Volgens de uitspraak op 26 mei van de rechtbank in Den Haag moet de netto CO2-uitstoot van Shell in 2030 45% lager zijn dan in 2019. Deze opdracht geldt voor onze wereldwijde uitstoot en die van onze klanten. Ongeacht of we in beroep gaan, zijn we vastberaden onze strategie verder te versnellen. We gaan deze uitdaging aan. Dit geldt voor alle landen waarin wij actief zijn, en het geldt in het bijzonder voor Nederland.

Want ik zie in Nederland alle mogelijkheden voor succes in de transitie naar een schoner energiesysteem. Sterker nog, als deze transitie ergens versneld zou moeten lukken, dan is het hier. Nederland is een van de meest geavanceerde economieën ter wereld. Nederland heeft de kennis, het kapitaal, en als ik mijn buitenlandse collega’s en vrienden mag geloven, een uniek talent voor organisatie. Daarnaast heeft Nederland een klimaatakkoord met ambitieuze doelen. Zo wil de Nederlandse overheid in 2030 de CO2-uitstoot ten opzichte van 1990 bijna gehalveerd hebben.

Maar zo eenvoudig als dat akkoord klinkt, zo ingewikkeld en zo moeilijk is de uitvoering. De afgelopen 30 jaar, tussen 1990 en 2020, heeft Nederland een CO2-reductie van 20% gerealiseerd. De resterende 30% moet Nederland dus in slechts tien jaar voor elkaar krijgen. De conclusie is duidelijk, evenals de rest van de wereld moet Nederland zijn inspanningen om klimaatverandering tegen te gaan drastisch vergroten. Daarover zijn non-gouvernementele organisaties (ngo’s), Shell en zo’n beetje iedereen die ik ken het eens. De vraag is hoe.

Shell heeft in Nederland nu ongeveer de helft van de totale CO2-uitstoot in 1990, en dit is inclusief de uitstoot door het gebruik van onze producten. Je zou dus kunnen zeggen dat Shell haar bijdrage aan het klimaatakkoord al geleverd heeft. Zo zien wij het echter niet. En we kloppen ons niet op de borst – absoluut niet zelfs. Shell stopte in deze periode om commerciële redenen met de verkoop van bepaalde zware olieproducten en we verkochten minder diesel en gas in Nederland. Maar dit veranderde niet het soort energie dat mensen gebruikten. Integendeel, de klanten kochten gewoon bij andere bedrijven. Nederland schoot met deze halvering van Shells uitstoot weinig op. Zo moet het dus niet.

Als Nederland uitstoot wil verminderen op de schaal die nodig is, zal de soort energie die mensen gebruiken, de vraag naar energie dus, moeten veranderen. Shell kan en wil hierbij helpen door alternatieven met een lagere CO2-uitstoot aan te bieden. Op deze energiekaart staat een overzicht van al onze huidige energietransitieprojecten in Nederland. Zo opende Shell vorige week in Groningen een waterstofvulpunt voor bussen. Ook zijn al 160 snelladers in gebruik op zo’n 60 Nederlandse Shell-stations. En we bieden al onze klanten de mogelijkheid hun CO2-uitstoot te compenseren als ze bij ons tanken.

De komende tijd wordt het op dit overzicht alleen maar drukker. Alleen al in het afgelopen jaar nam Shell in Nederland voor meer dan 1 miljard euro investeringsbeslissingen om onze eigen uitstoot te verlagen en de soort energie die onze klanten gebruiken te helpen veranderen. Zo investeren we nog meer in windparken op zee, waterstof, laders voor elektrische auto’s en biobrandstoffen, onder meer om de uitstoot van het vliegverkeer te helpen verlagen. We maken van onze raffinaderij in Pernis een toekomstbestendig energiepark, waar in 2030 op een duurzame manier brandstoffen en grondstoffen worden gemaakt. En tegen die tijd maken we in onze chemiefabriek in Moerdijk van niet-herbruikbaar plastic restafval grondstoffen en energie voor bedrijven door heel Europa.

Shell gaat dus versnellen en nog meer doen om onze uitstoot te verlagen op een manier waar Nederland echt baat bij heeft. Het gaat er niet alleen om dat wij betere, klimaatvriendelijke producten bieden, maar dat onze klanten en de samenleving nog meer worden aangespoord om de juiste keuzes te maken en ontmoedigd om fossiel te blijven consumeren. Dat geeft ons en vele anderen dan weer economisch perspectief om nog sneller te gaan. Dit vereist ongekende samenwerking – met andere bedrijven, met klanten en met de overheid die verandering kan versnellen met heldere regelgeving en de juiste prijsprikkels. Een paar voorbeelden: lagere accijns op bio-LNG, zodat deze brandstof met een lagere CO2-uitstoot voor het vrachtverkeer de concurrentie met diesel aankan. Een Nederlandse invulling van de herziene Richtlijn voor Hernieuwbare Energie van de Europese Unie, die via de wet Milieubeheer kan helpen om groene waterstof aantrekkelijk te maken voor zwaar transport en de industrie. En snellere aanbestedingstrajecten voor grootschalige windparken op zee.

Ik ben ervan overtuigd dat door samen op deze manier verandering te versnellen, de Nederlanders hun unieke organisatietalent ten volle kunnen benutten en dit decennium ook de resterende 30% reductie kunnen halen. Wij dragen daar graag aan bij, en spannen ons in voor nog een halvering van de huidige uitstoot van Shell in Nederland.

Marjan van Loon, President-Directeur Shell Nederland

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op LinkedIn