The Fabric Connector is het eerste Nederlandse platform dat zich bezig houdt met ‘dead stock fabric’. Dead stock fabric is een overschot aan stof dat aanvankelijk is geproduceerd is om kleding te maken, maar uiteindelijk ongebruikt of onverkocht blijft. Momenteel bedraagt de geschatte waarde van deze stoffen 1,24 miljard. Als deze overtollige materialen niet tot iets anders worden verwerkt, blijven ze verstoffen in magazijnen, worden ze naar verbrandingsovens verscheept of op stortplaatsen gedumpt. De belangrijkste reden achter deze overvloed is overproductie als gevolg van de fast fashion-industrie en het concurrerende aanbod van diverse stof leveranciers.

“De Fabric Connector probeert ontwerpers in de modewereld, maar ook op het gebied van interieurdesign, te stimuleren om bij het maken van een nieuw ontwerp eerst naar bestaande stoffen te kijken. Door ze te koppelen aan producenten met restpartijen hopen we verspilling te voorkomen en nieuwe productie te vertragen. Via onze site bieden we vooral stoffen uit Europa aan: Italië, Portugal, Turkije en Bulgarije.” zegt Bas Slootman, oprichter van The Fabric Connector. Hij groeide op in een Amsterdams textielgezin en raakte al snel in de ban van mode.

Tijdens zijn studie Business and Social Impact ontdekte hij de enorme textielverspilling van achtergebleven stof. ‘Ten onrechte, want veel van die stoffen zijn van hoge kwaliteit en toch gemakkelijk te gebruiken. Bovendien zijn ze goedkoper, direct leverbaar en in kleinere hoeveelheden te verkopen.’ Hij voelde de drang om iets te doen en betrok zijn vader (die een achtergrond heeft in de textielimport) bij zijn plannen. De Fabric Connector was snel geboren.

Het digitale platform verbindt de leverancier en de ontwerper. ‘De beginfase was wat lastig’, zegt Bas. ‘Het is een soort kip-en-eiverhaal. Leveranciers hebben geen zin om stoffen te uploaden als er geen kopers zijn, en de ontwerpers kunnen de stof niet kopen als er niets te zien is. ‘ ‘Gelukkig is het gelukt’, zegt hij lachend. ‘Momenteel hebben we een voorraad van 200.000 meter. Als ik dat op de grond leg, komt het van mijn kantoor naar Brussel.’