Rotterdam maakt werk van de lokale klimaataanpak. Niet zonder succes. In de afgelopen vier jaar heeft de stad ruim één miljoen ton CO2 gereduceerd. De tot voor kort jaarlijkse stijging van CO2-uitstoot is voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog omgebogen in een dalende trend. Een daling die zich volgens de prognoses van milieudienst DCMR doorzet naar een reductie van ruim 9 miljoen ton in 2030.

In het coalitieakkoord “nieuwe energie voor Rotterdam” stelde het college in 2018 het doel om de CO2-uitsoot in de huidige collegeperiode om te buigen naar een dalende trend. “Dat is gelukt”, zegt Arno Bonte, wethouder duurzaamheid. “In de stad en de haven stoten we nu ruim een miljoen ton minder CO2 uit dan vier jaar geleden. Dat is een historische daling. Met de maatregelen uit het Rotterdams Klimaatakkoord zal die daling de komende jaren nog verder doorzetten, naar minimaal 9 miljoen ton in 2030. En daar komt de klimaatwinst door de aangekondigde sluiting van de Riverstone-kolencentrale nog bovenop”.

De Rotterdamse aanpak

Rotterdam sloot in 2019 met meer dan honderd bedrijven en maatschappelijke organisaties het Rotterdams Klimaatakkoord, met als onderdeel daarvan 55 klimaatdeals voor de overgang naar een klimaatneutrale stad. Dankzij deze klimaataanpak is de opwek van schone energie in Rotterdam in de afgelopen jaren fors toegenomen. Het aantal zonnepanelen op de Rotterdamse daken is deze collegeperiode verdrievoudigd naar ruim 300.000 stuks, het verkeer is schoner geworden door onder andere verduurzaming van de bouwlogistiek en voor steeds meer schepen is walstroom beschikbaar.

10 miljoen ton extra

Ik ben trots op de resultaten die tot nu toe zijn geboekt, maar daarmee zijn we er nog niet. Het doel van het stadsbestuur is om nog minimaal 10 miljoen ton extra CO2 te besparen”, zegt Bonte. De mogelijkheden daartoe liggen volgens hem voor het oprapen, door bijvoorbeeld te investeren in een infrastructuur voor groene waterstof en een versnelling te maken met het realiseren van windparken op zee. “Om die plannen te kunnen realiseren is wel de medewerking van de landelijke overheid nodig, ook financieel. Onze hoop is daarom gericht op forse groene investeringen van het nieuwe kabinet”.