Stop Kinderarbeid is verheugd over de brede steun voor het uitbannen van kinderarbeid, gedwongen (kinder)arbeid, te lage lonen en andere misstanden[1] in de wereldwijde kleding- en textielsector. Brancheorganisaties, rijksoverheid, vakbonden en maatschappelijke organisaties – waaronder Stop Kinderarbeid – hebben een convenant opgesteld om daar de komende jaren werk van te maken.

Kinderarbeidvrij van katoen tot kleding

Uniek aan het Convenant is onder meer dat kinderarbeid en andere misstanden binnen drie jaar ‘van katoen tot kleding’ in kaart worden gebracht en worden aangepakt. Een van de doelen daarvan is dat bedrijven binnen drie jaar alleen inkopen bij leveranciers in Zuid-India die geen gebruik maken van kinderarbeid en gedwongen arbeid. Vanaf het derde jaar gaan deelnemende kledingbedrijven ook ‘publiek communiceren’ over hun vorderingen.

Het convenant wordt door de betrokken organisaties en de overheid ondertekent als binnen 3 maanden minstens 35 bedrijven meedoen die samen minimaal een derde van de omzet in Nederland vertegenwoordigen. Stop Kinderarbeid pleit al jaren voor een aanpak van kinderarbeid in de hele keten en moedigt kledingbedrijven aan actief mee te doen met de nu ontwikkelde ‘nationale aanpak’. Een tweede voorwaarde voor het slagen van dit plan is dat de financiering van het convenant, met een secretariaat dat de verbeterplannen van de bedrijven toetst, is geregeld.

Child Labour Free Zones

Zowel voor kinderarbeid als gedwongen arbeid is afgesproken om een analyse te maken van de aard en omvang van problemen in de productieketen wereldwijd. Op basis daarvan wordt een actieplan met meetbare doelen opgesteld. Voor kinderarbeid geldt daarbij ook dat er voor wordt gezorgd dat kinderen niet meer werken maar ook naar school kunnen of daarop worden voorbereid door ‘brugklassen’. Waar mogelijk zal deze aanpak deel uitmaken van de ‘Child Labour Free Zone’ benadering van Stop Kinderarbeid die in India en Afrika succes heeft.

Rol van de overheid

Stop Kinderarbeid vindt het heel belangrijk dat ook de rijksoverheid zelf partij is bij het Convenant. Zij toont daarmee haar politieke en praktische betrokkenheid bij het aanpakken van de vaak structurele arbeids- en milieuproblemen in de kleding- en textielsector. Zo wil de overheid samenwerking op Europees niveau stimuleren en nationale initiatieven in landen als Duisland, Denemarken, het VK en Frankrijk zo mogelijk ‘opschalen naar Europees niveau’. De overheid neemt samen met de branches ook het initiatief om de kosten van het Convenant op termijn te financieren via een sectorbrede heffing.

Lokale organisaties als partner én ‘waakhond’

Stop Kinderarbeid zal zich – als het Convenant daadwerkelijk vorm krijgt – inzetten om bedrijven waar mogelijk te laten samenwerken met lokale organisaties. Deze organisaties kunnen ook een rol spelen om toe te zien op de uitvoering van gemaakte afspraken. Zij kunnen zo nodig ook een klacht indienen bij de onafhankelijke geschillen- en klachtencommissie van het convenant die bindende uitspraken doet die in het uiterste geval kunnen uitmonden in bindende arbitrage door het Nederlands Arbitrage Instituut.

De tekst van het convenant vindt u hier