De uitstoot van CO2 kan niet eeuwig gratis blijven – de vervuiler zal een keer moeten gaan betalen. Een van de eerste vragen die dan ook altijd gesteld wordt: hoe hoog moet die CO2-prijs zijn? Dat is een uitstekende vraag, en er zijn minstens vier antwoorden op.

Het Klimaatverbond maakte een handige indeling van CO2-prijzen, gebaseerd op twee variabelen.

  • Is de prijs fictief of reëel? Als de prijs reëel is, betekent dit dat er daadwerkelijk een geldstroom op gang komt. Een fictieve prijs is vooral handig om beleid en strategie te vormen, en dat kan ook zonder dat er facturen gestuurd worden.
  • Is de prijs op CO2-uitstoot bedoeld voor intern of voor extern gebruik? Een interne CO2-prijs kun je zo hoog of laag maken als je zelf wilt, en op die manier verschillende scenario’s voor je eigen organisatie doorrekenen. Een externe prijs heeft ook effecten buiten je eigen bedrijfspoorten.

Vier soorten CO2-prijs

No alt text provided for this image

Met die twee variabelen kom je tot vier soorten CO2-beprijzing, allemaal met hun eigen ‘tarief’.

  • De fictieve, interne prijs geeft de ‘echte’ schade aan die veroorzaakt wordt door de uitstoot van CO2. Wat kost het om de dijken op te hogen om Nederland te beschermen tegen zeespiegelstijgingen? Hoe nemen medische kosten toe als gevolg van hittegolven? Wat zijn de kosten van het verdroging van landbouwgrond, vluchtelingenstromen, het aanpassen van gebouwen aan zwaardere stormen? Afhankelijk van wat je allemaal meeneemt in dit soort calculaties zou de uitstoot van een ton CO2 al gauw 700 euro moeten kosten, misschien wel veel meer. Deze ‘social cost of carbon’ of referentieprijs wordt gebruikt om de echte impact ven je emissies te berekenen, bijvoorbeeld voor in een jaarverslag. Zonder effectief klimaatbeleid zal deze prijs snel blijven stijgen.
  • Een fictieve, externe prijs kun je inzetten als je investeringen wilt doen die leiden tot een lagere uitstoot. Bij de aanschaf van een machine of de bouw van een kantoorpand kun je de toekomstige uitstoot inschatten en daar een prijs aan verbinden. Energiezuinige spullen verdienen zich op die manier terug, ook al zijn ze duurder in aanschaf. In het algemeen geeft de interventieprijs aan hoe hoog een CO2-prijs moet zijn om bedrijven te bewegen klimaatvriendelijke beslissingen te nemen. Hoeveel duurder een schoon alternatief mag zijn, hangt in de praktijk af van het product. Voor goedkope, CO2-intensieve producten als beton of papier is een lage CO2-prijs al effectief; denk aan bedragen van 50-200 euro per ton. Voor elektronica of high-tech apparatuur is het aandeel van een CO2-heffing in de totale kosten zo klein dat beprijzing geen handig instrument meer is.
  • De externe, reële prijs is het type CO2-prijs waar de meeste bedrijven het scherpst op letten. In deze variant gaat uitstoot echt geld kosten, bijvoorbeeld door een heffing of belasting op emissies. Grote uitstoters hebben daar al mee te maken: die moeten CO2-rechten kopen op de Europese emissiemarkt. Deze ETS-prijs fluctueert en bedraagt nu (23 maart) net boven de 40 euro per ton. Een aantal politieke partijen heeft in zijn verkiezingsprogramma aangekondigd dit emissierechtensyteem te willen uitbreiden naar andere industrieën, of een heffing naast de ETS-prijs in te willen voeren. In de onderhandelingen voor een regeerakkoord komt dit ongetwijfeld aan bod. Veel economen pleiten voor zo´n CO2-heffing, en ook DNB ziet er wel wat in.
  • Een reële, interne prijs is voor veel bedrijven misschien wel de makkelijkste manier om met behulp van CO2-beprijzing te werken aan het terugdringen van de uitstoot. Het principe is eenvoudig: voor elke uitgestoten ton CO2 gaat een bedrag van bijvoorbeeld 100 euro in een fonds, gefinancierd uit de winst. Dit zijn de kosten van niet-vermeden emissies. Aan het eind van het jaar wordt het fonds besteed aan energiebesparende maatregelen: isolatie, een elektrische auto, zonnepanelen, wat maar het meest effectief is.

Conclusie: dé CO2-prijs bestaat niet. Door goed te kijken voor welke toepassing je je uitstoot wilt beprijzen kun je een inschatting maken van de meest geschikte prijs.

Meer over deze vier prijzen lees je in de publicatie Rekenen met de toekomst van het Klimaatverbond.

Jos Reinhoudt, MVO Nederland

Hoe het werken met een prijs op CO2 in de praktijk uitpakt, was het onderwerp van de Community of Practice Interne CO2-beprijzing die ik afgelopen maanden bij MVO Nederland heb begeleid. In een aantal blogs zal ik de belangrijkste lessen uit die COP samenvatten.