Hannah Ritchie ken je vast wel, ook al ken je haar niet. Haar werk in statistiek en datavisualisatie – en dat van haar collega’s bij OurWorldInData.org – wordt door journalisten, wetenschappers, regeringsleiders en half LinkedIn en Twitter gebruikt (en zo af en toe misbruikt) om standpunten op het gebied van velerlei wereldproblemen te onderbouwen. Het kan bijna niet dat je er nooit iets van bent tegengekomen – zelfs Trump haalde geregeld verfrommelde printjes van hun werk tevoorschijn.

Hannah Ritchie weet inmiddels zoveel van de wereld dat het tijd werd om haar kennis in een boek te verzamelen. Het is, met wat krasjes, een blinkend vehikel geworden voor haar missie: het duiden van wereldproblemen op basis van cijfers, in plaats van vaak misleidend ‘nieuws’ en meningen.

De wereld staat er minder hopeloos voor dan je waarschijnlijk dacht

Het boek is niet perfect, daar heb ik het zo nog over, maar ik geloof niet dat ik eerder een overzicht ben tegengekomen dat zo helder aangeeft waar we zijn, waar we waren en waar we kunnen komen op het gebied van grote problemen als klimaatverandering, luchtvervuiling en biodiversiteit. De grote verdienste van het boek is dat er met rust, afstand en wetenschap gekeken wordt naar hoe de wereld er nu echt aan toe is. Voor zover dat kan – want ook data is vatbaar voor keuzes en interpretaties. Alles bij elkaar heeft het mij in ieder geval weer wat nieuw vertrouwen gegeven, dat het inderdaad nog niet nodig is om het einde van de wereld aan te kondigen. De wereld staat er minder hopeloos voor dan je waarschijnlijk dacht, de wereld zuigt nog steeds, en de wereld kan en moet nog heel veel beter worden. (Vrij naar Hannah Ritchie’s collega bij OurWorldInData, Max Roser.)

Broeikasgas-emissies per persoon zijn al tien jaar aan het afnemen

De wereld produceert genoeg voedsel om twee keer de huidige wereldbevolking te voeden. Het aantal kinderen in de wereld heeft in 2017 een piek bereikt, en is sindsdien aan het afnemen. Sinds 2017 is ook het aantal nieuw-verkochte benzineauto’s in de wereld aan het afnemen. De broeikasgas-emissies per persoon (nog niet in totaal, maar dat komt er bijna onvermijdelijk ook aan) zijn al tien jaar aan het afnemen. Ik meende mezelf vrij goed op de hoogte van de stand van zaken rondom de klimaatcrisis, maar toch ben ik nog heel wat van dit soort opbeurende verrassingen tegengekomen.

De schrijver is bovendien niet bang om tegen schenen aan te schoppen, als ze zich door cijfers gesteund voelt. Haar standpunt over ‘degrowth’, bijvoorbeeld, zal wel even slikken zijn voor veel milieuactivisten Nou is degrowth op allerlei manieren uit te leggen, maar volgens mij is er nauwelijks een speld te krijgen tussen haar constatering dat de wereldeconomie minstens nog moet verdubbelen, maar eerder nog met een factor 5 moet groeien, om iedereen een bestaansminimum te garanderen van minstens 30 dollar per dag, toch niet overdreven veel.

Vliegen op zonnecellen??

Als je de hele wereld in een enkel, goed leesbaar boek wil vatten, dan kan het je nauwelijks kwalijk genomen worden dat er wel eens een onderwerp wat onderbelicht blijft. Zo komen biobased materialen er nogal bekaaid af. In de bouw worden ze opzij geschoven met het argument dat houtplantages tot ontbossing kunnen leiden – maar ten eerste gaat het om heel wat meer grondstoffen dan alleen maar hout, en ten tweede noemt ze wetgeving en regulering bij andere onderwerpen wel vaak als oplossing; dat kan hier natuurlijk ook. En de potentiële voordelen op het gebied van koolstofopslag en terugdringing van het gebruik van staal en cement zijn immens; althans, dat denk ik, maar daar had ik graag cijfers bij gezien. Ook bij het hoofdstuk over plastics worden bioplastics (al dan niet biodegradable) niet genoemd, terwijl er heel wat voor te zeggen is.

Als het over vliegen gaat, schiet haar versie van optimisme uit de bocht. Ze wil het niet te veel hebben over flink minder vliegen, want dat is een ‘stap terug’- en het is zo leuk, en het levert banen op en zo. Als oplossingen noemt ze vliegen op waterstof (experts als Michael Liebreich en Michael Barnard hebben daar grote twijfels bij) en, je raad het niet… vliegtuigen met zonnecellen. Dat heb ik nou werkelijk nog nooit als serieus voorstel gehoord. Ik denk dat een vegetarische maaltijd serveren aan boord nog meer effect oplevert (en ook nog steeds verwaarloosbare impact heeft vergeleken met de rest van het vliegen).    

Wat mij helemaal in opperste verwarring achter liet zijn de meerdere pagina’s over Boyan Slat en Ocean Cleanup. Heeft ze nét uitgelegd dat de oplossing voor het plastic probleem saai is als (zaken als vuilnisbakken en ophaaldiensten) – en vervolgens gaat het pagina’s lang over plastic uit de oceaan vissen met grote boten en netten, iets dat al jaren flinke kritiek uit wetenschappelijke hoek krijgt. Dat is een ‘oplossing’ die eigenlijk niet schaalbaar voor te stellen is, ongetwijfeld veel meer CO2 uitstoot dan er via het plastic ooit bespaard zal worden, niets doet aan wat mogelijk het ergste probleem is, microplastics – en die ook nog wel eens flink negatieve impact op oceaanleven zoals het ‘neuston’ kunnen hebben. Ineens spelen cijfers en wetenschappelijke onderbouwing geen rol meer.

Dat is allemaal wat slordig, maar het zou jammer zijn als je hierom het boek laat liggen. Kansen voor een volgende editie, zou ik zeggen. Verreweg het grootste gedeelte van het boek geeft een gebalanceerd, en juist daardoor hoopvol beeld van waar de wereld is, en waar we kunnen komen; en spoort daarmee aan tot wat Hannah Ritchie ‘urgent optimisme’ noemt. Daar kunnen we niet genoeg van krijgen.

Michiel CornelissenKode21.

Michiel is aangesloten bij het duurzame ZZP-Collectief De Zwerm