Voor het halen van klimaatdoelen zet de Nederlandse overheid onder andere in op het bevorderen van de circulaire economie. Daarbij is zij sterk afhankelijk van het bedrijfsleven. Maar voor bedrijven en met name startups is het lastig om een circulair project te beginnen. Regelgeving werkt niet mee – eerder belemmerend. Die drempels over gaan kost tijd die we niet hebben en onnodig veel geld. De Europese wetgevers zijn aan zet en daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor de Nederlandse overheid.

Met nieuwe of aangepaste wetgeving heeft de Europese wetgever de afgelopen jaren geprobeerd het bedrijfsleven kaders te geven om bij te dragen aan een meer circulaire economie. Zo is in 2018 de afvalstoffenregeling iets aangepast ten behoeve van een circulaire economie. De Europese wetgever toonde zich echter niet slagvaardig en liet het na om in deze regelgeving het afvalstoffenbegrip aan te passen.

Concreet betekent dat bijvoorbeeld dat bedrijven die een secundaire grondstof of gebruikt product willen (laten) hergebruiken en niet meer willen (laten) weggooien vaak gebonden zijn aan strikte afvalregelgeving. Zij mogen de stof alleen afgeven aan een bedrijf dat een vergunning heeft om die ‘afvalstof’ te ontvangen en voor het vervoer gelden strikte eisen. De Commissie stelde wel recent nieuwe regelgeving voor die producten meer circulair moet maken. Ook die regelgeving neemt de belemmeringen van het afvalbegrip niet weg.

Niet alleen de ‘nieuwe’ afvalstoffenregeling uit 2018 werkt nog steeds belemmerend. Dat geldt voor meer wetgeving, zoals de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit die – samengevat – geen specifieke uitzondering kennen voor circulaire projecten. Ook voor circulaire projecten moeten de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit onverkort worden nageleefd ook al is in zijn totaliteit bezien het milieu meer gebaat met het toestaan van een uitzondering voor bijvoorbeeld één norm.

De Nederlandse overheid zou zich in Europa hard moeten maken voor aanpassing van wetgeving en het versneld wegnemen van deze belemmeringen. Maar bovenal: als de Nederlandse overheid de transitie naar een circulaire economie echt serieus neemt, dan wacht zij niet op Europa maar begint zij nú met het aanscherpen en verduidelijken van nationale regelgeving.

Valérie van ‘t Lam, advocaat en partner, Stibbe