We moeten het nodig hebben over de S in ESG, vindt PwC’s ESG Lead Wendy van Tol. Veel organisaties volgen strategieën om aan de ESG-vereisten (‘Environmental’, ‘Social’ en ‘Governance’) te voldoen en nemen daarbij – terecht – hun verantwoordelijkheid op het gebied van milieu en governance. Wat echter ondervertegenwoordigd blijft in het debat is de S van ESG. Veel leidinggevenden vinden ‘Social’ moeilijker te specificeren en te kwantificeren. En de S zien als aanjager voor waardecreatie is misschien wel het meest lastig. Onterecht, want de S kan de creatie van maatschappelijke, sociale en menselijke waarde versnellen als deze goed wordt aangepakt.

De S van ESG verduidelijken

Kijken we naar de S, dan hebben we het over het belang van zaken als een veilige werkomgeving, productveiligheid voor klanten, non-discriminatie, bijscholing, diversiteit en inclusie, mensenrechten, relaties met leveranciers en de impact op lokale gemeenschappen.

En als we de S proberen te verduidelijken in belangrijke waarden, denken we vaak aan sensitiviteit, gevoeligheid, sympathie, systemisch, dienstbaarheid, oprecht en misschien zelfs spiritueel. Maar bovenal: stakeholders. Van wie bent u afhankelijk in het ecosysteem waarin u als organisatie opereert en wie is van u afhankelijk voor inkomen, welzijn en zorg?

Systemische analyses van uw ecosysteem, uw rol, onderlinge afhankelijkheden en onderlinge verbondenheid kunnen helpen te beoordelen waar u staat in het leveren van de S. Uit onderzoek blijkt dat bedrijven die de behoeften van hun stakeholders echt centraal stellen in hun bedrijfsmodel over het algemeen beter presteren op de S. Als u uw stakeholders met respect en vertrouwen behandelt en wederzijds voordeel creëert, kunt u beter presteren op de S.

Er zijn ook voorbeelden van waardevernietiging als de S niet goed wordt beheerd, zoals de afnemende waardering van een bekende maaltijdbezorger op basis van de manier waarop het bedrijf werknemers behandelt.

Onderzoek toont: investeren in de S van ESG leidt tot financieel rendement

Voor wie nog twijfelt aan het belang van de S voor het voortbestaan van een bedrijf op lange termijn is het bekijken van dit onderzoek – en het empirische bewijs dat geleverd wordt – interessant. Door te investeren in de werknemerservaring kunnen organisaties besparingen realiseren die kunnen oplopen tot 12,6 procent van hun omzet.

Een positieve werknemerservaring verhoogt de productiviteit van organisaties en vermindert het ziekteverzuim en het verloop. Die laatsten zijn grote kostenposten voor werkgevers. Het rapport onderzoekt de financiële opbrengsten (uitgedrukt in een percentage van de omzet) door te investeren in die aspecten die een grote impact hebben op de manier waarop mensen hun werk ervaren.

Gebruik dus niet langer het excuus dat de S niet kan worden gespecificeerd, gekwantificeerd en gemeten. Want dat kan wel. En uiteindelijk is de echte menselijke connectie de ultieme motor voor waardecreatie. Dus, waar wachten we nog op?