Het recent verschenen IPCC-klimaatrapport voorspelt voor de komende decennia ongekend hoge waterstanden, droogte en hitte. Het rapport geeft daarmee een belangrijk signaal af aan bedrijven om hun duurzame transitie te versnellen. Ook vormt het rapport de basis waarop landen en lokale overheden hun klimaatbeleid verder aanscherpen. Dat beleid is van grote invloed op de foodsector, óók op kleine en middelgrote producenten. Het IPCC-rapport geeft producenten handvaten om de invloed van klimaatrisico’s op grondstofstromen in kaart te brengen en schetst vijf in ernst toenemende scenario’s die samenhangen met de opwarming van de aarde. Deze scenario’s laten zien in welke regio’s temperaturen de komende decennia stijgen en waar risico’s op droogte en overstromingen toenemen. Welk scenario bewaarheid wordt, hangt mede af van het vermogen van bedrijven, overheden en mensen om de uitstoot van broeikasgassen en daarmee de opwarming terug te dringen. Maar zelfs in het meest ‘gunstige’ scenario zijn de gevolgen groot.

In het IPCC rapport staan diverse wereldkaarten met daarop per regio de invloed van klimaatverandering op droogte, hitte en waterstanden. Bedrijven kunnen met deze kaarten vaststellen hoe gevoelig hun importstromen zijn voor klimaatverandering. Zo kunnen ze met hun leveranciers de toekomstige beschikbaarheid en kwaliteit van grondstoffen in kaart brengen en mogelijke risico’s verkleinen. Het is bovendien een extra stimulans om na te denken over alternatieve regio’s om grondstoffen uit te betrekken, of om in te zetten op meer duurzame substituten.

Dergelijk onderzoek is vandaag al van belang, want de effecten van klimaatverandering zijn nu reeds zichtbaar. Volgens de Food and Agriculture Organisation (VN-FAO) zijn de stijgende grondstofprijzen van dit moment van onder andere suiker en granen al deels toe te schrijven aan misoogsten door klimaatgedreven weersextremen. Ook de amandelproductie in de VS heeft veel last van de droogte. En in Spanje, een regio waar in de winter producten als bloemkolen voor Nederland worden geteeld, nemen droogte en hitte extreme vormen aan.

Wanneer ondernemers door de bril van beleidsmakers en wetgevers naar het IPCC-rapport kijken, krijgen ze scherper zicht op welke richting het uitgaat met het klimaatbeleid. Zo versterkt het IPCC-rapport de roep om het door Frans Timmermans in juni gepresenteerde plan “Fit for 55” snel in wetgeving te verankeren. In dit plan worden maatregelen naar voren gehaald om van de Europese Unie in 2050 een klimaat neutrale economie te maken. Reeds in 2030 moeten broekasgasemissies met 55% zijn teruggedrongen ten opzichte van 1990. De huidige emissiereductienormen voor onder meer de industrie, transport en gebouwde omgeving worden daarbij aangescherpt. Het gaat dan om bijvoorbeeld toeslagen op het gebruik van niet-duurzame energie, het belasten van transport en het versneld realiseren van klimaatneutrale gebouwen. Hier kan je als ondernemer nu al rekening mee houden bij overwegingen om te ver- of herbouwen en bij de keuze van nieuwe transportmiddelen.

Voor de zuivel- en vleessector komt daarbovenop dat het IPCC-rapport de uitstoot van methaan expliciet aanmerkt als opwarmer van de aarde. Dit zal de discussie verder aanzwengelen om de Nederlandse rundveestapel te verkleinen. Een reductie van de rundveestapel heeft gevolgen voor de beschikbaarheid van onder andere Nederlandse kwaliteitsmelk voor de zuivelverwerkende industrie. Veel zuivel- en vleesverwerkende bedrijven anticiperen hier nu al op door te investeren in de productie van plantaardige alternatieven.

Ook consumenten is het IPCC-rapport niet ontgaan, net als de recente beelden in de media van hevige overstromingen en bosbranden. Voor iedereen in de voedselketen – van boer tot supermarkt – onderstreept dit de noodzaak om nog beter uit te leggen dat veel van wat we in Nederland consumeren een link heeft met de mondiale grondstoffen- en voedselproductie en dat hier grenzen aan zitten. De consument zal er aan moeten wennen dat beschikbaarheid van (agrarische) producten tijdens alle seizoenen geen vanzelfsprekendheid is en dat prijzen van voedsel vaker sterk kunnen stijgen door misoogsten.

Aan de andere kant zijn consumenten zich steeds bewuster wat de gevolgen zijn van hun eigen gedragingen op de leefbaarheid van de wereld én gaan ze op zoek naar oplossingen. Ze worden daarbij steeds mondiger en spreken bedrijven rechtstreeks aan, bijvoorbeeld via social media. Dit lijkt een bedreiging, maar blijft een unieke kans voor levensmiddelenproducenten om hun assortiment aan te passen aan deze veranderende wensen: van klimaatneutraal gebrouwen bier tot het doorontwikkelen van plantaardige vleesvervangers. Wanneer consumenten meer bereid zijn om voor kwaliteit te betalen, levert waarde toevoegen aan producten op basis van duurzaamheid op termijn meer op dan enkel concurreren op prijs.

Rob Morren is Sector Banker Food bij ABN AMRO

Deze column is eerder verschenen op VMT.nl en www.abnamro.nl