Het was even wennen. De relatiemanagers van MeesPierson stonden niet meteen te springen toen de oproep werd gedaan om hun klanten op te geven voor een reis naar Afrika. Daar zouden zij gezamenlijk met tien Nederlandse en tien Afrikaanse studenten een week lang werken aan duurzame projecten. Business leaders in samenwerking met future leaders, is de achterliggende gedachte.

Jasper Peterich, relatiedirecteur bij MeesPierson, was wel meteen enthousiast. Hij werkt voor stichtingen en verenigingen en kreeg de laatste tijd steeds vaker de vraag van klanten hoe zij een concrete bijdrage aan goede doelen kunnen leveren. ‘Het is niet zo makkelijk om een goede manier te vinden je geld in ontwikkelingslanden te investeren. Ik had net nog een potentiële klant aan de telefoon die tevergeefs een hulpproject in Tanzania had opgestart. Hij had allemaal kleding verzameld waar niemand in Afrika op zat te wachten.’

De huiverigheid van relatiemanagers om hun klanten of relaties mee te nemen naar een ontwikkelingsland is begrijpelijk, vindt Peterich. ‘Je hebt geen idee wat je gaat aantreffen, voor hetzelfde geld wordt het een grote ramp.’ Dat werd het niet. De reis naar Gambia was zelfs een groot succes volgens hem. ‘Ik heb veel geleerd over ontwikkelingssamenwerking. Wij hebben aan concrete projecten zoals microkredieten meegewerkt en er bijvoorbeeld voor gezorgd dat ook jongeren in aanmerking komen voor een krediet.’

Ook de coaching van de studenten vond hij indrukwekkend. ‘De ervaring van de ondernemers is heel waardevol voor de studenten. Een van de ondernemers was een bijzonder goede coach. Hij kwam nooit zelf met oplossingen, maar stelde de goede vragen.’ Bij Peterich maakte de reis tevens de ambitie los om in de toekomst meer te doen rond maatschappelijk verantwoord ondernemen zoals duurzaam beleggen. ‘Dat staat bij ons nog in de kinderschoenen.’

Peterich was zo enthousiast over zijn ervaringen dat de volgende reis van de bank naar India in januari binnen no time was volgeboekt. Waar de bank de eerste reis grotendeels financierde, wordt de tweede reis nu door de klanten zelf betaald. Een goede ontwikkeling, volgens hem. ‘Dat maakt het initiatief minder vrijblijvend.’

Maatschappelijk verantwoord ondernemen is inderdaad relatief nieuw terrein voor MeesPierson, licht directeur John Smeets toe. Hij is ook zeer enthousiast over deze vorm van ontwikkelingshulp. Twee keer per jaar zal de bank de reizen in de toekomst gaan organiseren. ‘Het is eens wat anders dan drie dagen golfen met je klanten. Het is boeiend om een keer wat voor iemand anders te doen.’

De toegevoegde waarde zit volgens Smeets in het feit dat de deelnemers uit hun comfort zone worden gehaald. ‘Wij hebben allemaal een drukke baan en zitten vast in de sleur van alledag. Op deze manier zie je een heel andere kant van de samenleving en zorg je voor een beetje zingeving bij mensen die alles al hebben.’

Hij onderkent tevens dat het een goede manier is om de betrokkenheid van de eigen medewerkers te verhogen en de relaties met bestaande en potentiële klanten te onderhouden. ‘Private banking draait tenslotte om relaties en is mensenwerk.’ Hoewel maatschappelijk verantwoord ondernemen steeds hoger op de agenda van MeesPierson komt en de reizen geen grote financiële investering zijn voor de bank is het niet de bedoeling het aantal reizen uit te breiden. ‘Wij zijn een bank, geen reisbureau.’

Relatiemanager Jasper Peterich ziet trouwens nog een ander belangrijk voordeel aan het initiatief. Het aantrekken van talent. ‘Een van de deelnemende studenten gaat nu bij ons een paar maanden stage lopen. Zo worden wij een aantrekkelijke werkgever voor sociaal geëngageerde studenten.’

Dat de klanten en relaties van MeesPierson in Afrika in luxehotels verbleven vindt Peterich geen enkel bezwaar. ‘Ik zie niet in wat de toegevoegde waarde zou zijn als we daar in hangmatten of een lemen hut hadden geslapen.’

Daar is Willem van Eeghen het niet mee eens. De directeur van het familiebedrijf Van Eeghen was een van de deelnemende ondernemers. Hij vond het niet helemaal gepast om in een luxehotel te verblijven. ‘Dat was ook een van mijn kritiekpunten.’ Verder is Van Eeghen zeer te spreken over de reis. ‘Er zijn fantastische relaties ontstaan. Zeker bij de studenten onderling. Dikke tranen zijn vergoten bij het afscheid. Zij hebben allemaal nog steeds contact met elkaar. Dat is

een goede zaak in een individualistische samenleving.’

Van Eeghen was ‘blij verrast’ dat MeesPierson dit initiatief neemt. ‘Ik maakte meteen mijn agenda vrij en zette alles opzij om mee te gaan. Het is een goede formule voor sociaal ondernemerschap.’

De organisatie achter het initiatief van MeesPierson is Better Future, een bedrijf dat sinds 2004 diverse bedrijven adviseert en begeleidt in duurzaam ontwikkelingswerk. Zij organiseren zo’n tien à twaalf reizen per jaar. David Jongeleen is een van de oprichters van Better Future en gelooft heilig in het concept. ‘Wij investeren in de ontwikkeling van mensen. Eén van de nadelen van traditioneel ontwikkelingswerk is dat het vooral voor afhankelijkheid zorgt. Door na te gaan wat de concrete behoeften zijn in ontwikkelingslanden kwamen wij erachter dat het vaak om een gebrek aan kennis gaat.’

Door business leaders te koppelen aan leiders van organisaties in ontwikkelingslanden ontstaat volgens Jongeneelen een relatie op basis van gelijkwaardigheid. ‘Wij werken gezamenlijk aan concrete lokale projecten zoals een mangosapfabriek. De Nederlandse deelnemers leren hierbij net zoveel als de lokale managers.’

Het initiatief bij MeesPierson is volgens Jongeneelen een mooie manier om jonge idealisten te koppelen aan ervaren ondernemers. Op deze manier ontstaan duurzame projecten en relaties. ‘De ervaren ondernemers zorgen voor een ‘reality check’. Hoe haalbaar zijn de projecten? Aan de andere kant leren Nederlandse ondernemers niet zo snel te oordelen.’ Er zijn veel vooroordelen over ondernemen in ontwikkelingslanden. ‘Terwijl er zoveel talent is en ambitie. Het gaat er om dat wij niet alleen iets komen brengen in ontwikkelingslanden, wij halen er ook veel vandaan. Wij werken aan de ontwikkeling van toekomstige leiders. Idealisme en dromen krijgen zo een cruciale plek in de boardroom.’