Nederland is een grote importeur van producten die door de Europese Commissie worden gelinkt aan ontbossing en landdegradatie. Voorbeelden hiervan zijn soja, palmolie en cacao. Van alle EU-landen haalde Nederland in 2022 de meeste goederen met risico op ontbossing uit niet-EU-landen. Het grootste deel van deze goederen komt uiteindelijk weer in het buitenland terecht. De voedingsindustrie is in Nederland de grootste gebruiker van deze goederen. Dit meldt het CBS in de Internationaliseringsmonitor.

In mei van dit jaar heeft de Europese Raad nieuwe regels vastgesteld die ervoor moeten zorgen dat de consumptie en handel in de EU niet bijdragen aan ontbossing en verdere aantasting van bos-ecosystemen. Ontbossing en bosdegradatie worden vooral veroorzaakt doordat er wereldwijd steeds meer landbouwgrond bij komt. Concrete voorbeelden van geïmporteerde producten die een link hebben met ontbossing zijn soja, rund, palmolie, hout, cacao en koffie en alle afgeleiden daarvan.

Nederland is de grootste EU-importeur van soja(producten), palmolie(producten) en cacao(producten) uit niet-EU-landen in termen van importwaarde. Ook is Nederland de tweede EU-importeur van hout(producten) en rund(producten) uit niet-EU-landen en de zesde EU-importeur van koffie (komt veel binnen via Duitsland en België).

Houtimport in twintig jaar meer dan verdubbeld

Sinds 2002 is de importhoeveelheid van hout uit niet-EU-landen het meest toegenomen (+125 procent) gevolgd door cacao (+67 procent), rund (+53 procent) en palmolie (+19 procent). De importhoeveelheid van koffie is licht gedaald (met 2 procent) en die van soja daalde met 21 procent.

Brazilië grootste herkomstland buiten de EU

Brazilië is het land buiten de EU waar Nederland de meeste goederen met risico op ontbossing vandaan haalt. In 2022 waren deze goederen 3,2 miljard euro waard. Het ging vooral om soja en hout of houtproducten. Ook uit de Verenigde Staten, na Brazilië het tweede herkomstland, komt veel soja en hout. Uit Ivoorkust, op de derde plek, komen vooral cacaobonen. Uit China haalt Nederland veel houten meubelen en uit Indonesië en Maleisië vooral palmolie. Ook het Verenigd Koninkrijk (met name hout), Uruguay (hout en rundvlees), Argentinië (rundvlees en soja) en Ghana (cacao) staan in de top 10 van herkomstlanden buiten de EU.

Grootste deel import komt uiteindelijk in het buitenland terecht

Ook binnen de EU importeert Nederland goederen met risico op ontbossing. Dit zijn vooral hout en houtproducten uit Duitsland, België en Zweden. Nederland importeert zelfs voor een groter bedrag aan hout en houtproducten dan alle overige ontbossingsgerelateerde producten samen.

Van de totale import van goederen met risico op ontbossing, exclusief quasi-doorvoer, wordt 28 procent weer uitgevoerd naar het buitenland. Van deze goederen gaat 33 procent naar het buitenland na verwerking in Nederland en blijft 39 procent in Nederland (directe consumptie of na verwerking in Nederland). Hout, koffie en rund blijven relatief het meeste in Nederland na import. Cacao wordt relatief veel wederuitgevoerd na import. Palmolie en soja worden relatief veel in Nederland verwerkt voor de export.

Voedingsindustrie hoofdgebruiker goederen met risico op ontbossing

Van de goederen die niet meteen na import worden doorgevoerd naar het buitenland, kan worden gekeken naar het gebruik per bedrijfstak. De voedingsindustrie heeft met 41 procent het grootste aandeel in het gebruik door Nederlandse bedrijfstakken. Daarnaast is het de enige bedrijfstak die gebruikmaakt van alle typen goederen met risico op ontbossing gebruikmaakt. De grootste gebruikers na de voedingsindustrie (papierindustrie, bouw, meubelindustrie, zakelijke dienstverlening) gebruiken alleen hout. Verder is er voor energievoorziening (stoken houtige biomassa) de laatste jaren steeds meer geïmporteerd hout gebruikt. De horeca gebruikt relatief veel ingevoerd rundvlees.

Voedingsindustrie verwerkt vooral voor het buitenland

Het grootste deel van de door de voedingsindustrie verwerkte import van producten met risico op ontbossing komt uiteindelijk in het buitenland terecht. In 2021 ging het om 79 procent. De overige 21 procent van de verwerkte producten blijft in Nederland. Bij de overige bedrijfstakken (samen genomen) blijft 58 procent in Nederland en 42 procent gaat naar het buitenland. Zo verwerkt de bouwsector alleen hout en dat is voor 91 procent bestemd voor Nederland en slechts 9 procent gaat naar het buitenland.