Nederland kan een veel grotere rol spelen in de wereldwijde productie van duurzaam voedsel. Nederlandse bedrijven die zich bezig houden met de productie van zaden voor land- en tuinbouw  spelen nu al een dominante rol in de wereld als het gaat om het ontwikkelen en veredelen van zaden. Een rol die alleen maar zal toenemen nu de wereldbevolking groeit en vergrijst, de vraag naar voedsel wereldwijd toeneemt en de beschikbaarheid van landbouwgrond door de verstedelijking daalt. “Dat betekent dat de behoefte aan ontwikkeling en productie van landbouwzaad met een hogere opbrengst en voedingswaarde fors toeneemt”, zegt Michael Regouw, partner bij KPMG en deskundige op het gebied van de agrisector.

Regouw: “Nederland is als geen ander land in de wereld in staat om in deze behoefte te voldoen. Nederlandse zaadtelers zijn wereldwijd de grootste exporteurs van zaad en staan bekend om hun kwaliteit en innovatie. Ons land onderscheidt zich bovendien door de hechte relatie tussen boeren, onderzoeksinstituten, bedrijven en de overheid. Alle voorwaarden zijn dan ook aanwezig zijn om een leidende rol te blijven spelen en te vergroten in de verdere ontwikkeling van een wereldwijde duurzame voedselketen.”

Relatief veel kwekersrechten

Uit het onderzoek ‘Dutch seed breeding’ van KPMG blijkt dat in de Nederlandse zaadindustrie alle stadia van de typische zaadveredelingsketen aanwezig zijn. Regouw: “De bedrijven hebben in het algemeen alle stappen die nodig zijn in eigen beheer, van het kweken van zaad tot het laten groeien. Nederlandse bedrijven hebben bijvoorbeeld meer dan 30% van alle Europese kwekersrechten (PBR’s) in handen, waardoor zij de exploitatie van bepaalde rassen uit zaden voor een bepaalde periode exclusief kunnen exploiteren. Voor groentezaden is dit zelfs 60%. In Europa neemt Nederland na Frankrijk en Italië op dit moment een derde positie in bij de productie van groentezaad. Als het gaat om het exporteren van groentezaad staat Nederland zelfs op de eerste plek. Deze vooraanstaande posities komen vooral door ons gunstige ondernemings- en onderzoeksklimaat.”

Balans in bedrijfsvoering

Toch is Nederland volgens Regouw in staat een nog veel grotere rol te spelen in de duurzame productie van gewassen. Regouw: “Hiervoor is het noodzakelijk dat Nederlandse zaadtelers de juiste balans weten te vinden in hun bedrijfsvoering. Een bedrijfsvoering die niet alleen bepaald wordt door de explosief groeiende vraag naar gewaszaden en de vraag naar betere en meer biologische varianten. Ook de toenemende regelgeving waaraan zij moeten voldoen, het maatschappelijke sentiment, en de noodzakelijke internationale expansie om te kunnen profiteren van gunstiger klimaatomstandigheden en nieuwe markten spelen een belangrijke rol. De sector is bovendien van nature zeer researchintensief. Om groei te kunnen realiseren is een focus op efficiëntie noodzakelijk. En het is voor veel bedrijven een grote uitdaging om in de productportefeuille de juiste balans te vinden tussen enerzijds duurzame innovatieve producten en anderzijds commercieel aantrekkelijke producten. En de wet- en regelgeving is van grote invloed op de sector. Zowel vanuit het Europees Parlement als de Nederlandse overheid worden bedrijfskeuzes beïnvloed door prikkels en beperkingen. Ook de maatschappelijke gevoelens zijn hierop van invloed. De prikkels bestaan uit subsidies en researchondersteuning, waardoor investeringen door bedrijven gestimuleerd worden. En als het gaat om gunstige regelgeving dan springt Nederland er in Europa uit. Aan de andere kant zorgen nieuwe regels voor bijvoorbeeld het gebruik van de CRISPR-technologie en andere nieuwe kweektechnologieën voor fors hogere kosten. Nederlandse en Europese zaadkwekers hebben hier duidelijk nadeel van en kan zelfs leiden tot een vertrek naar het buitenland.”

Research van hoog niveau

Regouw constateert dat de Nederlandse zaadindustrie met haar research belangrijke stappen heeft gezet op weg naar een meer duurzame voedselproductie. Regouw: “Zaden worden steeds duurzamer gekweekt en veredelt, waardoor niet alleen minder gewasbeschermingsmiddelen en bemesting nodig zijn. Ook wordt steeds meer zaad ontwikkeld dat kan gedijen in droge gebieden. Het is van groot belang dat Nederland hierin verdere stappen zet en samenwerking zoekt met bedrijven die hierin willen investeren. Een van de belangrijkste uitdagingen van de wereldwijde biologische landbouw is dat de uiteindelijke opbrengst vergelijkbaar moet zijn met die van de traditionele landbouw. Met een wereldbevolking die toeneemt is het essentieel dat de biologische landbouw de beschikbaarheid van voedsel niet in gevaar brengt. Het is dus van groot belang om wereldwijd de balans te vinden tussen enerzijds biologisch boeren en anderzijds het realiseren van hoge opbrengsten.”