Op 29 november jl. kwamen verschillende stakeholders, waaronder leden van de FNLI, verschillende NGO’s, vakbonden en het ministerie van Buitenlandse Zaken, bij elkaar in Nieuwspoort. Onder leiding van Pierre Hupperts, de convenantsvoorzitter, gingen de partijen met elkaar in dialoog over de uitvoering van het IMVO-Convenant Voedingsmiddelen.

“Met dit convenant onderschrijft de levensmiddelenindustrie, als onderdeel van de keten, haar verantwoordelijkheid voor duurzame en eerlijke handel. We realiseren ons dat we samen voor een grote uitdaging staan; iets dat we niet alleen kunnen aangaan. Daarom ben ik blij dat u allen hier bent”, aldus FNLI-directeur Marian Geluk bij de start van de bijeenkomst. De FNLI presenteerde het plan van aanpak voor FNLI-activiteiten in het kader van het convenant en de eerste resultaten van de risico-inventarisatie van de belangrijkste grondstoffen van de sector. Doel van de bijeenkomst was het delen van kennis en ervaring van de aanwezigen en een dialoog over de risico-inventarisatie om zo een goede start te kunnen maken met de praktische uitvoering van het convenant.

Stakeholder input op de prioritering IMVO-risico’s

De bij de FNLI aangesloten branches hebben een inventarisatie gedaan wat hun belangrijkste grondstoffen zijn en uit welke landen deze worden ingekocht. Hieruit kwam een collectieve lijst met 60 grondstoffen. Door middel van de MVO-risicochecker heeft MVO Nederland voor deze grondstoffen en landen IMVO-risico’s in kaart gebracht. MVO Nederland heeft vervolgens geprioriteerd, wat heeft geleid tot de volgende top 16: palmolie, soya/soyaolie, cacao/chocolade, koffie, thee, rietsuiker, rijst & rijstproducten, vanille, amandelen, cashewnoten, pinda’s, avocado, sinaasappel/grapefruit, vruchtensapconcentraat, garnalen en tonijn. Aanwezigen dachten constructief mee op de voorgestelde geprioriteerde grondstoffen en kwamen met criteria om deze aan te scherpen. Onder andere de vraag of grondstoffen met bestaande activiteiten/certificaten (de grote commodities) prioriteit krijgen of nu juist de “kleinere” grondstoffen. De prioritering die uit deze stakeholderbijeenkomst is gekomen als ook genoemde criteria worden meegenomen in de volgende stap: eigen IMVO-risico analyse door bedrijven, branches als ook een gezamenlijke aanpak op FNLI-niveau.

Rijke discussie en goede sfeer

Andere punten die naar voren kwamen waren onder andere de bekende maar belangrijke discussie rond certificeringen & audits en de beperkingen daarvan.  ‘Een certificaat is een middel, geen (eind)doel’. Ook werd gewaarschuwd voor een te grote focus op het inkoopproces ten opzichte van daadwerkelijke verbeteringen in de productie van grondstoffen. Aanwezige multinationals boden ter plekke hun kennis en expertise aan om bedrijven die nog niet aan IMVO-risicomanagement werken te helpen.

De FNLI bedankt nogmaals aanwezigen voor hun komst en actieve bijdrage. Wij hopen u weer te zien in de komende tijd!

Over het IMVO-Convenant Voedingsmiddelen

Op 29 juni 2018 heeft de FNLI het IMVO-Convenant Voedingsmiddelen getekend. De Nederlandse voedingsmiddelensector verenigd in de FNLI zet zich gezamenlijk en ketenbreed in voor een internationaal verantwoorde productieketen. Vele koplopers zijn al jaren aan de slag met IMVO-beleid en verduurzaming in hun ketens. Met dit convenant zet de gehele levensmiddelenindustrie de volgende stap. Met de convenantspartijen wordt onder begeleiding van de SER op basis van de OESO-richtlijnen en United Nations Guiding Principles  (UNGP’s) een “handreiking due diligence en inkooppraktijk” opgesteld. De FNLI past deze toe in haar werkzaamheden, samen met branchesecretarissen en ondersteund door MVO Nederland aan een gezamenlijke aanpak voor IMVO-risicomanagement.