Aanleiding voor de discussie was de notitie ‘Handelsbeleid en vaste waarden in een veranderende wereldorde’, die minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) vandaag heeft aangeboden aan de Tweede Kamer.

Verhagen benadrukte dat betrokkenheid van het bedrijfsleven nodig is voor een effectief mensenrechtenbeleid. Unilever heeft van maatschappelijk verantwoord ondernemen een prioriteit gemaakt, bijvoorbeeld als het gaat om arbeidsnormen op de internationale markt.

De notitie stelt dat goede economische betrekkingen met een land als basis kunnen dienen voor een gesprek over mensenrechten. Daarbij heeft Nederland de mogelijkheid voorwaarden te stellen aan handelsakkoorden om landen te stimuleren de mensenrechtensituatie te verbeteren.

Een importverbod van producten die zijn geproduceerd met de ergste vormen kinderarbeid kan bijvoorbeeld dienen als stok achter de deur wanneer landen of bedrijven zelf geen maatregelen nemen tegen deze vorm van uitbuiting.