‘Dit is een prachtig voorbeeld van de winst die je kunt boeken als kennisinstellingen en industrie de handen ineenslaan.’ Aldus Sjors Witjes, hoofddocent duurzaam en circulair organiseren aan de Radboud Universiteit. Het samenspel heeft bijgedragen aan een doorbraak bij het recyclen van luiers en incontinentiemateriaal.

Veruit het grootste deel van de luiers en het incontinentiemateriaal komt momenteel terecht in het restafval, in Nederland alleen al zo’n 400 kiloton luiers per jaar. Deze omgerekend 65.000 volle vuilniszakken vormen een slordige 6 procent van het totale restafval. Dat moet anders, zo heeft de overheid beslist: in 2026 moeten er afspraken liggen om de gehele productieketen circulair te maken. Deze verantwoordelijkheid geldt al voor diverse andere ketens, zoals voor elektronische apparatuur, batterijen en accu’s en sinds dit jaar ook voor textiel. Sjors Witjes noemt de vier circulaire pijlers die ook gelden voor de vieze wegwerpbroekjes: preventie, hergebruik, alternatief ontwerpen (redesign) en recycling. ‘Opgeleid in Delft heeft redesign mijn grootste belangstelling, nu richten we onze pijlen op de recycling.’

Speciale vuilniszakken

De regio Nijmegen is in het gelukkige bezit van een gecombineerde afval- en energiecentrale, de ARN in Weurt. Het scheiden van de wegwerpbroekjes in de kunststof materialen en de vieze troep kan alleen onder heel hoge druk en temperatuur: er moet kortom eerst heel veel energie in voordat je er wat uithaalt. ‘Als enige in Nederland heeft ARN de gecombineerde installaties die hiervoor nodig zijn’, zegt Witjes. Dat in Nederland nog een lange weg is te gaan, bewijzen de cijfers: ARN kan op volle kracht slecht 15 kiloton verwerken. ‘We missen nog 385 kiloton.’

Dankzij de inzet van afvalverwerker DAR is de keten in Nijmegen inmiddels goed georganiseerd: thuis worden in speciale turquoise vuilniszakken de pampers verzameld, vervolgens te deponeren in de speciale luiercontainers bij bijvoorbeeld kinderdagverblijven en peuterspelzalen. De ziekenhuizen en zorginstellingen hebben voor het incontinentiemateriaal hun eigen containers. ‘Heel zonde dat tien procent van deze afvalstroom nooit gebruikt is, die gaan schoon de containers in’, zegt Witjes. Vuilniswagens brengen dit afval naar Weurt, waar het wordt gescheiden in plastic korrels en compostmateriaal.

Superabsorber

Vorig jaar bogen in opdracht van ARN studenten van de Honours Academy zich over de circulariteit van deze afvalstroom. Witjes, begeleider van deze studenten, noemt als eerstvolgende stap de oprichting van een centrale uitvoeringsorganisatie, zoals ook andere circulaire sectoren die kennen. ‘Zo’n regisseur zorgt namens alle partijen voor financiering, uitvoering en het contact met de overheid, zoals in de verpakkingssector de Stichting Afvalfonds Verpakkingen. Zoiets is ook in de luiersector onontbeerlijk.’

Als lid van de Raad van Commissarissen van ARN kent Witjes de sector inmiddels van binnen en buiten. Regelmatig komen in de regio de kennis- en marktpartijen samen, met soms bijzondere een-tweetjes. Witjes wijst op het meest lastig te recyclen onderdeel van de wegwerpbroekjes, de superabsorbers. ‘Bij een van onze bijeenkomsten zat een verffabrikant, en die opende een nieuwe weg naar hergebruik. Die absorber lijkt heel geschikt te zijn om oude verfresten te recyclen tot nieuwe verf. Een prachtig voorbeeld van de winst die je kunt boeken als je de handen in de regio ineenslaat.’