Er is naar schatting veel minder plastic in de wereldwijde oceaan aanwezig dan wetenschappers dachten. Dat blijkt uit berekeningen met een nieuw computermodel waarin een recordaantal metingen en waarnemingen van plastic in de oceaan zijn meegenomen. Een relatief groot deel van het plastic bestaat bovendien uit grote stukken die makkelijker zijn op te ruimen. De studie  is onderdeel van het promotieonderzoek van Mikael Kaandorp aan de Universiteit Utrecht en verscheen vandaag in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Geoscience.

De totale hoeveelheid plastic in de oceaan werd tot op heden geschat op meer dan 25 miljoen ton, waarvan een kwart miljoen ton op het oceaanoppervlak drijft. Uit de nieuwe studie blijkt dat de hoeveelheid plastic op het oceaanoppervlak veel hoger is, namelijk ongeveer 2 miljoen ton, maar dat er slechts een miljoen ton in de diepere oceaan aanwezig is (dat is exclusief de hoeveelheid plastic die op de oceaanbodem ligt). De totale hoeveelheid plastic in de oceaan is dus veel lager en het aandeel dat op het oppervlak drijft veel groter.

Kinderschoenen

Bovendien belandt er per jaar veel minder nieuw plastic in de oceaan dan voorheen werd aangenomen: een half miljoen ton in plaats van vier tot twaalf miljoen. Het zijn enorme verschillen. Volgens hoofdauteur Mikael Kaandorp laat dit goed zien dat het onderzoek naar plastic in de oceaan in de kinderschoenen staat. “We zijn echt nog op zoek naar ordegroottes.”

De totale massa van de plasticsoep in 2020

Decennia in de oceaan

Hoewel de meeste plastic deeltjes in de oceaan heel klein zijn, is de totale massa van die microplastics dus relatief klein. Een verrassende bevinding gezien de verwachtingen, vindt Erik van Sebille, Kaandorps promotor. En goed nieuws. “Grote, drijvende stukken op het oppervlak zijn veel makkelijker op te ruimen dan microplastics.” Overigens laat de studie eveneens zien dat ongeveer de helft van die grote stukken afkomstig is van de visserij.

Een andere belangrijke conclusie die de onderzoekers trekken is dat plastic veel langer in de oceaan blijft hangen dan gedacht, grofweg decennia. Er belandt per jaar immers veel minder plastic in de oceaan dan gedacht, maar de hoeveelheid die op het oppervlak drijft is veel groter dan gedacht. En dat is volgens Kaandorp dan weer slecht nieuws: “Het betekent dat we minder snel effect zullen zien van maatregelen om plasticafval tegen te gaan. Het wordt nóg lastiger om te komen tot de situatie zoals die ooit was. Daarbij geldt ook dat als we nu géén maatregelen nemen, de gevolgen nog veel langer voelbaar zijn.”

“Tot nu toe keken wetenschappers met name naar metingen van hoeveelheden plastic in de bovenste laag van het wateroppervlak.” – Mikael Kaandorp, hoofdauteur

Complex computermodel

De nieuwe voorspellingen over de hoeveelheden plastic in de oceaan zijn gedaan met een computermodel. Kaandorp voedde het model met metingen en waarnemingen van hoeveelheden plastic in de oceaan. Vervolgens leidde het model de totale hoeveelheid plastic daarvan af. Het maakte daarbij gebruik van allerlei variabelen, waaronder de snelheid waarmee plastic aanspoelt, het in kleinere stukken uiteenvalt en bedekt raakt met algen waardoor het zwaarder wordt en naar de bodem zinkt.

Recordaantal data

Eerdere schattingen over hoeveelheden plastic werden eveneens gedaan met computermodellen, maar dit model onderscheidt zich door het recordaantal metingen en waarnemingen die zijn meegenomen. “Daarmee is dit model nauwkeuriger”, aldus Kaandorp. “Tot nu toe keken wetenschappers met name naar metingen van hoeveelheden plastic in de bovenste laag van het wateroppervlak. Wij hebben daar onder andere tellingen van beach cleanups op diverse plekken in de wereld aan toegevoegd en waarnemingen van heel grote drijvende plastic objecten op het water. Die stukken zijn relatief schaars, maar omdat ze zwaar zijn, vormen ze een groot deel van de totale hoeveelheid plastic in de oceaan.”

De studie is het sluitstuk van het Topios-project waarin vijf jaar lang onderzoek werd gedaan naar hoe plastic zich door de oceaan beweegt.