alle 19 soortgroepen waar een Rode Lijst van bestaat naast elkaar zet, en ziet dat ze allemaal achteruit gaan, dan is het wel even slikken”, vertelt Prof. Dr. Koos Biesmeijer, wetenschappelijk directeur van Naturalis en een van de auteurs van het rapport.

Nieuwe kansen

Het rapport is echter ook optimistisch, benadrukt Biesmeijer: Er zijn ook soorten waar het wel goed mee gaat, zoals zeehonden, de otter en de zeearend. “Het rapport laat daarnaast zien dat als je iets doet voor natuurherstel, het ook werkt – en dat we weten wat we moeten doen.” Soorten die schoon water nodig hebben, zoals haften en groene kikkers, profiteren bijvoorbeeld van maatregelen voor schoner oppervlaktewater. Moerasvogels hadden baat bij natuurontwikkelingsprojecten, vaak in combinatie met het realiseren van waterberging. Bovendien laat het rapport zien dat er veel ‘onderbelichte’ soorten zijn, die sneller reageren op veranderingen in hun leefomgeving dan bijvoorbeeld een zoogdier of een eikenboom. Als we deze soorten beter in beeld krijgen, kunnen we sneller zien waar het mis gaat, of welke maatregelen effect hebben.

Nieuwe technologie, zoals omgevings-DNA en soortenherkenning met behulp van kunstmatige intelligentie, kan een beter beeld opleveren van de natuur als geheel.

Biesmeijer: “Nederland is nu kampioen in het verliezen van soorten, maar er liggen volop kansen om dit om te buigen. Met kennis, innovatieve technieken en effectief beleid, kan Nederland koploper biodiversiteitskennis en biodiversiteitsherstel worden.”