We kennen een woud van keurmerken die allemaal claimen duurzaamheid te duiden van de producten, diensten of bedrijven waar zij voor staan. Alle keurmerken hebben verschillende eisen zelfs voor hetzelfde product of soortgelijke producten. Door al deze keurmerken is het moeilijk kiezen. Op de eerste plaats kennen we geen van allen deze keurmerken. Op de tweede plaats hebben we geen informatie over hun betekenis en op de laatste plaats weet niemand waar je deze betekenis kunt achterhalen. Daarnaast zijn er ‘keurmerken’ die geen waarde hebben omdat er geen controle op is of omdat ze vanuit het oogpunt van Greenwashing ons moeten laten geloven dat het wel goed zit met het product. Bovendien mogen we ons afvragen in hoeverre duurzaamheidsclaim ook betrouwbaar zijn.

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) kondigde in mei van dit jaar aan onderzoeken te starten naar misleidende duurzaamheidsclaims in de sectoren energie, zuivel en kleding. Deze sectoren zijn gekozen omdat bij een vooronderzoek hier veel misleidende claims aangetroffen werden. Daarmee is geenszins gezegd dat in de andere sectoren geen misleidende claims voorkomen.

Naast al deze product-keurmerken is er ook een grote hoeveelheid bedrijfslogo’s die bedrijven of productieprocessen keuren en tenslotte ontbreekt het aan een classificatie die het beleid van overheden op duurzaamheid kan keuren. In dat geval moeten we vertrouwen op MVO-rapportages of SDG-Rapportages.

In een recent artikel in de consumentengids (nummer 6-juni 2021) wordt al gepleit voor meer duidelijkheid en uniformiteit waardoor het voor iedereen duidelijk wordt in hoeverre producten, diensten, processen, productiesystemen, bedrijven en zelfs overheidsbeleid voldoet aan ecologische eisen.

Goed nieuws! Zo’n systeem bestaat er nu en kan eenvoudig worden toegepast. Het is gebaseerd op het energielabel systeem waarbij een kleurenduiding aangeeft of iets ecologisch verantwoord is en op welke aspecten van de ecologie iets verantwoord is. Deze classificatie heet het EcQ Classificatiesysteem dat aangeeft of en zo ja op welk niveau ecologisch verantwoord kan worden gekocht, wordt geproduceerd, wordt georganiseerd of beleid wordt gevoerd. Deze classificatie ziet er als volgt uit:

De duiding loopt van groen (100% goed) tot rood (100% fout), waarbij ieder aspect per kleur is beschreven. Als toepassing geef ik een drie voorbeelden:

1. Vleesconsumptie van gangbare versus biologische bedrijven:

Het consumeren van vlees vraagt veel van de grond vanwege de intensieve veeteelt wereldwijd. De biosfeer en biodiversiteit worden ernstig aangetast door de wijze waarop gangbare boerderijen opereren. Op alle aspecten van de ecologie scoren gangbare boerderijen laag. Dat is geen verwijt maar een feit en daar kunnen we allemaal iets aan doen. De overheid kan in samenwerking met de sector, biologische bedrijfsvoering stimuleren.

Als consument kunnen we bijvoorbeeld minder vlees consumeren maar dan wel vlees van een biologische boerderij. Daar moeten we meer voor betalen omdat dit de boer helpt aan een normaal inkomen zonder dat zijn bedrijf steeds groter en intensiever moet worden. Tenslotte dwingt het de supermarkt om niets anders te willen verkopen dan biologisch.

Deze classificatie is helder voor ons als consument en betekent een uitdaging voor de boer als producent om te kijken op welke wijze hij ecologische verbetering in zijn bedrijfsvoering kan aanbrengen en toch rendabel kan zijn.

2. Op bedrijfsniveau kan een bedrijf aan de hand van deze classificatie duiden waar zij staan in hun duurzaamheidsbeleid.

Een goed voorbeeld vind ik Chrysal, dat we kennen van de bloemverrijkers:

Chrysal is op alle fronten van de SDG’s en dus de acht aspecten van de ecologie goed bezig. Ze geven eerlijk aan er nog niet te zijn maar hebben een duidelijke ambitie. Als we hun bedrijfsvoering vertalen naar de EcQ classificatie krijg je in één oogopslag een duidelijk en eerlijk beeld van hun bedrijfsvoering en van hun product, maar ook van datgene dat zij nog te realiseren hebben om tot een 100% ecologische bedrijfsvoering te komen.

3. Als laatste voorbeeld neem ik de overheid.

Die kan de EcQ classificatie toepassen om te toetsen of de wijze waarop zij ons land bestuurt en inricht wezenlijk bijdraagt aan duurzaamheid en klimaatbeheersing.

 

Ondanks het feit dat onze overheid van alles zegt te willen doen, loopt het achter qua wetgeving en uitvoering daarvan. Er ontbreekt bijvoorbeeld een deltaplan voor de Sustainable Development Goals ondanks het feit dat Nederland zich heeft verbonden aan de realisatie daarvan per 2030.

In de voorgaande voorbeelden wordt de duiding nog omschreven maar in feite is dat niet nodig. Als we als consument een product kopen en dat zou voorzien zijn van de basis classificatie, en ik neem dan het voorbeeld van het biologisch vlees, dan ziet dat er als volgt uit:

 

Met deze informatie weet ik als consument genoeg. De kleurduiding van de sterren-classificatie geeft aan of iets duurzaam is en zo ja op welk niveau. Het maakt het kiezen voor een product makkelijk, maar ook het kiezen voor een productieproces of een product van een bedrijf of het bedrijf zelf.

Weg met de honderden keurmerken! Weg met de vragen of het wel klopt of niet! In één oogopslag duidelijkheid.

Dit is mijn duiding en ik roep iedereen op deze te bestuderen en met verbeteringen of aanscherpingen te komen. In mijn boek EcQ Ecologische Intelligentie beschrijf ik ieder aspect van de ecologie en de duiding van de sterren. Tegelijkertijd roep ik alle ecologen, sociologen en welke wetenschappers dan ook, op deze duiding kritisch te willen bekijken en mij terzijde te staan bij het toekennen van een scherpe, duidelijke en bovenal eenduidige lading van deze classificatie. Daarna kan deze toegepast worden en is het gedaan met de onduidelijkheid die er nu heerst in het keurmerkenland.

Voor meer informatie en uitleg over deze classificatie verwijs ik naar mijn boek ‘EcQ, Ecologische Intelligentie’.

Daan Fousert