Wij zien onszelf graag als voorlopers op het gebied van duurzaamheid, maar in het Future Growth Report van het World Economic Forum neemt Nederland van de 107 landen een magere 36e plaats in. Net iets boven de middenmoot. Op het terrein van veerkracht, innovatie en inclusiviteit scoren we weliswaar betere cijfers, maar wat betreft duurzaamheid lopen we eenvoudigweg achter. Wij blijven in Nederland te veel steken in mooie, transparante rapporten vol visies op duurzaamheid, maar de tijd is nu echt aangebroken voor minder woorden en veel meer daden.

Ik zie hier een taak weggelegd voor overheid en bedrijven. De overheid geeft nog te veel steun aan de fossiele sector en ontneemt daarmee de prikkel voor bedrijven om werk van duurzaamheid te maken. Het Nederlandse bedrijfsleven moet de rol pakken om papieren doelen om te zetten in concrete actie om de uitstoot van broeikassen te reduceren. Er is focus nodig op hernieuwbare energie uit natuurlijke bronnen als wind- en waterkracht en zonne-energie. Een niet minder belangrijk thema is circulariteit en het terugbrengen van afval.

Bovendien hebben organisaties die zeggen duurzaamheid te (willen) financieren, onder meer banken en pensioenfondsen, een belangrijke rol te spelen. Zij mogen verwachten dat hun investeringen in het bedrijfsleven niet stranden bij louter goede voornemens op de tekentafel en hebben hier zelf ook een rol in te spelen.

Jessica Boekhoudt, Director Sustainability Mazars