Het draagvlak voor vrijhandel staat in Europa onder druk. Een belangrijke reden hiervoor is zorg over negatieve effecten van vrijhandel op het klimaat. Het omgekeerde kan echter waar zijn: door middel van handel kan kennis worden uitgewisseld, nieuwe technologieën worden ontwikkeld en de handel in duurzame goederen een impuls krijgen.

De groene voordelen van handelsverdragen

De afgelopen jaren zijn duurzaamheid en mensrechten al een grotere rol gaan spelen in het Europese handelsbeleid. De Trade and Sustainable Development (TSD) hoofdstukken zijn in nieuwere verdragen een stuk groter geworden. Ook is er het afgelopen jaar steeds meer de nadruk komen liggen op handhaving. De Europese consumentenmarkt is de grootste van de wereld waardoor landen in de rij staan om een handelsverdrag met ons te sluiten. En voor die toegang kan je veel eisen. In 2021 heeft de Commissie een consultatie afgerond om het 15-punt actie plan te herzien. Dit plan richt zich specifiek op hoe de TSD hoofdstukken in handelsverdragen effectiever te maken.

Handelsverdragen dragen ook inherent bij aan het verbeteren van de wereld. De EU kan een gerichtere aanpak kiezen om dit te stimuleren. Ze kunnen zich bijvoorbeeld richten op technologie-uitwisseling als het gaat om ontwikkelde landen zoals Japan en Canada, of technische bijstand, capaciteitsopbouw en financiering van duurzaamheidsprojecten met ontwikkelingslanden zoals Vietnam. Europese (en Nederlandse) bedrijven dragen nu al bij aan duurzame oplossingen, bijvoorbeeld bij het managen van water of de inrichting van steden. Europese bedrijven staan klaar om milieuvriendelijke technologieën, expertise en andere oplossingen met de rest van de wereld te verhandelen.

Internationaal ‘goede’ handel stimuleren

Via plurilaterale afspraken kan er nog meer bereikt worden. Milieunormen, productverklaringen en etikettering hebben een belangrijke potentieel om te fungeren als instrumenten voor verduurzaming. Internationaal zouden er ook afspraken gemaakt moeten worden over bijvoorbeeld het internationaal beprijzen van CO2 uitstoot tijdens transport of het oprichten van mondiale koolstofmarkten.

De EU kan zich ook opnieuw inzetten om een eerder voorstel uit het slob te trekken. Het ‘Environmental Goods Agreement’ (EGA) heeft als doel om tarieven af te schaffen op producten die kunnen helpen bij het bereiken van milieu- en klimaatdoelstellingen (bijvoorbeeld hernieuwbare energie, afvalbeheer, efficiënt gebruik van hulpbronnen en energie, luchtvervuiling enz.) Door de afschaffing van tarieven worden deze producten een stuk aantrekkelijker voor consumenten.

Onderhandelingen hierover zijn eerder vastgelopen, onder meer op de definitie van ‘groene goederen’. Toch betekent dit niet dat een verdrag onmogelijk is. De EU kan bijvoorbeeld het voortouw nemen om met een paar gelijkgestemde landen een EGA in te voeren, waar andere landen zich bij kunnen aansluiten.

Carbon Border Adjustment Mechanism

Als onderdeel van het Fit for 55 pakket- om EU uitstoot in 2030 met 55% te reduceren-  is afgelopen zomer ook een voorstel gedaan voor een Carbon Border Adjustment Mechanism. Op producten uit landen die geen CO2-prijs ten minste gelijkwaardig aan het EU ETS wordt aan de grens een heffing opgelegd om het concurrrentievoordeel te neutraliseren. De EU hoopt met dit instrument ervoor te zorgen dat meer landen carbon beprijzing zullen invoeren en bedrijven te stimuleren om zo min mogelijk uit te stoten tijdens productie.

In totaal is er dus een heel scala aan maatregelen waarmee we door middel van handel de wereld verbeteren.

Laura Stam en Richard Kempen, beleidssecretarissen bij VNO-NCW

Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van VNO-NCW