Nederland staat voor grote verduurzamingsopgaven in het landelijk gebied, zoals de verduurzaming van de landbouw, het in stand houden van biodiversiteit en de energietransitie. Sommige transformaties leveren geld op, andere kosten juist geld. Door slimme combinaties kan de ene transformatie een hefboom zijn voor een andere. Gemeenten kunnen namelijk eisen stellen aan projectontwikkelaars om (financieel) te investeren in natuur en landschap, in ruil voor planologische medewerking om zonne- of windparken te realiseren.

Hefboom voor verduurzaming

In een aantal gebieden in Nederland wordt de landbouw in toenemende mate vervangen door of gecombineerd met andere functies, zoals woningbouw of de aanleg van zonne- en windparken. Dit is vaak een lucratief alternatief voor agrarisch gebruik van de grond; het veranderen van het gebruik en/of de bestemming van de grond zorgt ervoor dat deze meer waard wordt. Zo is de waarde van bouwgrond vele malen groter dan die van landbouwgrond. Onderzoekers van Wageningen Environmental Research hebben de mogelijkheden voor overheden in beeld gebracht om deze transformaties in het landelijk gebied te benutten als hefboom voor verduurzaming.

Voor wat hoort wat

Value capturing – waardecreatie van private baten inzetten voor publieke meerwaarde – is een manier voor overheden om een deel van de verhoogde economische waarde van bijvoorbeeld zonne- en windparken in te zetten voor andere doelen, zoals de aanleg van natuur. Value capturing is in dit onderzoek opgevat als het voor-wat-hoort-wat-principe: in ruil voor planologische medewerking kunnen gemeenten eisen stellen aan projectontwikkelaars om (financieel) te investeren in natuur en landschap.

Opschalen en afdwingen

Op basis van een rechtsanalyse en een verkenning van praktijkvoorbeelden concluderen de onderzoekers dat het instrument dat gemeenten hiervoor kunnen inzetten al bestaat: een anterieure overeenkomst (Wet ruimtelijke ordening). De anterieure overeenkomst laat gemeenten juridisch gezien grote vrijheid om met projectontwikkelaars afspraken te maken. Uit de praktijkvoorbeelden blijkt dat deze mogelijk nog slechts mondjesmaat wordt gebruikt. Om value capturing op te gaan schalen, bevelen de onderzoekers aan om voorwaarden ten aanzien van landschap en natuur bij zonne- en windenergie aan de voorkant vast te leggen, bijvoorbeeld in de omgevingsvisie en om de afspraken per project vast te leggen in een anterieure overeenkomst. Een voorbeeld-modelovereenkomst zou gemeenten daarbij kunnen helpen zodat niet ieder gemeentehuis het wiel opnieuw hoeft uit te vinden of helemaal niet uitvindt. Ook RES-richtlijnen en andere manieren van sturen op natuur- en landschaps-inclusieve energieprojecten, zoals beleidsregels en facilitering, kunnen behulpzaam zijn bij opschaling.

Fred Kistenkas en Dana Kamphorst,