,,Een hele mooie voortgang”, schrijft minister Rob Jetten op 19 december. Nederland ligt op koers en de klimaatdoelen voor 2030 liggen binnen handbereik. Het hangt nu alleen nog maar af van de “voortvarende uitvoering” van de genomen maatregelen. Goed nieuws!

Maar het is niet waar.

Op 2 februari meldt de krant (NRC) dat drie biofuel-fabrieken na veel subsidie niet van de grond komen. Het kabinet heeft daar wel op gerekend, ze staan nog in het succesverhaaltje.

Het hoofdthema van het 8 uur nieuws van 4 februari, laat een woordvoerder van Nyrstar aan het woord. ,,We hebben de productie stil gelegd en hopen zo snel mogelijk weer op te starten. De reden is dat de elektriciteitsprijzen te hoog zijn, en dat de aansluitkosten van Tennet verhoogd zijn van 0,4 naar 25 miljoen per jaar”.

Dat zou een verhoging zijn van meer dan 6000%. Het is duidelijk waarom Aldel, de aluminiumsmelter, is gestopt en de productie verplaatst naar landen met lagere energieprijzen. Hetzelfde geldt voor drie papierfabrieken die in 2023 de poorten in het land hebben gesloten en de productie hebben verplaatst naar Scandinavië.

De aanlanding van windenergie van Tennet kent een budgetoverschrijding van 40 miljard, dat verrekend zal worden in de tarieven. Zo kan het zijn dat een electrolyser project rekening houdt met een verkoopprijs van circa 11 euro/kg en dan een winst maakt van 5 miljoen/kg per jaar, maar dat parallel aan die berekening de aansluitkosten met 12 miljoen stijgen en daarom de business case verdampt. Of die sowieso al klopte is de vraag, omdat niemand 10 euro of meer voor een kilo waterstof wil betalen. Die 11 euro per kilo ontstaat door de hoge kosten van windturbines, de gestegen prijzen van electrolysers (met 200%) en de regelmatige afwezigheid van wind, waardoor de investering slechts parttime ingezet kan worden. Dat is dan ook de reden dat van de 20 initiatieven voor waterstofproductie in Nederland er slechts één een financial close heeft, die van Shell. Shell heeft dan ook zijn eigen windpark, eigen electrolysers en is zijn eigen klant met hoogwaardiger toepassing van de waterstof in zijn producten.

De brief van Jetten meldt convenanten en intentie overeenkomsten die minister Adriaanse heeft gesloten met de grootste vervuilers. Wanneer je de convenanten goed leest zijn ze nog interessanter. Een van de firma’s beschrijft bijvoorbeeld hoe belangrijk ze voor de Nederlandse economie zijn, en hoeveel goede plannen ze hebben om CO2 te reduceren onder de conditie dat de randvoorwaarden worden ingevuld, namelijk dat er kabels met goed geprijsde elektriciteit en pijpleidingen met laaggeprijsde waterstof voor de deur liggen.

De Nederlandse overheid zal daarvoor zorgen, zo belooft Adriaanse. Omgekeerd betekent dit dat die firma niets hoeft te doen wanneer de randvoorwaarden niet worden ingevuld. En die beloften zijn lucht, want de cijfers kloppen niet.

De minister praat over energiebesparing als een van de maatregelen om de doelen te realiseren. Uit recent onderzoek door Quintel blijkt dat het Nederlandse energieverbruik gaat stijgen in plaats van dalen en nu een niveau heeft van 4700 PetaJoules (PJ) per jaar exclusief 660 PJ luchtvaart en scheepvaart. Het elektriciteitsnet kan 600-700 PJ per jaar transporteren. Dat impliceert dat we het net acht keer moeten verzwaren tegen redelijke kosten in ons overvolle landje. Dat is dus onzin.

De industrie neemt een groot deel voor zijn rekening van de 4700 PJ in de vorm van olie en gas. Dit levert energie zoals stoom, hoge temperatuur, warmte etc., die kunnen we niet vervangen door wind en zon. We zullen energie en bij voorkeur groene energie moeten importeren.

Helaas blaast de wind slechts maximaal 40% van de tijd en de zon schijnt niet in de nacht en als er wolken zijn. Toch gelooft de directie van de NS dat de treinen altijd op groene stroom rijden… En die import groene energie betstaat niet.

In Nederland is gepland dat er 72 GW geïnstalleerd windvermogen zou zijn in 2050. Op dit moment is daarvan circa 5% werkelijk gerealiseerd. Nu al zie je dat de prijzen van elektriciteit om de afwezigheid van wind en zon te compenseren omhooggaan en de verschillen steeds groter worden. Hoe ontwikkelt dat zich wanneer er in 2040 al 50 GW geïnstalleerd is? Hoe negatief worden de prijzen wanneer de wind waait en hoe hoog zijn de prijzen wanneer er geen hernieuwbare energie is en ook de fossiele units zijn afgeschakeld? Waarom worden de kolencentrales eerst beperkt tot 30% operationeel en is dat nu al opgerekt tot 60% van de tijd? Hebben we straks weer 100% kolenstroom?

De prijzen van de dagelijkse schommelingen en andere korte termijnprijzen stijgen. De lange termijncontracten zijn verdubbeld in een paar jaar. En dat zijn grijze stroomprijzen.

Met de definitie “schoon” wordt sowieso flink gesjoemeld. Zoals met de plannen voor de waterstofverbranding om warmtenetten te voeden. Slecht idee, omdat dit méér NOx oplevert dan de verbranding van aardgas. Het is wel CO2-vrij, maar niet emissie-vrij. Om nog maar niet te spreken over de prijs van warmte wanneer die wordt opgewekt met waterstof van 11 euro per kg. Onbetaalbaar!

Biofuel-fabrieken worden gepland en gesubsidieerd, maar de techniek faalt en de corruptie neemt het over (NRC – 3 februari). De z.g. transitie loopt aan alle kanten vast. De berekeningen kloppen niet, de prognoses zijn wensdromen. Achtmaal zo veel netten voor hoogspanning en middenspanning, dat is een gotspe. Het landschap wordt zo een machine, en het publiek zal dat niet meer accepteren.

De EU Green Deal schrijft dat in 2040 al het autoverkeer elektrisch zal zijn. Die stroom moet dan komen van wind en zon, waarvan de installatie en de investeringen nu al vastlopen. En ondertussen gaan de CO2-emissies nog altijd stijl omhoog. De Green Deal is steeds meer een Fata Morgana.

Wouter van Dieren, Club of Rome

Aris Blankenspoor, Energieadviseur