De standaarden rond maatschappelijk verantwoord ondernemen van het Convenant Duurzame Kleding en Textiel en de implementatie daarvan, zijn grotendeels in overeenstemming met de OESO-richtlijnen. Dit blijkt uit een uitgebreide analyse die de OESO heeft uitgevoerd.  

De OESO heeft in detail bekeken in hoeverre de werkwijze van het Convenant Duurzame Kleding en Textiel overeenkomt met haar richtlijnen voor de textiel- en schoensector. Het gaat daarbij om de manier waarop het Convenant de plannen van aanpak en de bijhorende inzet van deelnemende bedrijven beoordeelt op het gebied van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (due diligence). Tevens kijkt de OESO naar hoe partijen binnen het Convenant met elkaar samenwerken. Als sterke punten noemt de OESO onder meer het voorkomen van misstanden, de prioritering van risico’s, het maatwerk voor midden- en kleinbedrijven, het betrekken van het topmanagement en de aandacht voor inkooppraktijken. Dat laatste is belangrijk, omdat een bedrijf daarmee direct zelf zijn handelen kan veranderen en daarmee een positieve invloed kan realiseren in zijn keten. Daarmee wordt aangestuurd op een gelijkwaardige relatie tussen een bedrijf en zijn ketenpartners. “De OESO feliciteert het Convenant met de resultaten van deze beoordeling. We kijken er naar uit om te zien hoe het Convenant de aanbevelingen oppakt om nog beter te worden,” aldus Dorothy Lovell, Beleidsanalist bij het Centrum voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen van de OESO.

Er is ook ruimte voor verbetering. Zo is er bij de evaluatie van bedrijven teveel aandacht voor interne controlemaatregelen, kan de prioritering van de juiste risico’s scherper, moet gender beter worden meegenomen in het beoordelingsproces en zou de beoordeling van grote bedrijven meer naar hun schaal en omvang kunnen worden ingericht. Ook dient de manier te worden verbeterd waarop betrokkenen in de textielketen toegang hebben tot het klachten- en geschillenmechanisme. We zijn blij met dit omvangrijke rapport,” zegt Pierre Hupperts, voorzitter van het Convenant. “Het laat de meerwaarde zien van het convenant en geeft aan dat we bij veel activiteiten de juiste aanpak hanteren. Ook geeft het ons duidelijke aanwijzingen waar we nog beter kunnen voldoen aan de OESO-richtlijnen, die ook voor het IMVO-beleid van de Nederlandse overheid leidend zijn. We zien het rapport als een aansporing om onze werkwijze verder aan te scherpen en gaan ermee aan de slag.” Over alle aspecten heen, voldoen de standaarden van het Convenant voor 62 procent geheel en 17 procent gedeeltelijk aan de richtlijnen. Voor de implementatie daarvan is dat respectievelijk 40 procent en 23 procent, zie figuur.

Over de analyse

De OESO Alignment Assessments evalueren in hoeverre industrie- of multistakeholderprogramma’s in overeenstemming zijn met de OESO-richtlijnen op het gebied van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (due diligence), in dit geval met de richtlijnen voor de textiel- en schoensector. Ze beoordelen met name of due diligence-principes en -vereisten voor bedrijven goed zijn opgenomen in schriftelijke standaarden en in hoeverre de implementatie-activiteiten zijn afgestemd op de aanbevelingen van de OESO.

Over het Convenant

Het Convenant Duurzame Kleding en Textiel brengt bedrijven, brancheverenigingen, vakbonden, ngo’s en de overheid samen met als doel het bevorderen van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen in de kleding- en textielketen. De partijen werken samen onder leiding van een onafhankelijk voorzitter. De SER voert het secretariaat, geeft advies en beoordeelt jaarlijks de bedrijven op hun plannen van aanpak volgens de richtlijnen van de OESO en de VN voor due diligence. Het marktaandeel van de deelnemende bedrijven wordt ingeschat op ongeveer 40 tot 45 procent. Het Convenant voorziet in een onafhankelijke klachten- en geschillencommissie.