Paul van Ruiten is auteur van het boek ‘Impactvol ondernemen in de praktijk’ en helpt bedrijven te verduurzamen. “Natuurlijk moet je winst maken. Maar als je echt impact wilt hebben moet je met álle vormen van kapitaal goed omgaan. Dus zeker ook jouw menselijk kapitaal.” Zijn klant Algemene Bond Uitzendorganisaties (ABU) interviewde hem voor een artikel in het ledenblad Reflex (juni 2022, tekst: Serga van Roon).

Wat is de kern van uw boodschap?

“Elk bedrijf heeft winst nodig. Maar veel ondernemers staren zich volledig blind op die profit-kant. Er zijn in totaal zes vormen van kapitaal: menselijk kapitaal, je medewerkers dus, het sociale netwerkkapitaal, bijvoorbeeld je merk en imago, natuurlijk kapitaal zoals water en lucht, geproduceerd kapitaal in de vorm van materialen en apparaten, intellectueel kapitaal en financieel kapitaal. Met al die vormen van kapitaal, afgeleiden van het bekende People, Planet, Profit, moet je goed omgaan als je als ondernemer impact wilt hebben. Maar als de balans wordt opgemaakt, is de vraag nu vooral: hoeveel gebouwen en geld heb ik? Ik wil ondernemers stimuleren anders naar hun bedrijf te kijken en de manier waarop zij hun winst gebruiken. Er valt nog een wereld te winnen, ook in de uitzendbranche.”

Waarom is het zo belangrijk met al die elementen rekening te houden?

“Het begint met het besef dat voor alles wat je maakt, je ook iets kapotmaakt. Je creëert immers waarde door input te gebruiken. Je verbruikt geld, een medewerker snijdt zich in zijn hand, je vervuilt water of lucht. Het is dus zaak om die zes kapitalen zo goed mogelijk in te zetten. Bij uitzenders is het menselijk kapitaal belangrijk, de uitzendkrachten. Maar er zijn uitzenders, dat zijn boeven en schurken. Die huisvesten arbeidsmigranten slecht of laten ze te hard werken. Zij boeken meer financiële winst, maar vernietigen hun belangrijkste kapitaal: de mens. Ook hun sociale netwerkkapitaal maken ze kapot. Maar ook voor bonafide uitzenders geldt, dat als je puur concurreert op prijs, dat ten koste gaat van ander kapitaal. Het zorgt voor een neerwaartse spiraal. Bovendien: er is altijd wel weer iemand goedkoper, die strijd kun je niet winnen. Anderzijds is er veel te winnen als je het wel goed doet. Een deal moet altijd aan twee kanten kloppen.”

Noem eens een voorbeeld?

“Fairphone. In smartphones zitten verschillende metalen, die vaak niet ethisch gewonnen worden. De winning van goud bijvoorbeeld, gebeurt vaak door middel van kinderarbeid in Afrika. Fairphone heeft daar alternatieven voor gevonden. Al hun telefoons zijn duurzaam en fair geproduceerd. Omdat zij goed omgaan met hun natuurlijk en menselijk kapitaal, groeit hun sociale netwerkkapitaal vanzelf. Ze hoeven nauwelijks geld uit te geven aan marketing en mensen willen graag voor hen werken. Bedrijven die zo met hun kapitaal omgaan, kunnen tot in de eeuwigheid aan de bal blijven. Door net als Fairphone rekening te houden met jouw maatschappelijke impact vergroot je ‘de gun-factor’ voor jouw bedrijf.”

Werken volgens die zes kapitalen loont dus op meerdere vlakken.

“Zeker. Maar er is nog een reden om dit model te gebruiken. Beursgenoteerde bedrijven zijn nu al wettelijk verplicht deze elementen te benoemen in hun jaarverslagen. In de uitzendwereld zie je hen dan ook voorlopen op dit gebied. Maar over een paar jaar is dit ook verplicht voor grotere mkb-bedrijven (met meer dan 250 medewerkers of een omzet vanaf 40 miljoen euro). En dan sijpelt het vanzelf door naar beneden. Dit wordt in Europees verband geregeld in de Corporate Sustainability Reporting Directive, de CSRD. Een voorbeeld: L’Oréal onderzocht hoe duurzaam hun productie precies was. Het Nederlandse bedrijf dat hun etiketten print, werd daarom gevraagd: hoe duurzaam werken jullie eigenlijk? Wat voor inkt gebruiken jullie? Wat voor papier? Uiteindelijk krijgt elke ondernemer die vraag. Ga daarom nu zelf aan het roer zitten. Wie zelf geen plan heeft, wordt onderdeel van het plan van een ander en is zijn ondernemersvrijheid kwijt.”

Het klinkt heel logisch. Maar u zegt zelf al: ‘Er valt nog een wereld te winnen.’

“Vaak worden duurzaamheid en milieu gezien als ‘iets erbij’, dat niet direct winst oplevert. Ik hoor vaak: ‘Duurzaam denken kost tijd, geld en kennis.’ Maar nee! Al die zes kapitalen behoren gewoon tot je corebusiness. Als je als bollenteler je grond vervuilt, kun je over een paar jaar geen tulpen meer telen. Dat vind ik het mooie van deze manier van denken: het blijft gewoon over ondernemerschap gaan. Je hoeft echt niet in een green bubble te zitten of van de ‘geitenwollensokken’ te zijn. Dit is business. Natuurlijk moet je winst maken. Maar net zoals adem halen niet het doel is van het leven is maar een voorwaarde, geldt dat voor winst ook. Het mag niet het enige doel zijn.”

Hoe kun je hier als (uitzend)ondernemer een begin mee maken?

“Met kleine stapjes. Je kunt je winst maar een keer uitgeven. Stel prioriteiten, focus je op één ding en doe dat goed. Je prioriteit bepaal je door te kijken naar welk soort kapitaal het meest impact heeft op jouw bedrijf én op de maatschappij. De NS gaat nu ‘groener’ rijden. Dat vinden ze zelf belangrijk want de kosten voor elektriciteit zijn hoog, maar de maatschappij vraagt dit ook van hen. Het komt regelmatig voor dat bedrijven blinde vlekken hebben. Ik raad elke ondernemer daarom aan minimaal eens per twee jaar bij klanten te rade te gaan. Wat verwacht je van ons? Wat is onze impact? Blijf wakker. Ook belangrijk: geef iedereen in de organisatie de ruimte om mee te denken en beleg duurzaamheid niet enkel bij een speciale manager.”

Wat zou u voor uitzenders bedenken?

“Bij uitzenders denk ik bijvoorbeeld aan het tekort aan mensen in de techniek. Als je mensen opleidt, of als je iets meer moeite doet voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, dan help je om de krapte te verkleinen en vergroot je je sociaal netwerkkapitaal en je menselijk kapitaal. Je geeft iedereen in onze samenleving de kans om mee te doen. Hoe je je geld verdient, ligt daarmee in het verlengde van maatschappelijke doelstellingen. Door zo te werken creëer je ook andere, betere klantrelaties.”

Wat bedoelt u?

“Als je bewust bezig bent met meervoudige waardecreatie, met die zes kapitalen, dan ga je een duurzame relatie met opdrachtgevers aan, met wederzijdse afhankelijkheid. In een circulaire economie draait het minder om transacties en meer om relaties. Je stapt uit het inkoopproces: je hebt geen gesprek meer met de inkoopmanager maar belandt een à twee niveaus hoger, bij de directeur.”

De ABU heeft kwaliteit als speerpunt gemaakt en werkt aan meer perspectief en zekerheid voor uitzendkrachten. Hoe past dit in uw verhaal?

“Spot on.”

Ir. Paul van Ruiten is als zelfstandig ondernemer (Bureau Om) actief op het snijvlak van milieu, duurzaamheid en ruimtelijke economische ontwikkeling. Hij bekleedde directeursposities bij onder andere (Royal Haskoning)DHV, TNO en DCMR Milieudienst Rijnmond.