Nederlandse overheidsorganen, zoals de provincies en Rijkswaterstaat, houden nog maar weinig rekening met duurzaamheid bij het uitschreven van aanbestedingen, zo concludeerde Bouwend Nederland op basis van onderzoek. In slechts 26,9 procent van de aanbestedingen speelt duurzaamheid een rol. De laagste prijs geeft bij de meeste aanbestedingen nog de doorslag.

De overheid is een grote opdrachtgever voor de bouwsector en dus een bepalende speler voor ontwikkelingen in de markt. Uit het onderzoek in opdracht van Bouwend Nederland blijkt dat overheden de laagste prijs belangrijker vinden dan duurzaamheid. Dit is niet in lijn met de stevige duurzame ambities van de Nederlandse overheid en bovendien zonde, want als grote opdrachtgever is de overheid een belangrijke aanjager van het verduurzamen van de bouwsector.

De rijksoverheid wil voor 2050 een geheel circulaire en energieneutrale gebouwde omgeving realiseren. In 2030 moet Nederland al op 50 procent van die doelen zitten. Ook decentrale overheden stellen dergelijke doelen. Amsterdam wil binnen zijn gemeentegrenzen bijvoorbeeld in 2020 een 20 procent lager energieverbruik dan in 2013. De provincie Gelderland streeft ernaar om de eigen organisatie in 2030 volledig energieneutraal te maken.

De duurzame ambities op de lange termijn vertalen echter maar beperkt in acties op de korte termijn. Bouwend Nederland kijkt bij het meten van gebruikte duurzame gunningscriteria ook naar de zogenoemde CO₂-prestatieladder. Deze prestatieladder houdt echter geen rekening met de duurzaamheid van bouwproject zelf, slechts met hoe duurzaam het bouwbedrijf is dat het project uitvoert. Wanneer alleen wordt gerekend op basis van de gunningscriteria die betrekking hebben op het bouwwerk zelf, dan daalt het percentage duurzame aanbestedingen naar een schamele 18,3 procent.

Bovendien gaat de rijksoverheid pas vanaf 2030 circulair aanbesteden. Dit is tegen het advies van de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie, waarin hierbij betrokken wetenschappers, overheden en marktpartijen ervoor pleiten dat overheden dit al vanaf 2023 doen. Alleen de waterschappen lijken vanaf 2023 al hun bouwwerkzaamheden circulair te gaan aanbesteden.

Overheden zouden minder nadruk moeten leggen op prijs en vooral bestaande overheidsinstrumenten aangaande duurzaamheid omarmen. Sinds 1 januari 2018 moet een opdrachtgever bij elk nieuwbouwproject een Milieu Kosten Indicator (MKI) aanleveren bij de juiste overheidsinstanties. De MKI berekent de gevolgen voor het milieu van het betreffende bouwproject. De maximaal toegestaan MKI-scores zijn echter momenteel erg ruim en worden makkelijk gehaald bij reguliere bouwprojecten. Overheidsorganen zouden er goed aan doen om een strengere MKI-norm bij aanbestedingen hanteren. Bouwend Nederland meldt dat de provincie Noord-Brabant dit inderdaad al doet.

De overheid kan innovatie in de gehele bouwsector versnellen door duurzaamheid prominent mee te nemen in aanbestedingen. Bouwbedrijven en projectontwikkelaars willen graag duurzaam en circulair bouwen. Ze willen er echter niet meer kosten maken dan hun concurrent wanneer de laagste prijs doorslaggevend blijft. Juist de overheid kan hier invloed op uitoefenen door een gelijk speelveld te creëren, bijvoorbeeld bij openbare aanbestedingen duurzame verplichtingen te stellen. De huidige ambities van de overheid hebben weliswaar als positief effect dat de bouwsector veel spreekt over duurzaamheid, maar door het gebrek aan daden neemt de bouwsector in de praktijk voorlopig een afwachtende houding aan.

De overheid heeft de sleutel tot grootschalige verduurzaming van de bouwsector in handen. Gezien de hoge duurzame en circulaire ambities en de huidige stikstofcrisis kan er niet vroeg genoeg worden begonnen met duurzaam bouwen. Ervaring opdoen, door bijvoorbeeld duurzaam aanbesteden door (decentrale) overheden, zorgt ervoor dat de sector in hoog tempo leert hoe duurzaam te bouwen. Nu actie ondernemen voorkomt bovendien dat overheden diezelfde bouwwerken niet in een later stadium alsnog tegen hoge kosten moeten verduurzamen.

Pertran van Heel, Sector Banker Bouw | Vastgoed bij ABN AMRO samen met Madeline Buijs (sector econoom bouw/vastgoed) en Casper Wolf (sector analist bouw/vastgoed)

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op de website van ABN AMRO