De Corporate Sustainability Reporting Directive zal dit jaar nog worden aangenomen, waarna deze wordt omgezet in nationale wetgeving. Daarmee start de trapsgewijze implementatie vanaf boekjaar 2024. Wat is er nu bekend over deze directive?

In april 2021 publiceerde de Europese Commissie haar voorstel voor de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Doel van deze directive is een grondige herziening van de duurzaamheidsverslaggeving in de EU. Na maanden van politieke onderhandelingen over de CSRD tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie (de zogenaamde ‘triloog’) hebben de partijen op 21 juni 2022 overeenstemming bereikt, wat inhoudt dat het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie de CSRD officieel kunnen aannemen in 2022. De belangrijkste punten van de overeenkomst zijn bekendgemaakt via persverklaringen van de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement. Hoewel de directive nog definitief moet worden aangenomen, worden hieronder de belangrijkste elementen en hun impact toegelicht.

Meer gedetailleerde en gestandaardiseerde verslaggevingsvereisten

Momenteel moeten organisaties van openbaar belang (OOB’s) met meer dan 500 werknemers voldoen aan de Non-Financial Reporting Directive (NFRD). Zij moeten al in meer algemene zin rapporteren over hun bedrijfsmodel, beleid en niet-financiële indicatoren op onderwerpen als milieu, sociale kwesties, mensenrechten, etc. De CSRD zal de NFRD vervangen als wetgeving op het gebied van duurzaamheidsverslaggeving. Een belangrijke factor die wordt vereist onder de CSRD is de toepassing van het principe van dubbele materialiteit. Dit principe houdt in dat de verslaggeving informatie moet bevatten die nodig is om te kunnen begrijpen hoe de duurzaamheidsthema’s de ontwikkeling, prestaties en positie van een onderneming beïnvloeden, én de
informatie die nodig is om inzicht te krijgen in de impact van de onderneming op duurzaamheidsthema’s, rekening houdend met stakeholders. Daarnaast moeten verplichte verslaggevingsstandaarden leiden tot standaardisatie van de inhoud van de verslaggeving. De verwachting is dat dit een eind zal maken aan de huidige ‘lappendeken’ aan verschillende vrijwillige raamwerken en -standaarden op het vlak van duurzaamheidsverslaggeving. De eerste conceptstandaarden, de European Sustainability Reporting Standards (ESRS), die de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) eind april 2022 ter consultatie heeft gepubliceerd, laten zien hoe uitdagend de nieuwe verslaggevingsvereisten zijn voor wat betreft de diepgang en reikwijdte.

Zo worden er veel verschillende, voor ondernemingen vaak nieuwe, datapunten gevraagd. Om die reden is het verstandig om op tijd te beginnen met de voorbereidingen op de CSRD en nu al een plan te creëren om in de toekomst te kunnen voldoen aan de CSRD.

Uitbreiding van de reikwijdte

De CSRD zal de reikwijdte van de duurzaamheidsverslaggeving aanzienlijk vergroten. Naast organisaties van openbaar belang met meer dan 500 werknemers is de CSRD ook van toepassing op alle andere grote ondernemingen, kleinere beursgenoteerde ondernemingen en bepaalde ondernemingen van buiten de EU. De groottecriteria voor grote ondernemingen en grote groepen sluiten aan bij de EU Accounting Directive. Dat wil zeggen dat een onderneming kwalificeert als groot wanneer zij twee aansluitende jaren voldoet aan ten minste twee van de volgende drie criteria:

  • een balanstotaal van meer dan 20 miljoen euro;
  • een netto-omzet van minstens 40 miljoen euro;
  • gemiddeld meer dan 250 werknemers.

De reikwijdte van de CSRD bevat ook bepaalde uitzonderingen. Zo bestaat er een uitzondering voor dochterondernemingen die worden opgenomen in het geconsolideerde duurzaamheidsverslag van de moederonderneming, mits dat voldoet aan de
CSRD, of in het geval van moeders buiten de EU een standaard vergelijkbaar met de CSRD. Beursgenoteerde dochterondernemingen zullen waarschijnlijk niet meer kunnen profiteren van deze uitzondering. Ook kan het zijn dat als de  dochteronderneming een ander risicoprofiel heeft dan de groep als geheel, in de verslaggeving van de moederonderneming een aantal toelichtingen en prestatieindicatoren zullen moeten worden uiteengezet op het niveau van de dochteronderneming.
Mkb-bedrijven vallen ook onder de reikwijdte van de CSRD als zij beursgenoteerd zijn. Wel hebben zij de mogelijkheid om de toepassing van de CSRD uit te stellen met twee jaar (de zogenaamde opt-out) en kunnen zij andere verslaggevingsstandaarden (specifiek voor het mkb) toepassen.

Een andere uitbreiding van de reikwijdte is dat ondernemingen buiten de EU ook binnen de reikwijdte van de CSRD kunnen vallen. Bijvoorbeeld als zij een nettoomzet van meer dan 150 miljoen euro genereren in de EU en ten minste één dochter of tak in de EU hebben.

Tijdlijn: implementatie van de CSRD

De CSRD zal trapsgewijs worden ingevoerd:

  • Ondernemingen die nu al moeten rapporteren onder de Non-Financial Reporting Directive (NFRD) zullen de CSRD moeten toepassen voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2024. Dus het jaarverslag over 2024 dat in 2025 wordt uitgebracht.
  • Grote ondernemingen (zoals eerder gedefinieerd) of moederondernemingen van een grote groep die nog niet onder de NFRD vallen, zullen de CSRD moeten toepassen voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2025. Dus het jaarverslag over 2025 dat in 2026 wordt uitgebracht.
  • Beursgenoteerde mkb-bedrijven, bepaalde kleine instellingen, ‘non-complex credit institutions’ en zogenaamde ‘captive insurance undertakings’ zullen de CSRD moeten toepassen voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2026. Beursgenoteerde mkb-bedrijven hebben de mogelijkheid tot een zogenaamde ‘opt-outregeling’ waarmee zij de toepassing van de CSRD mogen uitstellen tot boekjaar 2028.

Rapportageformat en assuranceverplichting

Net als bij de huidige toepassing van de NFRD in Nederland, zal onder de CSRD de duurzaamheidsverslaggeving moeten worden opgenomen in het bestuursverslag, onder de verantwoordelijkheid van het bestuur en toezicht door toezichthoudende organen, zoals de auditcommissie. Er zal ook een externe assuranceverplichting gelden voor de duurzaamheidsverslaggeving, die zich voorlopig beperkt tot assurance met een beperkte mate van zekerheid. De (statutair) accountant van de jaarrekening mag deze assuranceopdracht uitvoeren. Ook moet de duurzaamheidsinformatie digitaal getagd worden, zodat de informatie gemakkelijker te vinden en te vergelijken is.

Conclusie

De CSRD wordt naar verwachting in 2022 definitief aangenomen. Uit de conceptversie valt al op te maken dat deze regelgeving gevolgen heeft voor OOB’s, grote ondernemingen en beursgenoteerde mkb-bedrijven, maar ook voor buitenlandse ondernemingen met activiteiten in Europa. Deze ondernemingen zullen moeten rapporteren over hun duurzaamheidsbeleid en een groot aantal prestatie-indicatoren, waarover veel ondernemingen nu geen informatie verzamelen. Ondernemingen
doen er daarom goed aan kennis te nemen van de huidige conceptversies van de CSRD en de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) en zich voor te bereiden op de implementatie ervan.

Desi Walsarie en Marcus Looijenga (foto) – ESG-team, Assurance PwC Nederland