Een groeiend aantal Nederlandse bedrijven houdt zich op een of andere manier wel met maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) bezig. Voor wie MVO serieus aanpakt zijn de baten op langere termijn hoger dan de kosten, zegt Maria van der Heijden, directeur van MVO Nederland. Maria van der Heijden vertelt in de nieuwe editie van GO!Mobility dat is MVO het verdienmodel van de toekomst is. Zij waarschuwt er wel voor dat MVO geen ‘windowdressing’ mag zijn.

Op langere termijn vertaalt een integraal MVO-beleid zich volgens MVO-Nederland altijd terug in de vorm van meer (tevreden) klanten, gemotiveerder personeel, imagowinst, een betere toegang tot krediet, meer innovatie, grotere betrokkenheid van stakeholders en het behoud van je ‘licence to operate’ (maatschappelijke acceptatie).

Van der Heijden adviseert ondernemingen MVO vooral integraal in hun bedrijfsvoering te verankeren. ‘Het is niet verstandig dit beleid te beperken tot alleen het faciliteren van thuiswerken, het scheiden van afval of het vervangen van gloeilampen door led-verlichting. En wacht er vooral niet te lang mee. Want wie dat doet is te laat en mist de boot.’

Om bedrijven bij de implementatie van MVO te ondersteunen is op de website een online stappenplan ‘MVO STEPS’ beschikbaar.

MVO proof bestaat niet

Naar schatting tweederde van alle Nederlandse bedrijven zegt op meer of mindere mate aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) te doen. Dat lijkt op papier best veel, maar soms blijven de inspanningen beperkt tot afvalscheiding, energiebesparing of het aanbieden van stageplekken. Van der Heijden wijst er op dat een bedrijf dat ‘MVO proof ‘ is, niet bestaat ‘Er is namelijk geen keurmerk voor MVO. Dat komt doordat de maatschappij voortdurend verandert en er steeds iets anders wordt verwacht van bedrijven. Wat vandaag acceptabel is, is morgen taboe. En wat in Nederland normaal is, is in Brazilië of China vreemd.’

Er zijn volgens haar wel richtlijnen, zoals ISO 26000, die kunnen helpen bij het implementeren van MVO in een organisatie, evenals bepaalde certificeringen als het Fairtrade keurmerk of de Milieukeur. ‘Uiteindelijk gaat het er om het MVO-beleid samen met de stakeholders vorm te geven. Minder slecht is wat dat betreft niet meer goed genoeg. Het gaat er om rekening te houden met milieu en mensen bij het nemen van beslissingen.’

Planeet als vertrekpunt

De noodzaak om klimaatneutraal en circulair te ondernemen is naar het oordeel van Van der Heijden bittere noodzaak. ‘Vaak denken Nederlanders dat ze duurzaam bezig zijn op het gebied van huisisolatie, mobiliteit, reisgedrag, voedingspatroon en kleding. De realiteit is dat de ecologische footprint per Nederlander meer is dan één wereldbol. Ik bedoel daarmee dat de gemiddelde Nederlander een dusdanig consumptie- en afvalpatroon (lees: ecologische footprint) heeft, dat wanneer iedereen op de wereld zo’n levensstijl zou hebben, we meer dan één wereldbol aan aardoppervlak nodig zouden hebben om deze levensstijl voor iedereen te kunnen onderhouden. Het besef moet nog veel meer doordringen dat deze planeet het vertrekpunt moet zijn van ons handelen. En dat begint bij bedrijven. Die zijn in staat om veranderingen inhoud en vorm te geven en zo het consumptiegedrag te beïnvloeden.’

Disruptie nodig

Daarvoor heb je disruptieve spelers nodig, zoals Tesla in de autobranche, aldus Van der Heijden. “Aan hun auto’s hangt nu nog een prijskaartje voor de happy few. Maar zij brengen wel een beweging op gang die er voor zorgt dat we met zijn allen over pakweg tien jaar elektrisch rijden. Gelukkig telt ons land relatief veel duurzame koplopers. Ongeveer 20 procent van alle bedrijven in Nederland behoort tot de voorhoede van MVO. En die zijn succesvoller dan een gemiddeld bedrijf.”